Ik reed het betonpad af. Een mooi breed pad wat er neerlegt was voor zowel fietsers als tractoren. Het zag er nieuw uit, wat verklaarde waarom het pad op mijn kaart nog een gestippelde witte weg was. Doorgaans zijn die wegen onverhard. Nu dus vervangen door een mooi betonpad met uitzicht op de uiterwaarden van de IJssel die prachtig bedekt waren door een bouquet aan veldbloemen.
Bij een boerderij kende het betonpas een abrupt einde. Zoals een Belgisch fietspad abrupt kan oplossen in het niets. Ik zag wandelaars hun weg vervolgen over een graspad. Nog een keer de kaart bekijkend, moest dat het pad zijn zoals het er vroeger had uitgezien, toen het nog geen betonpad was. Ik zat niet voor de kat zijn viool op een gravelbike, dus een graspad kon mij niet afschrikken.
Voorzichtig om de wandelaars heen manoeuvrerend en ze daarbij een fijne dag wensend, vervolgde ik mijn route over het graspad. Nog geen kilometer verderop eindigde dit pad bij een hek. Vlak voor dat hek lag een enorm wildrooster. Zo zag ik me geconfronteerd met de eerste uitdaging van de dag. Op je fietsschoenen, op een wildrooster, met je fiets in je hand een hek openen. Toen ik na wat glibberen en glijden het hek door was, keek ik nog een keer om. Daar stond een minuscuul blauw bordje. Het type infobord wat je ook van Staatsbosbeheer kent in groene uitvoering. Te klein om in het voorbijgaan te kunnen lezen en vol met verwarrende informatie. Op dit blauwe exemplaar stond duidelijk: “Verboden voor paarden en (brom)fietsen.” Ik had hier dus niet mogen fietsen.
De route rondom Raalte was een echte ’tegel’ route. Zorgvuldig werden alle nog missende tegeltjes afgevinkt. Daarbij had ik wel gezocht naar de leukste paadjes en dit keer speciaal gezocht naar onverharde wegen. Dat is – om een stuk boerenland in het midden van de route – vrij aardig gelukt. Buiten het graspad langs de IJssel, was het allemaal nog legaal ook. Ervan uitgaande dat bordjes met de tekst “Verboden voor paarden en bromfietsen” betekent dat ik er met mijn fiets wel in mag.
De variëteit aan verharde en onverharde wegen was groot. Uiteraard heb ik de nodige kilometers op onvervalst asfalt versleten, maar heb ik ook oerlelijke betonklinkers gezien en fraaie gebakken exemplaren. Alleen al om dit soort ondergrond ben je blij dat je niet op 8 bar staat. Ook ben ik een aantal goed aangelegde fietspaden van asfalt of beton tegengekomen.
Maar het ging natuurlijk om de onverharde wegen. En ook daar wisselde het sterk. Het meest extreem was een aantal stukje single track MTB parcours met hindernissen. Daarnaast heb ik fijne en wat grovere gravel gevonden en behoorlijk wat zandpaden. De een wat muller dan de ander, maar allemaal prima te doen met 40mm bandjes. Een graspad had ik dus ook, maar die was dus illegaal. Vreemd genoeg fietste het bospas vol met dennennaalden het zwaarst. Dat inspanning wordt dan weer ruimschoots goedgemaakt door het uitzicht. Ik houd van de bossen.
En er was de hele weg wel wat te beleven. Ook het boerenland is niet saai. Zo rond kilometer 40 gleden mijn gedachten even weg. Dat omschrijf ik veelal als de “Noord-Oost Polder state of mind”. Mijn brein past zich dan aan de omgeving aan en denkt dan aan helemaal niets. Maar in deze route heeft dat maar een paar kilometer geduurd. Dan was er wel weer wat te zien, of werd je weer een zandpad opgestuurd.
In de route zit een enkel heen-en-weertje en een lusje bij Heino. Dat is duidelijk om de benodigde tegels te halen. Hoewel het lusje bij Heino nog we een leuk stukje onverhard in zich heeft.
De “wet van Jaap” zegt dat je bij een rit van boven de 100km appelgebak mag nemen bij de koffie. Nu wilde ik daar niet direct na 30km mee beginnen, maar dat had ik misschien wel moeten doen. Ik had echter in mijn hoofd gezet dat het appelgebak mij beter zou smaken na een kilometer of 75 tot 80. Dan moet er natuurlijk wel een tent zijn die dat heeft.
Na ruim 90km reed ik Raalte in. Als je ooit een bestemming zoekt voor een stedentrip, schrap Raalte dan van je lijstje. Het is een lelijk dorp. Zoals de meeste dorpen op de Sallandse heuvelrug niet uitblinken in schoonheid. In Raalte had ik toch echt wel zin in koffie en dus streek ik neer bij de lokale bakker annex ijssalon. Op het tafeltje naast me zag ik een te keurig appelpuntje met een plastic folietje eromheen. Het soort appelpuntje dat nog bevroren is van binnen. Ik heb het bij een koffie en een Spa rood gehouden. En om nu niet alleen maar te droeftoeteren; de koffie was heerlijk.
Na Raalte had ik de hoop op een mooi vervolg eigenlijk opgegeven. Maar tot mijn verbazing leidde de route langs een kanaal over een mulle zandweg. Alleen maar rechtdoor, dat wel, maar toch een zandweg. Een onverwacht cadeautje.
De route eindigde zoals hij begonnen was. Een beetje draaien en keren over boeren landweggetjes bij Wesepe. En als de boeren landweggetjes maar klein en rustig zijn, is dat ook niet verkeerd. De lokale kroeg in Wesepe was hartstikke dicht, dus was er geen mogelijk om af te pilsen. Dus maar rechtstreeks naar de auto om daar te genieten van een slok van mijn inmiddels opgewarmde sportdrank.