Ovale de Suisse Etappe 14 (Brugg – Aarburg)
Dit blogje komt 3 dagen nadat etappe 14 verreden is, als mosterd na de maaltijd. Maar anders is de ovaal niet rond.

De laatste dag begon met een niet overdreven luxe ontbijt in het Continental Tower hotel in Brugg. Gelukkig stonden er maar een 42 kilometer etappe op het programma, dus dat we niet helemaal afgevuld aan de start stonden, kon ons niet deren.

Na 4 kilometer fietsen, toen we Brugg net achter ons hadden gelaten, werd Madeleine gebeld door het hotel. Of wij de sleutel van het ‘Velo Raum’ nog hadden. Grappig, in Zwitserland heet een ‘Fahrad’ een ‘Velo’. Ja dus, ik had de sleutel nog in mijn broekzak zitten en dus mochten we terug. Zo kwamen er dus ongewild 8 kilometer meer op de teller.
Nog voordat we het punt weer hadden bereikt waar Madeleine gebeld werd, lag dezelfde Madeleine tegen de vlakte. Een steil afdelinkje op gravel met een tegenhangende bocht deed haar de das om. Gek genoeg was ze er de eerste keer zonder kleerscheuren naar beneden gekomen. Nu leverde het een paar mooie ‘oorlogsverwondingen’ op. De Belg zou zeggen : ‘een val zonder erg’. Toch bleek het wel fijn dat ze handschoentjes aanhad. Anders hadden haar handen aardig opengelegen.

We reden langs de Aare over een heel aardig pad. Voor de verandering was de rivier te zien en dat maakt het wel een stuk leuker.
We hadden bedacht dat we de etappe wel in de ochtend konden rijden en we roken een beetje de stal. Dus scheurden we door Aarau en Olten, zonder te willen ontdekken welk moois die plaatsen te bieden hebben. Dat is wel zonde, maar herkenbaar van onze laatste fietsdagen.

Bij Aarburg toch nog even gestopt om een foto van kerk plus klooster/burcht te maken. We verlieten de Mittellandroute richting auto. Deze hadden we achtergelaten op de parkeerplaats van voetbalclub FC Oftringen. Het is altijd weer spannend of de auto er nog staat en in welke staat hij dan verkeerd. Misschien was hij wel weggesleept of zat er een dikke Zwitserse bon onder de ruitenwisser. Parkeren in Zwitserland is zelden gratis. Op de meest vreemde plekken kom je parkeermeters tegen.
De auto stond er nog, had geen bon of wielklem en er was geen ruitje ingetikt. Er zat wat vogelpoep op de voorruit, dat was alles. Toch licht opgelucht haalden we de spullen van de fiets en laden we alles in en op de auto.
We hadden bedacht bij De Coop te laden en dan tijdens het laden de lunch te regelen. Zal je net zien dat mijn laadpas het bij deze snellader niet doet. Er zat gelukkig nog 220 kilometer in de batterij, dus snel wat broodjes gescoord bij de Coop en op weg naar huis.
Ovale de Suisse Etappe 13 (Wildberg – Brugg)
De ene dag willen de benen beter dan de andere dag. Vandaag was voor mij een andere dag. Gelukkig was de etappe niet zo zwaar en leuker dan verwacht.
We zaten om acht uur al op de fiets. Dat kwam omdat er geen broodjes op de camping waren en al zeker niet op 1 augustus. Madeleine had gezien dat er een VOLG supermarkt open moest zijn in een volgend dorp. En dus hadden besloten met lege maag de afdaling te doen en een klein stukje langs de rivier de Töss te paddelen tot we in Rikon brood konden scoren. Helaas was de VOLG van Madeleine toch ook dicht. De Zwitserse (tank)stations hebben echter ingespeeld op de gebrekkige openingstijden van winkels. Bij een trein- of pompstation is vaak een winkeltje met een alleraardigst assortiment van broodnodige artikelen. Vlakbij zat een tankstation met brood, croissants en heerlijke sinaasappelsap.
Bij het ontbijtbankje kwamen we een Beienweide tegen. Nu is de term ’weide’ wat forst aangezet, maar de bewoners proberen toch wat te doen voor onze ’Maja’.

