Podcast # 25 – “Race Around The Netherlands op Krentenbollen en Karakter” – Over Langeafstandsfietsen met Jair Hoogland.

Je hebt mensen die dingen doen waar jij alleen maar van kunt dromen. Jair Hoogland is zo iemand voor mij. Hij is als derde gefinisht in de Race Around The Netherlands. In bijna 93 uur fietste hij 1925 kilometer. Hoog tijd om hem te vragen wat een mens bezielt om dit te doen en wat er allemaal komt kijken bij het rijden van dergelijke afstanden. Redenatie van Ronald: Als je 200km kunt fietsen kun je ook 400km Fietsen Natuurlijk !

Op locatie bij Jair Hoogland
De podcastbiertjes van De Kromme Haring

Links

Langeafstandsfietsen
Jair’s rit op Strava
Race Around The Netherlands
Dot Watchers (RatN 2020)
Over Randonneuring (Wikipedia, Engels)
Watertappunten in Nederland
Waar ligt Tegelen? (Belangrijk voor tegeltjesfietsers)

BRM info (Brevet de Randonneur Mondiaux)
randonneurs.be (wat is een BRM?)
webklik.net
randonneurs.nl
madamvelo.be

Voeding
3Action Hydration Tabs (TIP van Jair: Pak vooral wat voorhanden is!)
Krentebollen (deze energieke fietsvoeding is overal in elke supermarkt te koop 😉 )

Bier (meestal niet tijdens langeafstandsritten)
De Kromme Haring (“The only thing we fear is shitty beer”)
Wahoo IPA
Dusky Mosaic Amarillo
WhiteBait Crushable Ale

De hele dag buiten spelen

Een rit door Drenthe, Friesland en Flevoland.

Vandaag ben ik vroeg op pad. Althans, voor mijn doen. Het is oktober en acht uur ’s morgens. Net een half uur licht, maar het is nog wat schemerig. Voor de zekerheid maar de lampjes aan. De zon gaat schijnen en met open mond fiets ik door het Dwingelderveld. Niet omdat ik buiten adem ben, maar het schouwspel van mist, natuur, kleuren en opkomende zon is zo mooi! Ik stop voor de vijftiende keer om een foto te maken. Dit is geluk op de fiets, prachtig! En ik ben nog maar net op pad. Gelukkig heb ik het niet koud, maar ik moet niet te lang stilstaan merk ik. Ik zoef weer door het bos over een slingerend fietspaadje, de zon aan mijn rechterkant…

Zonsopkomst bij het Dwingelderveld

Adrenaline

Na het Dwingelderveld volgt het Hijkerzand. Een wat open terrein met veel riet en weinig bomen. Er lopen Heckrunderen. Wanneer een paar van die beesten iets verderop over het fietspad slenteren, ben ik relatief dichtbij. Een grote met een fors stel horens en enkele kleinere varianten. Ze zijn toch best imposant, zeker als je ziet dat een van die kleinere  een jong is en het rund-met-de-grote-horens (ik denk papa-rund) ineens stopt en jou aankijkt… Ik denk dat-ie me niet eerder opmerkte en nu plotseling een vreemd rechtop staand wezen voor zich ziet. Alles staat stil. Ik ook. Maar ik wil wel graag verder. Dan maar omlopen door de greppel. Fiets optillend loop ik door wat runderpoep, takjes, blaadjes en hoog gras… Het jong rent ineens hard weg van het fietspad. Ik denk dat het schrok, omdat ik beweeg en voor hem of haar onverwachte geluiden maak… Als papa-rund nu maar niet…

Mijn adrenaline zet me op scherp om elk moment op mijn fiets te kunnen springen en heel hard te gaan fietsen. Niet dat dat zin heeft, want ik sta van het pad af, op het fietspad liggen bladeren, ik moet inklikken als ik op mijn fiets zou springen en bovenal: de ketting ligt op het buitenblad. No way dat ik als een profrenner uit een peloton zou kunnen wegdemarreren van papa-rund. Bij de tijd dat ik op de fiets zou zitten en mijn schoenen in een vloeiende prof-reflex ingeklikt zou hebben, zou grote-papa-met-de-horens al naast mijn fietsje staan… Gelukkig gaat alles goed en blijft het rustig in het bos, op mijn adrenaline-niveau en hartslag na dan…

