Fiets door Unesco’s Koloniën van Weldadigheid

Op 26 juli heeft het Werelderfgoedcomité van Unesco de Koloniën van Weldadigheid op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Nederland diende de nominatie in samen met België. Het gaat in Nederland om de drie koloniën Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord. En in Vlaanderen om de Wortel-Kolonie.

De Nederlandse Koloniën liggen op de route van het Rondje Drenthe. Een relatief nieuwe route die je langs de grenzen van Drenthe brengt en dus ook door de Koloniën van Weldadigheid. Drenthe zit vol met ‘vergeten’ historie en leuke verassingen. Door de Koliniën fietsen is een prettige manier om een stukje van die historie op te snuiven.

Bord met uitleg langs de route

In België ligt de Wortelkolonie op de Grensroute. Ook deze route zit boordevol historie, met name over de Dodendraad, maar dus ook over de wortelkolonie. Uiteraard komt er in iedere goede route een ‘bierkot’ voor. In België kun je natuurlijk overal goed bier krijgen, maar de route voert je langs de Achelse Kluis.

Lees hier ons reisverslag van de Grensroute.

In elke route zit een goede ‘bierkot’

Podcast # 39 – Zomers Avontuur op de Fiets

Het is zomer en dus tijd om te fietsen. Niet van die kleine lullige stukjes heen en weer door de polder, maar een serieuze route in het buitenland. En waar de een genoegen neemt met België, gaat de ander voor niets minder dan West Virginia. Waar de een verblijft in luxe hotels, slaapt de ander in de tent in iemands achtertuin. Het levert in ieder geval weer mooie verhalen op over Fietsen Natuurlijk !

https://soundcloud.com/user-540787362/pc-39-zomers-avontuur-op-de-fiets

Linkjes

Grensroute NL-B
Reisverslag grensroute op FN!
Slapen in de achtertuin (met kaart)
Routeboekje ‘Fietsen langs de Dodendraad’

Greenbrier River Trail (VS)
Routeverslag op FN!
Route info (US state park site)
Routekaartje (US site|pdf)
DirtBean Café & Bike, Marlinton, WV

Materiaal
Tent Mutha Hubba NX (Bever)
Tent Mutha Hubba NX (fabrikant: MSR)
Derailleur dropouts bestellen (.be)

Fiets op slot

Velen van ons willen toch ergens koffie drinken, of de supermarkt in om een broodje te scoren. Maar je wilt misschien ook niet je (dure) fiets onbeheerd achterlaten. Dus wil je misschien wel je fiets op slot zetten. Op een e-bike neem je wellicht een ART-5 slot mee, maar op je racefiets is dat echt te zwaar.

Wat steeds als advies terugkomt, is om je fiets ‘aan de wereld’ vast te zetten. Dat hebben wij in Berlijn gemerkt. De enige keer dat onze fietsen gestolen zijn, stonden ze op slot en zelfs aan elkaar vast met een kettingslot, maar niet aan de grond.

Racefiets / Gravelbike

Voor de racefiets en Gravelbikes zijn er verschillende mogelijkheden. Natuurlijk bieden de onderstaande artikelen geen ART-4 of ART-5 bescherming, maar kun je er wel voor zorgen dat je fiets niet voor het grijpen staat.

SafeMan

De SafeMan is een relatief eenvoudig, klein en licht kabelslot wat bijvoorbeeld in je zadeltas, je buistas of achter op je rug past. Let op ! Je hebt geen sleutel nodig om je fiets op slot te zetten. Voordat je de fiets op slot zet, altijd eerst even checken of je de sleutel bij je hebt.

SafeMan

HipLok Z-Lok

De Z-Lok van HipLok is eigenlijk een stevige tie wrap met een universeel passend sleuteltje. Dat is dan vanuit beveiliging gezien gelijk ook het nadeel. Iedereen die een Z-Lok heeft, kan jouw fiets van slot halen. Maar goed, voor de eerste bescherming werkt het prima en het weegt bijna niets.

