Het overviel me. Niet dat ik onwetend was over het bestaan, of dat ik niet wist dat het in mijn route zat. Nee, ik had me veel meer gericht op het deel verderop in mijn route, het stuk dat ik nog niet kende en waar ik nieuwe wegen ging ontdekken. Maar het was er wel en ik zou het gaan tegenkomen.
Ik realiseerde het me pas toen ik halverwege Lelystad was en tegen mezelf zei “straks komt het stuk door de polder naar Kampen, het Grote Niets”. Het is een stuk waar je slechts op éën manier van kan genieten: met wind mee. Dat geluk ontbrak me vandaag. Zuid-Oostenwind. Het fietspad loopt langs de enige doorgaande weg door de Flevopolder naar Kampen en alles, maar dan ook alles is recht en vlak. Zelfs de bochten.
Het stuk begint na Lelystad en eindigt pas op de brug als je Overijssel inrijdt en wordt enkel onderbroken door het plaatsje Dronten. Als je daar doorheen rijdt voelt het als een ware oase. Even wat bedrijvigheid anders dan denderend verkeer. Ik zie huizen, mensen, andere fietsers en… voel even geen wind! Meteen verdenk ik de planners van deze zogenaamde ‘kern’ ervan ook het Grote Niets bewust gepland te hebben om de fietser het dorp extra positief te laten ervaren. Gelukkig voor de masochisten onder ons kun je ook gewoon de N-weg langs Dronten blijven volgen, zodat je ononderbroken van al dat moois kan blijven genieten. Na het eten van mijn meegebrachte lunch verlaat ik het rustige Dronten en vecht ik mij weer door het polderlandschap. Op naar Kampen.
Eenmaal Flevoland uit, voelt het landschap als bij toverslag anders. Een slingerend fietspad langs een dijkje, een niet-recht slootje, huizen langs de dijk waar het fietspad lieflijk langs is gelegd. Moeilijk uit te leggen, maar het voelt totaal anders. Hier begint het Grote Genieten. Kampen ken ik. een oude Hanzestad aan de IJssel met een prachtig plein in het centrum. Een mooie plek voor een koffiestop, maar niet vandaag. Het is nog te vroeg.
Na Kampen volgt de route het fietspad langs de dijk naar Genemuiden. Er is hier geen bos, maar toch geniet ik volop van het uitzicht. Zou het contrast met het Grote Niets daar aan bijdragen? Na een verdiende koffiestop met koek fiets ik na een onverwacht pontje bij Het Zwarte Water (gelukkig vaart hij), door het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Het is hier rustig en af en toe doen de doorkijkjes tussen het riet mij denken aan het uitzicht op de Oostvaardersplassen.
Na een Giethoorn-achtig dorpje (erg mooi!) met smal fietspad achter de huizen langs en met veel bruggetjes is Meppel het begin van mijn doel-provincie: Drenthe. Na Meppel volgen eigenlijk alleen maar erg rustige wegen langs watertjes door het Drentse landschap. De zon die eigenlijk de hele dag bij me was, staat laag. Dit is genieten! Eenmaal aangekomen bij B&B De Blokhut, ons heerlijk knus onderkomen voor deze week, denk ik ongemerkt nog even terug naar die lege plek in mijn gedachten. Zou het ook zo’n heerlijke dag zijn geweest zonder Het Grote Niets?