Hijkerzand (nu nog zonder Heckrunderen)

Ik rijd door een buitenwijk van Assen. Vinex, geen mooi centrumpje of pleintje. Daarvoor had ik in Assen zelf moeten zijn. Een mooi centrum, maar niet voor vandaag. Mijn route slingert verder om de stad heen door het mooie Noord-Drentse landschap. Na een bruggetje over de Drentse Aa rijd ik door Amerika en daarna de gemeente Groningen in. Al nadenkend hierover is het wel een vreemde gewaarwording en het klinkt als een slechte woordgrap. Ik weet dat er meer plaatsen in Nederland zijn met namen van landen of buitenlandse steden. Zo liggen Egypte en Moskou in Friesland. Misschien een idee voor een route die langs dit soort plaatsjes voert? Al mijmerend over nieuwe routes rijd ik ongemerkt Friesland binnen.

Jarig

Gisteren zei mijn agenda dat Ed, een vriend van mij, vandaag jarig is. Ik wil hem even een berichtje sturen. Even later kom ik langs een straatnaambordje ‘Jarig van der Wielen Wei’. Gedachteloos rijd ik er voorbij en een kilometer of wat later denk ik plots “hee, jarig?” Te laat! Zo’n straatnaam bedenk je toch niet? Ik heb geen zin om terug te rijden, dus dan maar een foto van het plaatsnaambord Bakkeveen (Bakkefaen) met groeten uit Fryslan… ook leuk.

In Bakkeveen vind ik ondanks de lockdown een snackbar die open is en koffie heeft mét warme appeltaart. Ze willen ook mijn bidon bijvullen. Buiten in het zonnetje verorber ik mijn koffie met gebak, zittend op een plantenbak aan een parkeerplaats. Het is een graad of 10, maar in de zon is het heerlijk warm. Ik neem een hap. Proficiat Ed! 

Ik ga weer verder over leuke bospaadjes. Het is hier werkelijk prachtig. Overal liggen goede fietspaden met af en toe wat goed berijdbaar gravel of een zandpaadje. Ik hou vooral van afwisseling in de omgeving en dat is hier volop. Een mooie bomenrij, dan weer een slingerend pad tussen weilanden, een smal zandpad door het bos, een weg langs een akker met vergezicht, en gravel langs afgelegen kerkjes in het groen. Geen verveling. Dit is genieten, geluk op de fiets!

Een ‘verstopt’ gravelpaadje

In Jubbega rijd ik in het gezellige mini-centrum langs een viskraam. Het ruikt lekker, zal ik hier wat eten? Ik heb nog niet echt honger dus ik rijd door. Even later krijg ik spijt, want stiekem heb ik eigenlijk toch best trek in een bakje kibbeling. Ik zeg tegen mezelf dat er in het volgende dorp ook vast een viskraam staat, maar meteen zegt een stemmetje: “Jaja, nou, de kans op weer een viskraam is net zo groot als een tweede bordje ‘Jarig van der Wielen Wei’”. Het volgende dorp is Oldeberkoop. Een bakker! Voor een fietser ook een prima pleisterplaats. Ik koop een chocoladeroombroodje dat ik op een bankje bij de kerk opeet.

Mentaal dingetje

Het is vandaag een lange rit. Dat weet ik, want ik heb hem zelf gepland en weet de totaalafstand: 210km. Mijn sporthorloge legt mijn afgelegde route en afstand vast. Op mijn stuur zit mijn telefoon met enkel de route en het pijltje dat aangeeft waar ik ben. Ik weiger vanaf nu op mijn horloge te kijken om te zien hoever ik al heb gefietst. Dat gaat altijd tegenvallen is mijn ervaring. Ik ga dan rekenen hoever het nog is en ga de route dan verdelen in stukken. 85km is bijv naar mijn werk en terug. 100km is mijn vaste rondje Loosdrechtse plassen. Ik onderdruk de mentale drang om toch te kijken, ook als mijn horloge piept om aan te geven dat ik alweer 5 km verder ben en mij lonkt “kijk, kijk dan toch!”. Ik neem mij voor dat ik pas in Flevoland kijk, want dan heb ik ruim de helft afgelegd.