Z-Lok van HipLok

Ottolock

Een duurdere, maar wel steviger oplossing is de Ottolock. Weegt in de kortste variant slechts 145 gram en heeft als voordeel dat het een cijferslot bevat en geen sleutel. Ook dit slot vervangt natuurlijk niet je ART-5 slot, maar is bedoeld om ‘gelegenheidsdiefstal’ tegen te gaan.

Greenbrier River trail, VS

13 juli 2021, dag 2

Ik schrijf dit onderweg. Waarom, dat vertel ik zo. Het plan was vandaag om een route te pakken iets ten westen van de rivier waar ik gisteren langs naar het zuiden reed. Over de weg dus. Ik kan de route van gisteren natuurlijk ook gewoon terugfietsen (en dat is zeker geen straf), maar -dacht ik- zo zie je nog eens wat anders van de omgeving, ontdek je nieuwe wegen en heb je ook nog wat extra tegeltjes.

De Greenbrier highlands

Ik merk al snel dat de route -hoewel deze zo’n 150 meter hoger ligt dan de rivier- geenszins vlak is. Er zijn hier twee soorten kuitenbijters. De eerste soort is van de categorie 7-10% klimmen en dalen. Ook al zijn de klimmen dan niet lang, ze zijn wel steil en ik bedenk me al snel dat ik dit niet 120km vol ga houden. De andere soort kuitenbijters zijn van de categorie viervoeter: honden! Op de wegen in dit stukje zie je nauwelijks verkeer of mensen, maar dus wel dit soort beesten. Geblaf links en rechts zodra je maar in de buurt van huizen komt. Op het moment dat ik twee van deze mormels plotseling achter mij en mijn fiets aan heb rennen, is de maat vol. Met meer geluk dan wijsheid kan ik ze afschudden, want net op dat moment gaat de weg weer naar beneden. Het is genoeg geweest, hier beleef ik geen plezier aan mijn rit. Dus de eerstvolgende bail-out (tip: maak altijd een plan B) terug naar de rivier via een prachtige afdaling door het groen. Geen huizen, geen honden.

Op de trail voelt het een beetje als thuiskomen. Lekker rustig, vlak, mooi gravel, en schaduw. Nu kan je natuurlijk zeggen dat dezelfde route heen- en terugfietsen wel een beetje saai is, en dat zo’n spoortracé niet echt spannende bochten of technical trail features heeft, om over het klimpercentage van gemiddeld nog geen 1% maar te zwijgen. Maar ik zie eigenlijk alleen maar voordelen. Ten eerste komt het mij vandaag na mijn darmavontuur van gisteren erg goed uit om geen klimmetjes meer te hoeven doen. Hoewel de eerste 16km op en af best goed gingen en ik graag klim, voelen de benen toch slap. Ik moet daarom ook goed eten en drinken vandaag. Daar heb ik gelukkig allerlei spulletjes voor bij me. Een ander groot voordeel is dat er bijna alleen maar schaduw is op deze trail, en dat is fijn op een zonnige dag met 30 graden. Bovendien heeft de trail waterpompen waarmee je vers drinkwater uit de grond kan pompen. Tot slot heb je hier schitterende vergezichten over de rivier, iets wat ik boven op de weg ook had verwacht, maar niet ben tegengekomen.