De route beloofde door industrieel gebied te gaan met als hoogtepunt het vliegveld. Dat is dan Kloten. We hadden dus niet al te hoge verwachtingen van het landschappelijk schoon van deze etappe, maar het viel heel erg mee. Natuurlijk was het vliegveld niet mooi en vroegen we ons af welke routebouwer het een goed idee had gevonden om een langeafstandsroute langs een vliegveld te leggen. Maar de industrie viel mee en de lelijke stukjes waren maar kort. Voor de rest een heel aardige route door liefelijk heuvellandschap.

Wat al eerder was opgevallen is het groot aantal roofvogels dat boven het land cirkelt. Boeren lijken ook speciale palen op het land te hebben gezet waar de vogels op kunnen zitten. Dus ze zullen zo hun nut hebben. In Nederland zie je ze tegenwoordig ook regelmatig, maar nog niet zoveel als in Zwitserland.

Er zitten wat felle klimmetjes in het parcours, waarvan er een van 17%. Dat vinden mijn slechte benen allerminst aardig. Het gaat allemaal wel, maar niet fluitend. Gelukkig zijn de beklimmingen kort.
Het stadje Baden is dan weer heel leuk. Je komt binnen door een poort die overgaat in een houten brug over de Limmat. Daarna krijg je een klimmetje door de oude stad. Op slentertempo langs leuke winkeltjes, niet verkeerd.


Voor Baden hadden we nog een stopje gemaakt omdat ons lijf schreeuwde om een koud Colaatje. Nietsvermoedend crashte we een 1 augustus feest met veel baksels en cider. Ik werd naar mijn polsbadje gevraagd. Je weet wel, zo’n Alanya all inclusive marker, waaraan je kunt zien dat je te besodemieterd bent om zelf je restaurant uit te zoeken. Zo’n bandje had ik niet. Na wat uitleg begreep de dame dat ik niet kwam voor haar baksels, maar alleen voor een koud Colaatje. Die kon ik dan wel bestellen aan de bar. Probleem opgelost.

Het landschap en de omgeving bleef ons positief verrassen tot in Brugg aan toe. Daar de keuze niet op de naturistencamping was gevallen, maar op een hotel, zitten we nu in een steriele overnachtingsdoos, waarvan het restaurant dicht is vanwege 1 augustus. Gelukkig heeft Madeleine een Ialiaan bereid gevonden open te zijn voor een tafeltje voor twee.
Het Centurion Tower Hotel ligt op de campus van de lokale HTS. Ook in Zwitserland is het vakantie, dus het is hier een beetje een dooie boel. De receptioniste begon in prachtig Zwitser-Duits tegen ons te ratelen en we hebben maar ja gezegd. De kamer is schoon, het bed is goed, de douche is heerlijk en de WiFi is snel. Wat wil je nog meer op deze feestdag.

Ovale de Suisse Etappe 12 (Arbon – Wildberg)
Het is de snurkende man geworden. Madeleine is er in de nacht nog uit geweest om te vragen of ie zich wilde omdraaien. Dat wilde de man wel, maar het genot van stilte duurde maar een minuut of 10. Verzachtende omstandigheid is dat hij zeker niet de enige snurkende man op het tentenveld was.
Aangezien het zondag is, is ontbijt geen zekerheid. We konden geen brood bestellen, maar er zouden broodjes te koop zijn bij het ’winkeltje’. Het was nog mooier. Ze hadden er zelfs croissants bij. Dat was de eerste meevaller.
Zonder al teveel moeite nemen we afscheid van de camping in Arbon. De eerste paar kilometer nemen we de Rijnroute (Route 2). Bij Romanshorn gaat het landinwaarts. We verlaten het toerisme en ruilen het in voor een glooiend landelijk plaatje. Misschien niet zo fascinerend als de Alpen, maar zeker niet verkeerd om doorheen te fietsen.