Het helpt, ik kijk veel meer rond en houd me niet bezig met afstanden. Ik zie wel en luister naar mijn benen. Dit voelt lekker. Als het te vermoeid voelt, ga ik gewoon langzamer fietsen. Als gevolg geniet ik oprecht van het fietsen en de omgeving.

Zandpaadje door het bos

Vanaf Wolvega volgt een fietspad langs de Linge (of Lenge op z’n Fries). Dit riviertje kronkelt door het landschap en vormt voor een deel de grens met Overijssel. Geen auto’s, alleen maar fietspad. Heerlijk in alle rust op m’n fiets. En de hele dag schijnt de zon! Het fietspad wordt even later een bredere weg. Er rijdt gelukkig weinig verkeer en het uitzicht en het slingerende dijkje blijven. Voor ik het weet moet ik afbuigen naar het zuiden. Hier houdt Friesland op en rijdt ik een klein stukje door Overijssel. Daarna ben ik al in Flevoland. Nou ja, de Noordoostpolder dan. “Almere is nog ver” denk ik. Leuke tekst voor op een T-shirt. Mijn horloge houd ik nog afgedekt onder mijn mouw.

Na Kuinre rijd ik de Noordoostpolder in. Ik volg eerst een aardig fietspad door een stukje bos. Feitelijk is dit uitstel van executie, want de NOP heeft veel, heel veel rechte wegen en daar is echt geen ontkomen aan. Toch heb ik bij het plannen nóg een kronkelig fietspad gevonden door een stukje mooie natuur, vlak boven Emmeloord: De Burchttocht. Via een park rijd ik Emmeloord in. 

Herrie

In het centrum van Emmeloord zoek ik naar een afhaalkoffietent. Die is er! Er staat een bord buiten met ‘afhalen’. Daar moet ik zijn. Ik zet mijn fiets tegen een bloembak op slot en merk nu pas dat er niet alleen een flinke beat met stevige bassen uit dit etablissement komt, maar dat ook iemand heeft bedacht om in de winkelstraat twintig meter verderop een draaiorgel aan te zwengelen. Niet mijn ding. Tot overmaat van ramp hoor ik dat de ‘beat’ uit het café van het Smartlap-genre is. Oók niet mijn ding. Deze overweldigende herrie wordt me teveel. Ik zie me al staan met koffie en gevulde koek in mijn handen, mezelf afvragend waar ik hier in ’s hemelsnaam rustig van mijn versnapering ga genieten. Ik bedenk me instantaan, haal mijn fiets weer van slot en vervolg mijn weg. Weg hier! Ik stop nog even bij de kerk verderop, maar er is geen bankje, geen koffie en teveel verkeer. 

In Nagele is het rustiger en hier eet ik wat. Ik besluit op mijn horloge te kijken. 155km gehad. Mijn brein begint meteen te ratelen “Dat is nog 55km te gaan…” en direct erachteraan: “Man, dat is nog twee uur fietsen!”. Het is maar goed dat ik niet eerder heb gekeken. Ik herinner mezelf er aan dat het de rest van de dag ook goed ging door gewoon rond te kijken en te genieten van het fietsen zelf. Dat moet hier toch ook lukken? Gewoon doen.

Herfst in Lelystad

Het is nog een relatief klein stuk naar de Ketelbrug (twee rechte stukken en een haakse bocht, typisch polderpatroontje) en dan volgt na de brug nog een heel leuk fietspad dat ik ken van mijn eerdere ritten: Piets pad. Een lieflijk gravel- en betonpad langs een sloot en weilanden, helemaal tot aan Lelystad. Helaas blijkt er halverwege Piets pad een bruggetje te liggen waarvan men blijkbaar heeft bedacht dat het té krakkemikkig is om overheen te fietsen en heeft men het afgesloten. Nu moet ik dus toch over het fietspad langs de doorgaande weg naar Lelystad. Rustig peddelend door wat woonwijken en bossen met mooie herfstkleuren ben ik even later voor het donker alweer thuis. 

Moe? Zeker! Voldaan? Absoluut! Ik ben de hele dag buiten geweest en heb mezelf prima vermaakt. Topdag.