Met de adrenaline nog in de benen vervolg ik mijn weg over de oude spoorbaan. De benen voelen slap, trillerig. Waarschijnlijk door de kuitenbijters. Ik besluit om het even rustig aan te doen en de adrenaline wat te laten zakken. Tot overmaat van ramp voel ik nu ook dat mijn kont zeer doet. Dit wordt een hele lange dag vrees ik. Ik neem me voor om bij elke campsite of picknick plaats langs de trail even te stoppen en het verslag van de dag stukje bij beetje op te schrijven. Ik merk dat het helpt om af en toe even te gaan staan op de pedalen. Als ik daarna ga zitten, voel ik de pijn even niet en geniet ik echt van de omgeving. Ik ben nog maar op mijl 12 van de 80…

Na een tijdje gaat het beter. De benen voelen eigenlijk wel goed. Wel vermoeid, maar met veel korte stops, repen, koek uit het ontbijtbuffet van het hotel en bergwater red ik mij prima. Mijn tempo gaat langzaam omhoog naar dat van gisteren en ik kan meer en meer genieten van de omgeving. De vergezichten over de rivier met daarin enorme rotsblokken, en de rotsformaties aan de andere kant die stijl omhoog gaan als ware het klimwanden, zijn indrukwekkend. Ben ik even blij dat ik deze route alwéér fiets!

Het is erg leuk om onderweg mede-fietsers te groeten en een praatje te maken (ook iets wat je daar boven op de wegen niet ziet, daar lijkt geen hond te willen fietsen…). Zo wijst een stel mij op het hert dat de rivier oversteekt, terwijl een andere al aan de overkant is. Of een man die uitgebreid aan het lunchen is aan een picknicktafel vlakbij de spoorbrug. Chips, hotdogs, cola, van alles ligt er op tafel. Of ik ook een hotdog wil. Ik bedank, maak een praatje en stap weer op. “Misschien kom ik je straks nog wel tegen” zegt hij. Blijkbaar gaat hij dezelfde richting op als ik. Ik groet en rij de spoorbrug op.

Overstekend wild…

Het enige kleine plaatsje op de trail en in de wijde omgeving van dit 4G-loze gebied ligt op mijl 56: Marlinton. Daar was ik gisteren natuurlijk ook al en het fietscafé DirtBean Cafe&Bike (met wifi) beviel zó goed, dat ik er opnieuw langs ga, dit keer voor iets zoets. De koffie (vers gemalen) blijkt van een kwaliteit waar een Italiaan jaloers op wordt, en ik bestel een dubbele espresso en twee home-made cakes. Ik zie in mijn ooghoek een tap met lokale bieren. Ik registreer het in mijn lange-termijngeheugen en probeer het verder maar te negeren. Ooit als ik hier nog eens terugkom… Boven op het balkon in de schaduw en met wat verkoelende wind, kijk ik uit over het dorpje en geniet. Hier kan ik echt de hele dag blijven zitten. Maar ja, dat kan natuurlijk niet, want ik moet weer terug naar de auto en moet dan nog 5½ uur rijden naar huis. Ik dwing mezelf uit de stoel, vraag de vriendelijke serveerster Kayla om mijn bidons met water te vullen (heel lief: ze doet er ook ijs in) en ga weer op pad.

Ik kom weer in de buurt van de tunnel waar ik gisteren van de andere kant doorheen ben gefietst. Ik zie de lunch-man weer, hij heeft zichzelf en zijn fiets op een campsite in de schuilpIek genesteld. Vreemd, want het is prachtig, zonnig weer. Ik zwaai naar hem en rijd verder. Bij de tunnel maak ik een foto vanaf de brug die met een lichte bocht onherroepelijk naar de tunnel leidt, en hoor achter mij geraas. Wind? Ik draai me om en concludeer: Nee, geen wind, maar regen. Hevige regen en het komt erg snel dichterbij! In een flits denk ik aan de lunch-man. De tunnel! Ik klik in en net als ik de tunnel inrijd, barst het los. Hoeveel mazzel kan je hebben?

Spoorbrug vlak voor de tunnel

Mijl 80, het einde van de trail. Ik ben niet ingestort en heb het gered! Dit is werkelijk een prachtige trail. 250km gravel (als je hem heen en terug fietst tenminste) dwars door de natuur en langs een heerlijke rivier. Als ik nog een keer terugkom, neem ik een hotel in Marlinton. Héél dicht bij het fietscafé.

