Max elevation: 244 m
Min elevation: 209 m
Total climbing: 125 m
Total descent: -122 m
Total time: 05:33:29
”Lucky bastards”, geluksvogels zijn we op deze dag met pech. Het had zoveel vervelender kunnen zijn, maar dat is het niet geworden.
We waren niet vroeg weg vanochtend, omdat we de tent nog wat wilden drogen in de ochtendzon. Er was bewolking en zelfs regen voorspeld aan het einde van de dag en dan wil je niet met een kletsnatte tent zitten.
We keken vluchtig of er al beweging zat in de hangmat van onze ‘Digitale Nomade’. Dat is niet een naam die wij verzonnen hebben voor onze tijdelijke buurman. Zo heeft hij zichzelf geïntroduceerd bij ons. Hij is op weg naar Thailand en heeft zich overal uitgeschreven zodat hij nergens belasting hoeft te betalen. Daar was ie gisteravond nogal trots op. Voor zover ik heb kunnen begrijpen was hij online coach van het een of het ander. En met het geld dat hij bij elkaar ging brengen met zijn trip ging hij in de buurt van Dusseldorf een community beginnen. Dat was wel het punt waar we zijn afgehaakt, want wij voelden een sociale druk tot sponsoring opkomen. Wij betalen wel belasting. Dus de met belastingcenten betaalde weg waarop hij rijdt, mag hij als onze sponsoring beschouwen. ‘Namasté‘.
De route van vandaag was eigenlijk gewoon mooi. Geholpen door het zonnetje reden we door een smaller Donaudal met veel te zien, voldoende HoReCa afleiding en degelijke supermarkten met lekkere lunchbroodjes.
Weliswaar vlotte het niet zo door de fikse tegenwind, maar dat deed niets af aan de prachtige omgeving. Ook verschenen er op de bergen weer een aantal bijstandshutjes van landheren en geestelijken.
Zo ook in Melk. Rare naam voor een stad, maar het is wat het is. Daar hebben ze blijkbaar zo iets opzienbarends gebouwd dat vele Donaubootjes een reden zagen om aan te meren en de opvarenden de kade op te zwiepen. Al dan niet voorgegaan door een mevrouw met vlaggetje en wat uitleg in het Amerikaans of het Mandarijn.

De groep Chinezen waren niet de eersten die verwonderlijk keken naar onze lunchsituatie. Wij hadden een prima bankje geconfisqueerd met een stukje grasland daarnaast. Dat stukje gras – in de zon – was onze droogweide voor de tent, zodat ook de laatste druppels vocht de tent konden verlaten. Ergens realiseerden we ons wel dat we er niet heel veel anders eruit zagen dan onze digitale nomade in zijn hangmat. Een beetje treurig stel dat op een bankje een broodje kaas zit te eten terwijl ze hun natte tent droog kijken.
Even na Melk ging het mis. Op de site van de Europafietser was al aangegeven dat we door een wegopbreking op de rechteroever van de Donau tijdelijk moesten oversteken naar de linkeroever. Wij dachten met een veer, maar het bleek een brug met een verschrikkelijk steile opgang. Dat was wellicht de laatste druppel voor mijn fiets. Midden op de brug heb ik nog een foto gemaakt van wederom een pauperpaleisje op de berg maar toen ik weer opstapte draaide alles door. Alsof mijn ketting eraf lag. Maar die zat er nog om.
Een vrij korte inspectie leverde de conclusie ‘kapot freewheel’ op. In het Duits heet dat een ‘Freilauf’ en het is het ding dat ervoor zorgt dat als je trapt de kracht overgebracht wordt van je ketting op je wiel. En als je stopt met trappen dat je trappers stil blijven staan en niet als een gek in de rondte vliegen. Als dat ding stuk is, is het niet best want dat kan ik niet zelf repareren op vakantie. Ik kan misschien de cassette eraf krijgen, maar dan ben ik nog niet bij het freewheel. En als ik dat al kan demonteren, kan ik het waarschijnlijk nog niet repareren. Ik zat dus dik in de penarie.
Madeleine was alvast vooruit gefietst, want die vond de foto van het zoveelste paleis op de berg minder interessant. Inmiddels was zelfs zij een beetje ongeduldig geworden. Het duurde wel heel lang voordat ik de brug afkwam.