Fietsen in Drenthe in de herfst

Ik neem mij regelmatig voor om bij het krieken van de dag op pad te gaan. In het half donker gaan rijden, genieten van de nog slapende dorpjes en Nederland zien ontwaken. Maar het is me nog niet gelukt en vandaag is geen uitzondering. De wekker ging om half zeven en in plaats van een half uur deed ik er ruim drie keer zo lang over om weg te komen. Toch maar ‘even’ koffie zetten en rustig mijn broodje en yoghurt eten. Ook heerlijk, want het is tenslotte vakantie. Om negen uur ben ik dan toch eindelijk op weg.

De route van vandaag voert naar het oosten van Drenthe en een stukje Groningen. De wind is noordoost bij 10 graden, dus het kan koud aanvoelen. Ik heb maar wat extra kleding aangetrokken. Het is wel een prima timing, want de terugweg wordt wind mee. Het is echter vandaag de eerste dag in de tweede intelligente lockdown en alle horeca is vanaf vandaag vier weken lang dicht. Ik verwacht dus onderweg geen koffie met gebak te kunnen scoren. Daarom heb ik genoeg eten meegenomen: vier reuzenkrentenbollen met kaas, een banaan, wat repen en een stroopwafel. Hier moet ik het wel op redden vandaag.

Wat me misschien nog het meest bezorgt is de ‘Overweldigende Weidsheid’ van Groningen. Dat is Gronings voor ‘Het Grote Niets’. Andere woorden, zelfde beleving. Ik hoor regelmatig in ‘fietskringen’ dat het nogal heftig is daar. Kaal en open, altijd wind, het klinkt niet erg aantrekkelijk. Als de wind maar niet draait vandaag…

Drentse kasseien op de VAM-berg

Eerst de VAM-berg. Je kan dit object beschrijven als een opgeleukte vuilnisberg voor fietsers. Zoiets hebben we in Almere ook (Braambergen), maar dat is enkel een parcours voor de MTB. De VAM-berg heeft naast een MTB-route ook mooi en breed asfalt voor dat andere aluminium en carbon. De klimmetjes zijn leuk om te doen. Het zijn er dus meer, waarvan een deel zelfs met heuse Drentse kasseien (zogenaamde Flinten). Maar eerlijk gezegd ben je boven voor je goed en wel stevig hebt aangezet. Natuurlijk moet je dit niet vergelijken met de Vogezen of zelfs Ardennen, maar het is erg leuk gedaan met steile stukken tot 15%. Het is er als ik aankom, ontzettend rustig. Bovenaan de kasseienstrook op de top neemt een fietser met korte wielrenbroek een selfie bij de paal waarop staat ‘Selfie-spot’. Is dat een woordgrap? Ik besluit mee te doen aan de hype en maak ook een selfie. Ook maak ik een foto van de kasseien. Ze zien er schoongespoten uit, net als alles eigenlijk op deze vuilnisberg… Nog één keer de kasseienstrook beklimmen en naar beneden suizen. Daarna vervolg ik mijn route naar Emmen

Het stuk naar Emmen is afwisselend. Open akkerland, maar ook bomenrijen en stukjes bos. Links- en rechtsaf door het landschap en dus niet constant de wind op kop. Het is minder zwaar dan ik aanvankelijk had verwacht. Het valt me op dat er erg weinig mensen op de been of op de fiets zijn. Ik haal een vrij forse man in op een racefiets met aanhanger, in wielrenkleding. Ik groet. Dat is de tweede racefietser vandaag in 40km. 

Na Emmen eet ik mijn eerste krentenbol. Eigenlijk te laat, want ik ben al dik twee uur onderweg. Maar het gaat nog goed. “Genoeg eten en drinken, ook als het kouder is”, zei iemand laatst tegen me. Ik neem mij voor erop te letten. Het is maar goed dat ik zelfvoorzienend ben vandaag, want echt alles is dicht. Er is zelfs geen afhaalkoffie te vinden, laat staan een stuk appeltaart en daar heb ik eigenlijk best trek in. Hopelijk moet de horeca nog even schakelen en gaan ze eerdaags op de afhaalmodus over.