Mijl 80, eindpunt van deze trail

Lichtgewicht knijpers

Na een dag zwoegen op het zadel is je fietsbroek wel toe aan een wasbeurt. En niet alleen om je medeweggebruikers een plezier te doen, maar ook voor je eigen gezondheid. Moet je maar eens aan een langeafstandsfietser vragen wat er gebeurt als bacteriën de vrij hand krijgen in je zeem. Dus wassen die broek.

Maar dan moet ie ook weer drogen. Als je geluk hebt, schijnt het zonnetje. Maar bij iets minder weer, is het drogen van je fietsbroek een uitdaging. Ophangen in het toiletgebouw kan, meenemen in je slaapzak kan, maar ideaal is het niet.

Wij hebben nog oude outdoor knijpers. Helaas kun je deze niet meer krijgen, maar vroeger waren ze gewoon te koop bij de Bever. We hebben 2 van die knijpertjes aan lusjes in de tent gehangen en daarmee een droogplek voor onze broeken gecreëerd.

Knijpers waren ooit bij Bever te koop. Nu kun je ze krijgen via Amazon.

Bandenknecht

Leg je buitenband zonder pijn in je vingers op je velg

Als je moeite hebt om je buitenband op je velg te krijgen, is dit een fijn stukje gereedschap. Je krijgt de meest stugge band op de velg. De tang is mij iets te groot om mee te nemen op de racefiets, maar op de vakantiefiets neem ik hem standaard mee.

Bandenknecht

De BBB Cycling Easytire Bandenhulp BTL-78 kost slechts €9,95

Uitleg in Nederlands, niet heel duidelijk
Uitleg in het Deens, wel duidelijk, maar ja…. Deens

En als je de Bandenknecht niet bij je hebt…..

Grensroute 2021 : Etappe 7 (Stramproy – Maastricht)

Het hotel is veel te hip voor mij. In een sfeer die mij het meest aan Berlijn doet denken, verblijf ik in het voormalige Sphinx gebouw aan de noordkant van Maastricht. Het complete Sphinx complex wordt hier herontwikkeld en biedt ruimte aan wonen, werken en toerisme, op loopafstand van de Markt in Maastricht. Het Student Hotel wordt door het jaar heen voor veel geld aan studenten verhuurd, maar nu biedt het onderkomen aan armzalige fietsers die niet voor de achtertuin van Maddy kiezen, maar voor een verpozen in de drukke stad. En inderdaad vonden wij een aantal leuke kroegen met enorme bierkaarten op kruipafstand en een prima Italiaan om de honger te stillen.

Studenten Hotel in het voormalige Sphinx complex

We zijn moe. Hoe dat precies komt is ons niet duidelijk. Het kan het benauwde weer zijn, of de jeuk van de Eikenprocessierups. Het kan de onwennigheid van 7 dagen fietsen zijn of de vele indrukken die we op deze trip hebben opgedaan. Hoe dan ook we zijn moe en we mogen nog een dag.

De afwisseling is wel het grootste pluspunt in de Grensroute. Van Cadzand tot aan Maastricht kan ik niet een specifiek hoogtepunt noemen. De steden Antwerpen en Maastricht zijn heerlijk, zelfs voor erkende stedenhaters als ik. De fietspaden door de bossen zijn als vanouds. De bloemenpracht in de glooiende velden is prachtig. De dorpjes zijn schattig. De horeca is overal aanwezig en de mensen zijn vriendelijk en galant. Net op het moment dat je denkt je te gaan vervelen, doemt er iets nieuws uit het niets. Soms is het ook lelijk, maar niettemin interessant. Zoals de gelijkenis in koeltorens tussen Doel en Bessem. Niet zelden hadden we het gevoel in het buitenland te zitten, terwijl je bij Vlaanderen niet direct aan buitenland denkt.