Het is vandaag geen zondag maar zoomdag. De lokale en minder lokale bevolking gaat er massaal op uit met hum ‘zoomers’. Als we al fietsers tegenkomen, zijn het wielrenners of MTB’ers. Een enkele Boschloze vakantiefietser, maar dat is het dan wel.
In de buurt van Niederbüren komen we op een gravelpad langs de Thur. De kwaliteit van het gravel wisselt en de Thur blijft goeddeels verborgen achter een rij bomen. Af en toe passeren we een snelweg. Voor een flink antal kilometers komen we geen dorpjes of restaurantjes tegen. En juist dan krijg je zin in koffie. We moeten terugdenken hoe we vorig jaar vele kilometers over oude spoorlijntjes hebben gefietst in Bretagne, zonder dat we iets bijzonders tegenkwamen. We vinden dat een beetje saai. We klimmen liever een stukje met een mooi uitzicht, dan makkelijk fietsen over een eindeloos pad.
Vanaf Wil gaan we het ’platte land’ van Zwitserland weer in. Een stuk beter dan het gravelpad, al moeten we er wel voor werken. Uiteindelijk maken we net zoveel hoogtemeters als gisteren, zonder dat er grote klimmen inzitten.
Dan toch een slotklim. Gelukkig. Nog een keer op de pedalen naar de camping in Wildberg. Daar komen we in een heel andere wereld dan de camping in Arbon. Het is duidelijk een stacaravan paradijs, maar de eigenaar en eigenaresse zijn erg vriendelijk. Voor het laagste bedrag deze vakantie hebben we eenstaanplaats en 2 koude Cola’s. We staan achter de ’kantine’ waar Max Verstappen zijn rondjes over het scherm rijdt. Straks de finale van het EK voor vrouwen. Helaas geen Tour de France voor dames, dat is dan toch weer teveel gevraagd.
Het is de laatste keer dat we de tent opzetten. Voor morgen hadden we de keuze tussen een hotel of een naturistencamping. Na lang en rijp beraad zijn we gezwicht voor het hotel. Eten hebben we ook voor vanavond. We hebben bij een Migrolino pasta en pastasaus kunnen vinden. Dat moet samen met wat overgeschoten paprika’s en champignons genoeg zijn voor de etappe van morgen.

Ovale de Suisse Etappe 11 (Feldkirch – Arbon)
Vanuit een heerlijk hotel in Feldkirch vertrokken naar Arbon. Dat is een beetje anders dan vooraf gepland, dus mijn Wahoo is de eerste 25 kilometer nutteloos. We rijden op de bordjes en af en toe kijkt Madeleine op de app. Tot in Altstätten volgen we route 35 en vanaf daar kunnen we weer een stukje over de 9. Bij Au doen we een geplande ’detour’. Om de saaie Rijndelta bij Bregenz te voorkomen, verleggen we de route over de 4 en de 99. Dat betekent flink meer hoogtemeters, maar wel een mooiere route.

Het hotel heeft ons gered van een hoop wateroverlast in de tent. Het heeft gisteren de hele middage en een deel van de avond geregend. En onze tent kan dat niet meer aan. De tape op de naden laat los en dan is het ding eigenlijk zo lek als een mandje. En dat al na 2 jaar! Soms zit het mee, maar nu even niet.

De Bodensee is de minste van alle meren die we op deze route zijn tegengekomen. Met zoveel leuke meren in de buurt zou ik geen reden kunnen bedenken waarom je aan de Bodensee zou willen staan. Het is er druk en het meer is modderig als het veluwemeer met af en toe een scherpe kiezel om je voet open te halen. Het is ondiep, waardoor je ook nog een kilometer door de drek met kiezels moet lopen om behoorlijk te kunnen zwemmen en het meer stinkt. Eigenlijk is het een waardeloos afschuwelijk rotmeer, maar je hebt niet altijd keus als je aan het fietsen bent. Als je een route plant langs de Bodensee, vermijd dan een overnachting op een camping. Je hoort het al, ik ben enorm positief over deze Duit/Zwitserse/Oostenrijkse modderpoel. Zo snel mogelijk hier vandaan.