Alsof het gebrek aan koffie nog niet erg genoeg is, ben ik door mijn fietsvrienden gewaarschuwd voor nog iets anders: “Ter Apel en Stadskanaal zijn triest en treurig”, en “Neem genoeg Prozac mee!”. Tegelijkertijd werd mij wel de Jumbo in Ter Apel warm aanbevolen. Geprezen werd hij vanwege de koffie, warme broodjes en ubervriendelijk personeel. Ieder nadeel heb z’n voordeel, zeg maar…

Bruggetjesfietspad voorbij Stadskanaal

Hoewel ik het pas verwachtte bij Ter Apel begonnen de meedogenloze vlaktes al na Emmen. Eén lange rechte weg. Langs lintbebouwing, dat wel. Dus iets minder wind dan op open terrein, maar er komt geen einde aan. Tot Ter Apel. De fietsvriendjes hadden niets teveel gezegd. Niet de meest bruisende, gezellige plek om te zijn. Om het nog wat erger te maken mis ik ook nog de zo bejubelde Jumbo! Gewoon niet meer aan gedacht; ontzettend jammer. Na Ter Apel vind je langs het kanaal weer veel huizen. Ik zie bordjes voorbij komen en denk dat het kanaal hier Ter Apelkanaal heet, maar zo heet de plaats hier! Zo is er het plaatsje Mussel en het plaatsje Musselkanaal. De bekendste in dit Gronings mantra is natuurlijk Stadskanaal. Hoe het kanaal zelf eigenlijk heet, heb ik nergens gezien… 

Stadskanaal valt voor mij gelukkig erg mee. Mijn route heb ik precies om de plaats heen gelegd en ik rijd door een mooi park, door bos en over gravel(!). Mooi dus. Het pittoreske stadscentrum heb ik helaas hierdoor gemist. Verder door naar het noordwesten. Daar zal ik de Overweldigende Weidsheid recht in de poeperd gaan kijken! Maar nee, ik rijd over een lieflijke, rustige polderweg en even verderop over een landelijk, smal bruggetjesfietspad. Niks mis mee. Inmiddels heb ik de wind op de zij van rechts.

Prachtige herfstkleuren

Na het oversteken van het kanaal gaat de route zuidwest en rijd ik Drenthe weer in. Bossen, slingerende fietspaden en akkers wisselen elkaar af. Prachtig! Het valt me ineens op dat het bos langzaam geel en oranje kleurt. Dat is natuurlijk logisch, want het is herfst. Maar ik realiseer het me nu pas. De variatie van begroeiing maakt het bijzonder mooi. Voor ik het weet ben ik alweer terug op de uitvalsbasis. Ofschoon ik blij ben weer terug te zijn, leek het laatste stuk  sneller te gaan dan de rest en ook een deel van Groningen viel nog erg mee. Fietsen in Drenthe is in elk geval erg mooi. Het enige dat wellicht nóg mooier is dan dat, is fietsen in Drenthe in de herfst.

Het Grote Niets

Het overviel me. Niet dat ik onwetend was over het bestaan, of dat ik niet wist dat het in mijn route zat. Nee, ik had me veel meer gericht op het deel verderop in mijn route, het stuk dat ik nog niet kende en waar ik nieuwe wegen ging ontdekken. Maar het was er wel en ik zou het gaan tegenkomen.

Ik realiseerde het me pas toen ik halverwege Lelystad was en tegen mezelf zei “straks komt het stuk door de polder naar Kampen, het Grote Niets”. Het is een stuk waar je slechts op éën manier van kan genieten: met wind mee. Dat geluk ontbrak me vandaag. Zuid-Oostenwind. Het fietspad loopt langs de enige doorgaande weg door de Flevopolder naar Kampen en alles, maar dan ook alles is recht en vlak. Zelfs de bochten.

Het stuk begint na Lelystad en eindigt pas op de brug als je Overijssel inrijdt en wordt enkel onderbroken door het plaatsje Dronten. Als je daar doorheen rijdt voelt het als een ware oase. Even wat bedrijvigheid anders dan denderend verkeer. Ik zie huizen, mensen, andere fietsers en… voel even geen wind! Meteen verdenk ik de planners van deze zogenaamde ‘kern’ ervan ook het Grote Niets bewust gepland te hebben om de fietser het dorp extra positief te laten ervaren. Gelukkig voor de masochisten onder ons kun je ook gewoon de N-weg langs Dronten blijven volgen, zodat je ononderbroken van al dat moois kan blijven genieten. Na het eten van mijn meegebrachte lunch verlaat ik het rustige Dronten en vecht ik mij weer door het polderlandschap. Op naar Kampen.