We zijn een aantal keer in Maastricht geweest en we hebben de stad minstens 3 keer met de vakantiefiets benaderd. Maar de invalshoek van vandaag is veruit de beste. We hebben de stad ditmaal vanuit het Noord-Westen benaderd. De oude Maas volgend en komend vanuit België, zie je Maastricht pas op het laatst liggen.

Vlakbij Maastricht

Een foto van een grenspaal zal ik niet meer opnemen in dit bericht. Te afgezaagd. Vandaag zijn we er weer talloze tegengekomen. Ik had verwacht dat er meer variatie in de palen zou zitten. Oude palen, nieuwe palen, bruine palen, witte palen, ijzeren palen, betonnen palen. Maar ze lijken eigenlijk allemaal op elkaar. Weinig creatief.

Oke, eentje nog. Seen one, seen them all

Het eerste niet natuurlijke element in onze route, was het plaatsje Thorn. Het witte dorp. Nu vind ik het verder prima om alle huizen in je dorp wit te schilderen. Als dat is wat je wilt. Maar waarom moeten dan alle keurige asfaltwegen vervangen worden door kasseien? Om het dan nog een extra Middeleeuws karakter te geven, zijn de kasseien er nog bewust slecht ingelegd ook.

I am already Thorn

Om de natuur recht te doen, mogen wat foto’s van een enkele prachtige veldbloem niet ontbreken. Wat het allemaal precies is, moet ik je schuldig blijven. We hebben in ieder geval Brem, Raapzaad en Fluitekruid gezien.

Bloemetjes en Bijtjes (of Wespjes natuurlijk)

Een fietsroute is niet compleet zonder pontje. Zo dicht bij de Maas kon het niet anders dan dat we ergens van de ene naar de andere oever moesten, zonder dat de Rijksoverheid ons een brug ter beschikking had gesteld. Het mooie aan dit deel van de Maas is dat zo’n overtocht direct een internationale ervaring is. Zo ook bij het veer tussen Ohe en Laak en Ophoven. Met een niet Nederlands watervalletje op de achtergrond brengt veerman Theo je in een mum van tijd met zijn elektrische veer van het preutse Nederland naar het bourgondische België.

Morgen denken we de Koninginnenrit te krijgen. Ten eerste de heuvels in en ten tweede de belofte van een prachtig stukje onbekend België bij Moresnet. We zijn benieuwd.

Grensroute 2021 : Etappe 8 (Maastricht – Lemiers)

We dalen af naar het drielandenpunt. Dat klinkt een beetje raar als je bedenkt dat dit het hoogste punt van Nederland is. Maar de berg loopt in België nog een stukje door en is daar nog net even hoger.

De klim vanuit Moresnet Chapelle naar het drielandenpunt is pittig. Het grootste deel is onverhard en er zitten geulen in de gravel van stroompjes water die hier naar beneden moeten lopen tijdens stevige regenval. Wat dat betreft kun je beter in Vaals beginnen en naar Cadzand rijden. Maar de Vaalserberg als eindbestemming is zoveel leuker dan een lelijke badplaats.

Doel bereikt

De laatste etappe hebben we in 58km 777 hoogtemeters gemaakt. Dat is voor ons aardig wat. En het klopt ook wel. Van even buiten Maastricht tot aan Vaals is het zelden vlak. Het gaat op en neer. Het is ook zelden echt steil. De meeste klimmetjes lopen wel. De mooiste van de dag is de beklimming van de Kasteelstraat vanuit Sinnich. Deze loopt door het bos en kent zelfs haarspeldbochten.

De dag was begonnen met een ‘fraai’ uitzicht vanuit het Student Hotel en een niet al te best ontbijt. De prijs/kwaliteit verhouding van hotels is is in Antwerpen een stuk beter dan in Maastricht. Om toch de maag te vullen voor de vele klimmetjes, hebben we de voorgeschotelde roerei met spek maar opgegeten. Voor de rest lagen er nog 2 mini croisantjes en 2 mini pain-au-chocolat ons aan te staren.