18 jaar geleden zijn we met de kinderen op dezelfde camping geland. Toen op ons rondje Bodensee. Het was er toen in ieder geval een stuk rustiger, mar dat kan ook aan het seizoen gelegen hebben. We herkennen nog maar weinig van toen.
Wat ook blijkt is dat Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse vrouwen niet zo van kamperen houden. We komen een groot aantal single papa’s met kinderen tegen en veel minder single mama’s met kroost. Toch een beetje een papa ding dat kamperen.
We hebben nog een sprokkeldag over, maar die gaan we zeker niet inzetten in Arbon. Madeleine heeft het noodgedwongen hotel in etappe 13 al een dag vervroegd, want we denken dat we de dag aan het einde van de route gaan sprokkelen. Morgen is het zondag en maandag is het 1 Augustus. Zondag is traditioneel al lastig om aan eten en drinken te komen en 1 Augustus is een nationale feestdag in Zwitserland en daardoor bijna alles dicht. Gelukkig zijn restaurants maandag wel gewoon open.
Ik ben benieuwd hoe het slapen vannacht gaat in deze outdoor mierenhoop. Ik voorzie jankende kinderen en snurkende mannen en ik weet nog niet wat ik erger vind.

Podcast # 42 – Slecht Weer om Squadrats te fietsen
Het is weer tijd voor slecht weer. Wat trek je aan en wat neem je mee. In podcast #42 van Fietsen Natuurlijk ! nemen Ronald en Marc je mee in de Do’s en Don’ts bij regen en kou.
En als je van tegels houdt, is er goed nieuws. Squardrats en Squadratihos zijn tegels en kaboutertegels die je kunt verzamelen in de gratis app.
Linkjes
Podcast # 41 – Going North met Bas Belder
Ergens van de zomer volgde we via Strava Bas Belder op een avontuur van 4.000 kilometer naar de Noordkaap. Nu volgen we wel meer fietsers die ‘idiote’ afstanden afleggen, maar bij Bas vielen ons twee dingen op. Hij is wars van enige vorm van luxe en hij vertelde ons niet waar hij naartoe ging, alleen vaag de richting:
“Going North”
Het is zondagavond en het is koud, guur en nat. De herfst is in volle gang. Voor Ronald is het wennen om vanuit zijn zonneschijn-warm-weer-indian-summer met 25 graden, in Nederland vriendelijk te worden verwelkomd door een pissende-regen-harde-wind-4-graden-herfst. Kortom, we zijn dus weer live en Ronald doet verwoede pogingen om te acclimatiseren.
Gelukkig zorgt de gast aan tafel ervoor dat ze niet zelf de ontberingen hoeven te doorstaan. En warmen Ronald en Marc zich aan de verhalen, hoogte- en dieptepunten van deze reis die op de live-tafel voorbij komen. Met grote ogen en open mond luisteren we naar de verhalen van een Noordkaapfietser… Over wolken van terror-muggen, slapen in winkelportieken en lachen om je eigen selfies.
Op tafel staat een grote, 5 jaar gerijpte Belg die de Grand Prestige symboliseert waar Ronald en Marc alleen maar van kunnen dromen. Samen met de Amerikaanse Dragon’s Milk zorgen de schuimende Belgen voor verwarming van dit stoute avontuur…
Linkjes
Bas Belder kun je op Strava vinden:
https://www.strava.com/athletes/16128332
Velominati rule#95 (We vergeven het Bas 😉 )
https://www.velominati.com/
Race Around The Netherlands
https://www.adventurebikeracing.com/ratn/
Techniek
Pirelli Cinturato
Unior Cassette Lockring (cassette-afnemer; Engelse site)
SON naafdynamo
Cycle2Charge
Filter bidon
Het matje (maar die raadt Bas niemand aan…)
Podcast # 40 – Eindelijk Weer Live (Deel II Lost Track)
Het zat even tegen. De laptop was gecrasht met daarop deel II van onze nieuwe podcast. Daarbij is ook het vodje met onderwerpen in rook opgegaan. Helemaal jammer, omdat het een ‘live’ opname betrof toen Ronald even in Nederland was.
Het heeft daarom even geduurd. Maar nu is er een nieuwe podcast. Uiteraard in de inmiddels vertrouwde 45 minuten versie, maar aangezien we heel wat in te halen hadden, is er ook een lange versie beschikbaar. De laatste heeft natuurlijk wat extra onderwerpen.