Eenmaal Flevoland uit, voelt het landschap als bij toverslag anders. Een slingerend fietspad langs een dijkje, een niet-recht slootje, huizen langs de dijk waar het fietspad lieflijk langs is gelegd. Moeilijk uit te leggen, maar het voelt totaal anders. Hier begint het Grote Genieten. Kampen ken ik. een oude Hanzestad aan de IJssel met een prachtig plein in het centrum. Een mooie plek voor een koffiestop, maar niet vandaag. Het is nog te vroeg.

Nationaal Park Weerribben-Wieden

Na Kampen volgt de route het fietspad langs de dijk naar Genemuiden. Er is hier geen bos, maar toch geniet ik volop van het uitzicht. Zou het contrast met het Grote Niets daar aan bijdragen? Na een verdiende koffiestop met koek fiets ik na een onverwacht pontje bij Het Zwarte Water (gelukkig vaart hij), door het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Het is hier rustig en af en toe doen de doorkijkjes tussen het riet mij denken aan het uitzicht op de Oostvaardersplassen.

Na een Giethoorn-achtig dorpje (erg mooi!) met smal fietspad achter de huizen langs en met veel bruggetjes is Meppel het begin van mijn doel-provincie: Drenthe. Na Meppel volgen eigenlijk alleen maar erg rustige wegen langs watertjes door het Drentse landschap. De zon die eigenlijk de hele dag bij me was, staat laag. Dit is genieten! Eenmaal aangekomen bij B&B De Blokhut, ons heerlijk knus onderkomen voor deze week, denk ik ongemerkt nog even terug naar die lege plek in mijn gedachten. Zou het ook zo’n heerlijke dag zijn geweest zonder Het Grote Niets?

Het Drentse landschap met laagstaande zon

Download GPX

Lower the BAR

Als je de artikelen en video’s over tubeless banden mag geloven, dan is de rolweerstand van een tubeless band lager door het ontbreken van een binnenband. De natuurkundige verklaring wordt dan weer niet gegeven. Blijkbaar gaat iedereen ervan uit dat alle fietsers Bèta’s zijn en dit fenomeen geen uitleg behoeft. De verklaring die het meest in de buurt komt, is het ontbreken van wrijving tussen buiten- en binnenband. Wrijving geeft weerstand.

Tubeless gravelbanden die niet 14 keer lek gaan in 9 maanden

Wat ik me als Alfaatje natuurkundig wel kan voorstellen, is dat het gewicht van een tubeless band lager is dan het gewicht van een binnen- en buitenband samen. Het op gang brengen en houden van het wiel zal dan minder energie kosten. Feitelijk dezelfde reden als waarom je lichte velgen zou willen. Dat gaat dan weer over de energie die je erin moet stoppen, niet over de weerstand die het rollen van de band ondervindt. Net zoals dat er energie verloren gaat in de vervorming van de band. En bij een lagere bandenspanning, is de vervorming groter. Voor de berijder van de fiets is het echter lood om oud ijzer. Of je nu harder moet trappen omdat de rolweerstand hoger is, je wielen zwaarder zijn of de vervorming van je banden hoger is. Boeien!

“Wrijving geeft weerstand”

Maar goed, zonder verder uitleg te geven, wordt het voordeel in rolweerstand van de tubeless band onmiddellijk gebruikt om de bandenspanning naar beneden te brengen en daarmee de rijeigenschappen te verbeteren. Mij achterlatend met de vraag of de lagere spanning nodig is voor een lagere rolweerstand of dat het gewonnen verschil gebruikt wordt om de rijeigenschappen te verbeteren. Normaal gesproken geeft een hardere band op vlak wegdek minder rolweerstand. Op een hobbelige ondergrond is dat anders, want dan gaat er energie zitten in het ‘stuiteren’.

Dus voor MTB en gravelbanden zie ik wel waarom je het aantal bar naar beneden zou brengen. Voor racefietsbanden niet direct, ervan uitgaand dat je hier in Nederland veel glad asfalt hebt. De reden moet dan in het comfort liggen. Dus met minder bar een gelijke rolweerstand en dus meer comfort. Dus leuk voor de toerfietser, maar als je een triathleet bent die meer om snelheid geeft, dan om comfort, dan heb je er niets aan.