Dan was het beter toeven in ‘t Bakhuis in Ulvend. Heerlijke appelvlaai met prima koffie. Lekker modern online te bestellen aan tafel met een QR-code en iDeal afrekening. Ik zag een tafeltje naast ons een oudere dame verward naar haar telefoon kijken. Gelukkig helpen ze ook nog mensen op de ouderwetse manier.

Bij ‘t Bakhuis vind je een complete reparatieset voor je fiets. Zoiets wat je ook wel bij een skilift vindt. Inclusief pomp, bandenlichters en inbusset. Je hoeft dus zelf niets mee te nemen, alleen goed timen wanneer je een lekke band krijgt.

In Ulvend is het tijd voor een lekke band

De bakker in Slenaken lijkt meer op een supermarkt. Dus we hadden zelfs keuze in wat we voor de lunch wilde eten. Natuurlijk hadden we ook bij een van de vele lunchgelegenheden kunnen gaan zitten, maar vaak zijn we gewoon blij van een bruine boterham met kaas.

Plombières uitzoeken als lunchplek is dan weer een minder goed idee. Het is een troosteloos dorpje waar het lokale café met een grote Belgische vlag nog hoop uitstraalt dat ze Europees kampioen kunnen worden. Het plein is op een oude man verlaten, het bankje staat scheef en de ergonoom die de rugleuning heeft ontworpen, zal daar geen prijs mee hebben gewonnen.

Je bereikt deze parel van de Voerstreek over een oud spoorlijntje dat met behulp van de Europese portemonnaie is omgetoverd tot een fietspad. Het asfalt is strak en je glijdt als het waren naar beneden. De subsidiepot was bij de sectie ‘bankjes’ zeker leeg. Niet 1 bankje langs dit mooie fietspad.

Monument voor de slachtoffers van de dodendraad bij de Kasteelweg

Nadat we het drielandenpunt achter ons hadden gelaten, zijn we via een tussenstop op een terras met uitzicht op Aken, afgedaald naar Vaals. Bij de lokale Appie het avondeten inslaan en op weg naar camping Hoeve de Gastmolen in Lemiers. Ons stond bij dat dit een natuurkampeerterrein was, maar dat lijkt niet (meer) zo te zijn. Nog steeds is het een prima camping met nieuw en schoon sanitair, kokend heet afwaswater en een trekkersveldje. De camping is ook autovrij, zodat je helaas niet aan al je campingburen kunt laten zien wat voor een dikke BMW je hebt. Voor fietskampeerders valt er wel te leven met een gebrek aan dieseldampen. Niet onbelangrijk is dat je bij de receptie koud bier kunt kopen en appelcider. Als is de laatste ons een beetje te zuur.

Breetuit op het trekkersveld van camping de Gastmolen

Tijdens de koffie hebben we de terugreis geregeld. Je moet tegenwoordig een reservering doen om je fiets mee te mogen nemen. Dat is even gedoe, maar met een beetje geduld, kom je er wel. Gelukkig heeft M. wel geduld. We mogen morgen nog een vijftiental kilometers naar Heerlen peddelen en daar wacht de NS geduldig op onze komst, om stipt om 11:19 uur te vertrekken.

Moresnet

Het Drielandenpunt was ooit een Vierlandenpunt. Het ministaatje Moresnet grensde net met een puntje aan Nederland. Lees hier het bizarre verhaal van een vergeten vrijstaatje.

Grensroute 2021 : Etappe 6 (Bergeijk – Stramproy)

Als je van bos houdt, dan kom je tussen Bergeijk en Stramproy ruimschoots aan je trekken. Mooie, al dan niet verharde, paadjes doorkruisen bossen en velden. Bij een open stuk roep ik altijd ‘ohh, heide’, maar dat is eigenlijk niet zo. De velden staan vol met gele bloemen. Waarschijnlijk Raapzaad, maar ik ben geen kenner. In ieder geval is het geen heide.