Linkjes
Bretagne en Normandië – Etappe 3 (Mûr de Bretagne – Scrignac [77 km])
Je hebt altijd dingen bij je tijdens je fietsvakantie, die je thuis weer ongebruikt uitpakt. Voor het gewicht wil je dat fenomeen tot het minimum beperken. Toch zijn er artikelen die je graag na je vakantie ongebruikt uitpakt. Ik noem; de regenjas.
Er was zon en 27 graden voorspeld door Météo France en dus miezerde het vanochtend bij vertrek. Een beetje tussen te weinig voor een regenjas en teveel om te negeren. Later werd dat probleem opgelost. Na een kilometer of 15 viel er duidelijk voldoende om zonder gêne een regenjas aan te trekken.

Met vooruitziende blik hadden we een week geleden alvast een gite gereserveerd met de prachtige naam gite d’étape la Gare Scrignac. De gite wordt geëxploiteerd door de bewoners van Scrignac en de opbrengsten komen ten goede aan de gemeenschap.

De route leidde ons over de oude spoorlijn en een klein stukje langs de Blauvet. De propaganda van de Franse VVV klopte als een bus. De route was makkelijk en geschikt voor het hele gezin. Tot onze vreugde kwamen we vele fietsende gezinnen tegen, met uiteenlopende uitrusting. Ik zwaai altijd naar de kinderen, maar dat is niet altijd een goed idee. Het nodigt namelijk uit tot terugzwaaien en voor sommige jonge fietsers is zwaaien en het besturen van een tweewieler een te grote aanslag op hun coördinatie. Een beetje uitkijken dus, want voor je het weet heb je een frontale botsing.
Het woord ‘uitrusting’ is gevallen en ik moet het echt even kwijt. Onze vriendelijke Franse camping buren van gisteren, waren ook fietsers. In ieder geval een soort van. Vanochtend waren ze om half zeven al hun krakende plastic zakken aan het inpakken. Dat was, zo bleek later, geen overbodige luxe om op tijd weg te zijn. Ik heb zelden fietsen zwaarder beladen gezien dan deze 2. De buurman vertelde me dat hij 46kg aan bagage bij zich had en zijn vrouw 32kg. Voor de niet fietskamperende lezers, wij hebben respectievelijk 21 en 12 kilogram bij ons. Gelukkig zat er een dikke accu op beide fietsen, waardoor ze wel vooruit kwamen, maar geen ruimte meer hadden voor een bidon. Gelukkig hadden ze allebei nog niets op hun rug, dus daar paste dan mooi een Camelbak.
Dat Madeleine en ik een setje zijn, mag niet echt meer een verrassing zijn, maar we toonden vandaag opvallend veel ANWB-stelletjes gedrag. Op hetzelfde moment schakelen, op hetzelfde moment een regenjasje aan, of juist weer uit en op hetzelfde moment een opkomende hongerklop. Straks gaan we nog hetzelfde denken….
Bij Kervallon reden we spontaan tegen een uitspanning aan. We hadden net een Frans gezin geholpen met het oppompen van een achterband, dus we waren wel aan een beloning toe. De uitspanning bleek een keurig bij elkaar geraapt zooitje te zijn, dat gerund werd door een Zwitser. Maar de koffie was prima en ze hadden er Cola Zero en dat is niet altijd een zekerheidje hier.
Na Zwitsers grondgebied te hebben verlaten, hadden we nog maar een kilometer of 8 langs het riviertje Squiriou voor de wielen. Ook deze waren niet zwaar en precies na 77,5 km stonden we voor onze gite. Hier werden we vriendelijk ontvangen door een Belgische dame die geen Nederlands sprak, maar met ons beperkte Frans zijn we er toch uitgekomen. En nog veel belangrijker, ze verkocht er koud lokaal bier!