Want een feit is ook dat de maximale luchtdruk van tubeless banden lager ligt dan die van hun binnenband collega’s. Dus al zou je willen, je kunt je tubeless racefietsbandje volgens fabrieksaanwijzing niet eens oppompen tot de gewenste 8 of 9 bar. Ook de verklaring daarvoor is weer slecht te vinden. De beste uitleg die ik heb gevonden, is dat bij een maximale spanning van een normale band (8-9 bar) een tubeless band in een bocht van de velg wordt afgedrukt.

Conclusie: Je hebt met tubeless banden met minder luchtdruk een gelijke rolweerstand, meer comfort en een betere wegligging. Dat is mooi, maar hoeveel bar moet er dan uit mijn bandjes laten ontsnappen? Mijn gevoel zegt nog steeds dat je harder gaat als je banden harder zijn. Dus dat vraagt om een – niet wetenschappelijk – testje.

Giant Revolt Advanced 0, maar nu met Specialized Pathfinders Pro 2Bliss Ready

Om de wielen van mijn Giant Revolt zaten standaard een paar allround 40 mm Maxxis Velocita AR gravelbanden. Daar mag maximaal ruim 4 bar in (60 PSI). Als ik dat doe, loopt de band goed op het asfalt, maar ontbreekt het aan de nodige grip in de bochten. Onverhard wordt de fiets een stuiterbal. Het ontbreken van grip in de bochten kan ook worden veroorzaakt door het minimale profiel van de Velocita. Het stuiteren is hinderlijk.

Daarnaast is de achterband steeds lek en houdt de sealant (latex) de gaatjes niet dicht bij 4 bar. De gaatjes springen weer open en onder hoge druk spuit de sealant over de fiets en zijn berijder. Dus het aantal bar maar naar beneden brengen is dan de conclusie. Eerst naar 3.5 bar en als blijkt dat dit geen zoden aan de dijk zet, terug naar 3 bar. Bij deze druk blijven de gedichte gaatjes ook echt dicht, maar het voorkomt niet dat er in rap tempo nieuwe gaatjes bijkomen. Mijn conclusie daaruit is dat het gewoon slechte banden zijn.

“Met 4 bar in je gravelband stuiter je het bos uit”

Dus op basis van het bestuderen van de nodige reviews een setje Specialized Pathfinders Pro aangeschaft. De term ‘Pro’ in je artikelnaam gebruiken doet het altijd goed. Zo krijg ik als niets presterende amateur toch het gevoel dat ik met de grote jongens meekan. 

Toen ik de Velocita bandjes van de velg afhaalde, voelde ik pas hoe flinterdun ze eigenlijk zijn. Dat zal best positief zijn voor het gewicht, maar ik vind het dan niet zo gek dat ze lek slaan door ieder scherp schelpje dat je raakt.

De flinterdunne Maxxis Velocita AR snel in een vuilniszak, want de sealant loopt aan alle kanten uit.

Om de nieuwe banden te kunnen vergelijken ben ik begonnen om de Pathfinders ook maar eens op 4 bar op te pompen. Dat leverde hetzelfde effect op als de 4 bar in de oude banden. Behalve dat ze niet lek raakten dan. Op het asfalt is het allemaal prima, al heb je in de bochten niet echt het gevoel dat je er vol in kunt gaan. Maar als je zelfs maar een klinkerweg oprijdt, dan stuiter je alle kanten op.

Dus maar snel de druk teruggebracht tot 3 bar. En dat rijdt eigenlijk prima. De band loopt nog steeds soepel op het asfalt en de wegligging in de bocht is een stuk beter. Onverhard stuiter je alleen nog bij echte obstakels als een boomwortel. Hartstikke tevreden, dus niets meer aan doen, zou je denken. Dan lees ik ergens dat een ervaren gravelrijder van ongeveer mijn gewicht 70-75 kg op 1,8 of zelfs 1,5 bar rondrijdt. Dat is de helft van wat ik erin heb zitten.

Ik heb nog nooit bewust minder dan 3 bar in een fietsband gestopt. En als ik dat onverhoopt wel een keer had door een lek of een slecht werkende handpomp, dan beviel dat heel slecht. Maar ja, wie niet waagt…

Dus heb ik de bandenspanning teruggebracht tot 2,5 bar en heb er een rondje van 68 kilometer mee gegraveld. Een beetje tot mijn verbazing loopt de band nog prima en is de grip in het bochtenwerk aanzienlijk beter. Vooraf was ik bang dat de band zou gaan ‘rollen’ in de bocht. Een beetje het gevoel alsof je wegglibbert. Maar dat was helemaal niet het geval. De boomwortel test gaf ook een beter resultaat.