Velden vol gele bloemen. Raapzaad?

De prachtige fietspaden liggen er rustig bij. Het is midden in de week en nog voor het hoogseizoen. Slechts een enkele keer hoeven we een tegenligger te ontwijken en zeer zelden hoeven een elektrische fiets in te halen. Gewone fietsen zie je weinig meer. Of het zijn wielrenners in vol ornaat, of het zijn dagjesmensen met trapondersteuning.

Prachtige fietspaden met aan beide zijde een ander uitzicht

Mijn grenspalen challenge begint vorm te krijgen. In een korte tijd raken we er 4. Niet dat het belangrijk is, maar het houdt je van de straat. De grenspalen uitdaging is een + onderdeel van de Long Term Challenge. Dus buiten gemeentes in Nederland, België en Luxemburg sparen, kun je ook grenspalen verzamelen.

In the pocket

Buiten grenspalen, kun je ook bierbrouwers verzamelen. Dat is niet gelogen een echte challenge en veel leuker dan bijvoorbeeld voetbalstadions. In die serie heb ik er vandaag ook een gescoord. De Achelse Kluis kwam helaas net een beetje te snel op de route om er optimaal van te profiteren. Ik denk dat het voor het eerst in mijn leven is geweest dat ik een koffie en Spa rood heb gedronken binnen de muren van een abdij vol met bier. Ik weet niet hoeveel weesgegroetjes ik nu moet doen om van deze doodzonde verlost te worden.

Klooster/abdij bij Achel
En deze heb ik dus gemist (foto Ronald van Gimst)

De camping in Stramproy is Oergezellig. Een leuke, kleine en vooral kleurrijk geheel van oude caravans en tenten met vlaggetjes en lampions. Beetje een Boheems paradijs. Het sanitair is verre van Boheems. Keurig verzorgd en volgens mij net nieuw. Aan de picknicktafel van de Boheemse buurman die niet thuis is, zit ik aan de koffie mijn stukje te schrijven. Deze camping is zeker aan te raden.

Oergezellige ‘ouwe zooi’
Sanitair is Oernetjes

Morgen lopen we tegen het oeroude en alom bekende fenomeen aan van de etappe zonder camping. Ten oosten van Maastricht, daar waar de route loopt, is er geen camping te vinden. Dus hebben we 2 opties. Optie 1 is de achtertuin van Maddy met WC en misschien een douche en optie 2 is een hotelletje in het centrum van Maastricht vlakbij een leuk kroegje waar je keuzestress krijgt van de hoeveelheid verschillende soorten bier die ze op de tap hebben en een gezellig sfeertje. Lijkt me duidelijk toch. Hoewel het hotel wel het nadeel heeft dat je dan weer uit eten moet en niet zelf kunt koken op je Camping Gaz stelletje en 2 pannetjes. Dus moeten we misschien toch voor de achtertuin van Maddy gaan.

Materiaal

Na een dag zwoegen op het zadel is je fietsbroek wel toe aan een wasbeurt. En niet alleen om je medeweggebruikers een plezier te doen, maar ook voor je eigen gezondheid. Moet je maar eens aan een langeafstandsfietser vragen wat er gebeurt als bacteriën de vrij hand krijgen in je zeem. Dus wassen die broek.

Maar dan moet ie ook weer drogen. Als je geluk hebt, schijnt het zonnetje. Maar bij iets minder weer, is het drogen van je fietsbroek een uitdaging. Ophangen in het toiletgebouw kan, meenemen in je slaapzak kan, maar ideaal is het niet.

Wij hebben nog oude outdoor knijpers. Helaas kun je deze niet meer krijgen, maar vroeger waren ze gewoon te koop bij de Bever. We hebben 2 van die knijpertjes aan lusjes in de tent gehangen en daarmee een droogplek voor onze broeken gecreëerd.