Weer iets wat we in Nederland toch echt niet meer kunnen bedenken, geen bereik. En ik bedoel niet alleen geen 4G, gewoon helemaal geen G en ook geen telefoon signaal. Alsof ooit iemand nog belt. Gelukkig gaat onze gite met haar tijd mee en heeft het behoorlijke WiFi.
In een extra ingelaste plenaire vergadering hebben Madeleine en ik geconcludeerd, dat het fietsen over een spoorbaan naast een aantal voordelen ook nadelen kent. Zo mis je leuke dorpjes, want de trein ging altijd langs het dorpje en zelden er doorheen. Even van de route afwijken voor een schaarse bezienswaardigheid is ook niet altijd even makkelijk, want dan moet de spoorbaan toevallig een weg kruisen. Zo hebben we ergens een leuke kleine abdij gemist. Wij vinden de afwisseling van mooi fietsen en af en toe een schattig dorpje ideaal. Het mooie fietsen is op deze route dik in orde, de leuke dorpjes moeten we maar van de foto’s geloven.
Bretagne en Normandië – Etappe 2 (St Méen le Grand – Mûr de Bretagne [79 km])
Soms maak je het in je hoofd spannender dan het is. De route leidde ons naar Mûr de Bretagne. Een plek waar ik een compleet prof peloton omhoog had zien zwoegen. En zij hebben fietsjes van 7,1kg. Die van mij is schoon aan de haak 17,2 kg en daar komt nog eens de bepakking van 21kg bovenop. Dus ik zette me bij voorbaat schrap.
Maar een mens lijdt het meest…. Bijna de complete route liep over een oud spoorlijntje. Soms een beetje omhoog en soms een beetje naar beneden. Nooit moeilijk en nooit zwaar. Ik denk dat ze in Nederland een moord zouden doen voor een gravelpad van 70 km lang. En ik moet zeggen dat het prima fietsen is. Niet alleen de stijgingspercentages, maar ook de schaduw en de omgeving doen de fietsvreugde vergroten. Tussen de bomen door zien we in de coulisse een saai Noord-Frans landschap van heuvels, graanvelden en her en der een verloren boom. Dan is het oude spoorlijntje nog niet zo slecht.
Veel ‘highlights’ zijn we niet tegengekomen. Geen graven van tovenaars en geen stadions waar we shirtjes voor Jort kunnen kopen. Vanuit dat oogpunt kun je de route als ‘saai’ bestempelen, maar ik zie het liever als een echte fietsroute. Waar je van het fietsen kunt genieten, waar het rustig is, waar je weinig auto’s tegenkomt en waar je af en toe een wandelaar of vakantiefietser vriendelijk mag begroeten.

Camping Le Point De Vue heeft zijn best gedaan om het predikaat ‘Trekkerscamping’ te krijgen. We staan op een tentenplaats, niet te verwarren met een tentenveld. We hebben een keurig afgebakend stukje gras, waar je makkelijk 2 of 3 van ons soort tentjes kwijt kan.

Als een camping het trekkersleven begrepen heeft, staan er een paar picknickbanken. Op deze camping hebben ze die een beetje geconcentreerd onder een tent bij het sanitairgebouw. Daarbij hebben ze een ‘Office randonneurs’ ingericht, waar alles staat wat je als trekker niet mee kunt nemen., zoals een magnetron en een koelkast.
Bretagne en Normandië – Etappe 1 (Rennes – St. Méen le Grand [96 km])
De start van onze tocht ligt in Rennes. En niet toevallig bij het station van de Bretonse hoofdstad. Er zit een gat in ons rondje van ongeveer 80km dat we vanochtend eerst hebben overbrugd met de TER. Een fietsvriendelijk lokaal treintje.

Heb je wel eens dat je in zo’n hele grote Franse supermarkt staat, eigenlijk alleen brood en kaas nodig hebt, maar nog vijftigduizend andere lekkere dingen ziet, die je allemaal niet mee kan nemen op de fiets? Nou, Madeleine wel!
De planning was strak. Om 8:05 de trein naar Rennes, dan starten en direct naar een Mega Leclerc voor lunch artikelen en naar Stade Rennais voor een shirtje voor Jort. Madeleine na 5km al in keuzestress en Jort geen shirtje, want de ‘boutique’ van Stade Rennais opent pas om 14:00 uur. Ik wist wel dat voetballers lui waren, maar dit zijn toch geen openingstijden.