Beneden aan de brug waar ik Madeleine het nieuws kwam brengen, drong de mogelijke consequentie van de situatie tot mij door. Einde vakantie, met grote of kleine letter ‘V’. Woest gooide ik mijn helm een grasveldje op.

Het eerste lichtpuntje kwam snel. Ik was gestrand op 20 meter van een ‘Rad Service Station’. Een pilaar met gereedschap en een pomp waar je de meest voorkomende malaise aan je fiets mee op kunt lossen. Maar niet een kapot freewheel.
Madeleine was ondertussen in gevecht met het internet. 4G lijkt alweer zolang geleden en we zijn haar snelheid van reageren een beetje ontwend. Toch wist ze én mij tot bedaren te brengen én uit te vinden dat er 900 meter verderop een treinstation was die ons naar onze bestemming van de dag kon brengen; Krems.
Er kwamen nog een paar aardige fietsers langs die constateerden dat mijn ‘freilauf’ niet meer functioneerde en dat we het best terug naar Melk konden gaan. Drie kilometer wandelen en weer over diezelfde brug en in Melk was alleen een ‘Fahrad Verleih’ . Ik vroeg me af of die mijn freewheel issue konden oplossen.
Madeleine haar idee klonk beter. Met de trein naar Krems, waar – lang leve Google – meerdere fietszaken zaten. Het enige probleem: de trein ging over 15 minuten en de volgende dan pas weer over 3 uur.
Dus ben ik al steppend – alsof ik steeds van plan was om op te stappen, maar het dan toch niet deed – richting de ‘Bahnhof’ getogen. Die ook nog eens 50 meter boven Nieuw Donau Peil lag en alleen te bereiken was via een steile klim.
Geluk nummer 2 was dat bij aankomst op het station de trein nog keurig stond te wachten. De conducteur vonden we zittend op een bankje voor het verlaten stationshuisje. De fietsen konden mee als de tassen er maar afgehaald werden. Een minuut later vertrokken we alsnog naar Krems maar nu per trein.

Al balend keken we naar buiten waar we op een prachtig stuk langs de Donau wijnstokken tegen de heuvels aan zagen geplakt her en der doorkruist door een eenzame fietser. De fietser die ook wij hadden kunnen zijn. Het rouwproces was in volle gang en we begonnen al na te denken wat we moesten doen als…….
De dichts bijzijnde fietsenmaker in de buurt van het station in Krems is Aichinger Bicycle + Sport op 7 minuutjes lopen en dus op 4 minuutjes steppen van het station.
Bij aankomst zag het eruit als een zaak die wellicht wel iets kon met mijn probleem. Al zei de heer Aichinger wel ‘Oei’ toen hij het euvel zag. Hij begon onmiddellijk kransjes te tellen en de bandenmaat te noteren. Hij liep de zaak in en riep iets dat klonk als “Gabben wier oine saxundzwanziger mit oine neuner shimono.”
Geluk nummer 3 was dat deze zaak gewoon een klassiek 26 inch wiel met een 9 speed body had hangen. Ik kon zelfs kiezen of ik hem in het zilver of het zwart wilde hebben.

Repareren van mijn wiel was volgens doctor Aichinger nog wel mogelijk maar duur en als je ‘Freilauf’ het begeeft is dat een teken dat de rest het ook niet lang meer houdt. Een nieuw wiel dan maar.
Ik mag het van Madeleine niet teveel over geld hebben, maar een nieuw wiel plus arbeidsloon voor €113,- vind ik niet veel. Alles klaar in 20 minuten. Ik heb de mannen maar een onhollandse fooi gegeven.
Ik kon weer fietsen. Hoewel dat vrij gebruikelijk is op een fietsvakantie voelde dat nu als een bevrijding. We konden gewoon de Vakantie – ik ga het alvast maar met een hoofdletter schrijven – voortzetten en onze tocht naar Wenen afmaken. Wat een domper zou het zijn als je 130 kilometer voor Wenen zou moeten stoppen door een weigerend achterwiel. Daarmee bedoel ik natuurlijk dat ik moet stoppen. Met Madeleine haar achterwiel was niets mis dus die kan gewoon doorfietsen.
Ik ben even de tel kwijt, maar ik denk geluk nummer 5 was een camping met terrasje waar ze een goede Weissen schonken. Daar was ik wel even aan toe.

Het is nu bijna 9 uur in de avond, het regent nog niet, ik zit in mijn T-shirt buiten aan tafel achter een heerlijke kop oploskoffie. “Vakantie”.