Grensroute 2021 : Etappe 5 (Minderhout – Bergeijk)

Vorig jaar zijn we op ons rondje door Drenthe de koloniën van Weldadigheid gekomen. Dit jaar zijn we langs de Wortelkolonie gekomen. De Belgische variant. Leuk detail: Ze vonden de term ‘landloper’ zo denigrerend voor de betrokkene, dat ze hem bij binnenkomst een nummer gaven. Dat is een stuk persoonlijker.

Vakantie en Pretpark de Wortelkolonie

De problemen die we tegenwoordig kennen in Europees verband met kostbare internationale initiatieven die op niets uitlopen, zijn niet nieuw. Het debacle van het Bels Lijntje is daar een voorbeeld van. Een internationale trein tussen Turnhout en Tilburg die 3 keer mislukt is en uiteindelijk zijn grootste succes kent als fietspad. Op dat peuterstukje tussen Tilburg en Turnhout vonden ze het nodig om bij Baarle-Hertog van locomotief te wisselen. Dan vraag je ook om een mislukking.

Je passeert regelmatig de grens op het Bels Lijntje.

Tussen Turnhout en Ravels is een stuk van het Jaagpad afgesloten wegens wegwerkzaamheden. Afgesloten is in dit geval ook echt afgesloten. Je kunt er echt niet door. Wij hebben geprobeerd om via de camping die daar ligt een omleiding te vinden, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Dus moesten we terug naar de brug over het kanaal om aan de anderen kant het Jaagpad te volgen. Dat is dan weer een heerlijk gravelpad.

Jaagpad aan de andere oever. De omleiding staat lokaal aangegeven met fel oranje bordjes.

De route na Ravels leidt door bos en heide gebied. Dat is dan weer helemaal ons soort terrein. Hoewel we met een bezorgd oog naar de nesten met Eiken Processie Rupsen kijken. Als dat maar niet al teveel jeuk oplevert.

Ergens in het bos vinden we een reconstructie van de Dodendraad. Met een mooi verhaal hoe twee zussen, gescheiden door de Dodendraad, elkaar daar ontmoetten, en hoe ze daar beide geëlektrocuteerd werden door onoplettendheid. Dat is nu echt niet meer voorstelbaar. Een beetje electricien draait zijn hand niet meer om voor 2.000 volt.

Gereconstrueerde Dodendraad

Na twee nachten onder dakpannen te hebben geslapen, werd het weer tijd om ons tentje op te zetten. Nu is het sowieso niet een gebied met een mega hoge campingdichtheid, maar het routeboekje geeft ook niet alle campings weer. Zo zagen we onderweg naar ‘onze’ camping de ongeregistreerde mini-camping de Korenschoof. Onze mini-camping Het Ven is een zeer nette boerencamping langs de route. De camping heeft een nat weer faciliteit, een aantal picknick tafels en aardige eigenaren die ons een waslijntje onder hun afdak aanboden.

De hele dag was het droog gebleven, maar tussen 6 en 7 uur kwam er toch nog een flinke bui naar beneden. Dus werd het koken onder het afdakje en eten in de overdekte leefruimte. Prima oplossing zo.

Verhaaltjes typen gaat een stuk makkelijker als je droog zit. Op de achtergrond de Garmin aan de oplader en in het midden de vermaledijde Zaanse Frietsaus bus.

De plekken op Het Ven zijn van kunstgras. Dat zal inmiddels wel vaker voorkomen, maar voor ons was dit de eerste keer. Vanuit praktisch oogpunt snap ik het wel, maar vanuit beleving is het een beetje een afknapper. Maar alles wat nieuw is, moet je proberen. Dus wilde ik onze tent pontificaal op het stuk aan ons toebedeeld kunstgras zetten. Leuk bedacht, alleen had ik buiten een laag puin onder het kunstgras gerekend. Mijn harinkjes kwamen daar niet doorheen. Dus toch maar weer een stuk onvervalst gras opgezocht.

MSR tent weigert op kunstgras opgezet te worden