Terwijl onze premier ons vandaag zal vertellen hoe hij de boel weer op slot gaat gooien, hebben ze hier al of nog een flink pakket aan irritante gewoontes. Overal en nergens mag je bankrovertje spelen met een lapje voor je waffel en bijna overal vragen ze daadwerkelijk om je ‘pas sanitaire’. Zelfs als je niet naar de WC hoeft. Het is weer even wennen, maar ik denk dat we na een week niet beter weten.
De eerste kilometers lopen over een jaagpad lang een riviertje. Een behoorlijk vlak gravelpad met af en toe een hek en een ‘ecluse’. Nu moet je weten dat de term ‘ecluse’ een bijzondere vibratie teweeg brengt in onze familie. Ooit hebben wij een halve vakantie in de Bourgogne langs meer dan 100 van die klote dingen gereden. We kunnen geen sluis meer zien.
Vandaag is het bij 3 sluisjes gebleven en dat konden we net aan. Na de brug was het nog even vlak, maar daarna eigenlijk de rest van de etappe niet meer. En voordat je Alpen visioenen krijgt, zo erg was het niet. Nooit steil, nooit lang, maar altijd wel een kleine hellingspercentage. Genoeg om ons aan het einde van de dag moe te krijgen. Al met al goed te doen en wat ons vooral bijblijft zijn de heerlijk ‘glijdende’ afdalingen, waarbij je de fiets gewoon kan laten rollen, niet hoeft te remmen, weinig hoeft te sturen en lekker kunt genieten.

Wat opvalt is dat de omgeving behoorlijk groen is in augustus. Ons is niet helemaal duidelijk of dit komt doordat het altijd veel regent in Bretagne, of omdat het ook hier deze zomer extra vochtig is. De velden staan nog vol met veldbloemen en de heuvels zijn nog groen en niet verdord.
Voor de verandering werkte de vereende navigatiesystemen goed dit keer. De route was bewegwijzerd en de Garmin deed alleen in Rennes een beetje moeilijk. Mijn off-line 3D Maps kaarten deden ook hun werk in 4G loze zones. Dat zorgde er voor dat we vrij weinig fout zijn gereden.
Onderweg kwamen we het graf van Merlin de tovenaar nog tegen. Een niet bijzonder imposante steen met een bordje erbij. Wat ons wel een beetje verraste, is dat het een heus bedevaartsoordje is. Mensen fluisterden, en legden minutenlang hun hand op de steen of offerden bloemen of gewoon gras. En waarom ook niet. Als Lourdes normaal is, dan is dit ook volstrekt logisch.

Meer in mijn eigen religieuze sferen zit het Louison Bobet Museum. De drievoudig Tour winnaar uit de jaren vijftig. Uiteindelijk blijkt het wieleraltaar voor deze buitengewone renner bescheiden met 2 fietsen en een paar truien en medailles. Er wordt een film van een half uur getoond met zijn broer Jean en zijn zus Madeleine, die in veel te snel Frans uit de doeken doen waarom juist hun broer Louison zo’n goeie was. We beschouwen ons entree van €5,- per persoon maar als offer aan de wielergoden en als donatie aan St Meen.

Het tientje dat we bij Louison over de balk gesmeten hebben, wordt door de prijs van de camping ruimschoots gecompenseerd. Deze overnachting kost ons €5,50 inclusief stroom. Al is niet helemaal duidelijk of dat bij de prijs inbegrepen had moeten zijn. Het is een eenvoudige municipal en ik heb wel eens moderner sanitair gezien, maar de douche is warm en eindelijk komt ons zelf meegenomen toiletpapier van pas.
Tot slot heb je tot mijn verbazing overal je ‘pas sanitair’ nodig, behalve als je naar het sanitairgebouw gaat. Rare jongens die Fransen.
Geen probleem met de fietsen in de trein Netjes een ‘fietsgordel’ om je fiets op zijn plek te houden