Dat heeft mij doen besluiten door te gaan met het verminderen van het aantal bar totdat ik het punt heb bereikt dat ik het gevoel heb dat meer bar beter is. De volgende gravelrit gaat dus op 2 bar. De volgende asfaltrit gaat op 2,5 bar om een goed gevoel te krijgen of de band zwaarder loopt. Ergens halverwege dan maar eens wat lucht laten ontsnappen en kijken hoe dat voelt.

Voorlopige conclusie (de test is nog niet helemaal afgerond) is dat de tubeless band voordeel biedt voor de comfort en grip zoekers, niet zozeer voor de snelheidsduivels. 

De snelheidsduivels kunnen best op tubeless rijden, maar gaan daar in praktijk geen voordeel bij hebben, aangezien ze geen lagere rolweerstand krijgen dat dat ze al hadden met hun snoeiharde banden. Hooguit voor de kasseien ragger met een KOM ambitie is de lagere bandespanning een snelheidsvoordeel.

Daar moet je bij optellen dat tubeless banden een gedoe is. Niet alleen het monteren van die dingen is een ‘dingetje’, maar ook als je lek rijdt, heb je kans dat jij en je fiets onder de ‘latex’ zitten. Helemaal hopeloos wordt het als de lek te groot is om door de sealant gedicht te worden en je er midden in het bos een binnenbandje in moet prutsen.

Dus op mijn Giant Propel (Aero fiets) zal ik niet snel overstappen op tubeless. Hoop gedoe en weinig voordeel. Maar op mijn gravelbike annex toerfiets zie ik het voordeel wel en denk ik dat het voordeel aan comfort en rijeigenschappen opwegen tegen het gedoe van tubeless. 

Podcast # 24 – “Fietsen in de regen, om neerslachtig van te worden.

Iedereen die wel eens in de regen heeft gefietst weet hoe vervelend dat kan zijn. De vraag is: kan het ook leuk zijn? Of kan je het wat leuker maken? Natuurlijk rijden we allemaal liever in een lekker zonnetje met een graadje of 25. Maar als je niet bij de eerste de beste spetter op je Zwift wilt stappen, luister dan naar deze podcast. Want regen of niet, we moeten Fietsen Natuurlijk !

Marc met GripGrab Gaiters en opvallende regenjas

Links

Kleding
Castelli Gabba
Waarom een Gabba een Gabba heet
Futurum 4 Seasons
AGU Secco Condom regenjack Ronald
Altura regenjack Marc
Castelli Scalda Pro handschoenen
Sealskinz waterdichte handschoenen

Materiaal
Ass Savers
SKS X3 spatbord
GripGrab Gaiters
Shimano S3000X neopreen overschoenen
Camelbak rugzak

Bidons met klepje
Mountainbike store
Puma
Aptonia bidons

Bier
Brothers in Law tripel
Mooien Muiter
Veluwse Schavuyt tripel

Podcast # 23 – “Ich bin ein Berliner” – Over een 3 daagse tocht van Beek naar Berlijn.

Onze gast in de Podcast is Daan Reintjes, die deze zomer met een racefiets en een rugzakje in 3 dagen van Beek bij Nijmegen naar Berlijn is gefietst. Dat is 3 dagen van 200+ kilometers. En als je dan denkt dat je hier met een doorgewinterde vakantiefietser te maken hebt, dan heb je het mis. Daan fiets ‘nog maar’ twee en een half jaar en had voor zijn tocht nog nooit 220 kilometer achter elkaar gefietst. In deze podcast zijn verhaal over 3 dagen in het zadel.

De lokale Belg: een heerlijke tripel

Daans fietsroute vanuit Beek door het Reichswald
Download GPX
Route op Komoot

Links

Heuvels in de buurt
Klimmetjes in Het Rijk van Nijmegen
De Muur van Beek

Materiaal en voeding
Lowe Alpine Tensor rugzak 10L
Energy Gel+ Citrus
Energy Gel+ Lemon

Trein
Reisplanner Deutsche Bahn (fiets meenemen mogelijk)

Locatie
Hotel Cafe Sous Les Eglises