Het nieuwe schakelen
Waar zijn de tijden gebleven dat als je samen aan het fietsen was en eentje moest schakelen, je even het gesprek pauzeerde omdat het geratel van het apparaat de conversatie zou overstemmen.
We rijden al lang niet meer met buiscommandeurs rond. We zijn van 1 x 5 via 2 x 10 en 3 x 11 naar 2 x 12 en zelfs 1 x 13 gegaan. Een tripel kennen we nu alleen nog als biersoort.
Ook al niet meer nieuw is het elektronisch schakelen. Al blijft dat door de prijs nog een beetje hangen bij de happy few. Inmiddels hebben alle drie de grote fabrikanten een elektronisch systeem en hebben ze er ook al behoorlijk wat verbeteringen op doorgevoerd. Uiteraard moet er ook een vreemde eend in de bijt zijn met een compleet andere visie. Rotor gaat niet elektrisch maar hydraulisch. Interessant.
Shimano Di2
Misschien wel de standaard in elektronisch schakelen is de Di2 van Shimano. Shimano was ook de eerste die met een elektronisch schakelsysteem kwam en heeft sindsdien niet stilgezeten. Ondanks dat het draadloze van de SRAM eTap een voordehand liggende keuze zou zijn voor de Japanners om ook door te voeren, zijn ze toch een ander pad opgegaan.
The Sequential sychro shift functie is denk ik wel een belangrijke stap voorwaarts in het schakelen met een derailleur. Je hebt 2 bladen voor met 11 kransjes achter. De Di2 zoekt bij het schakelen zelf wel uit wat de volgende combinatie moet zijn. Zo schakel je naadloos door de 22 versnellingen heen. Hoewel dat (feitelijk minder dan 22 zal zijn, omdat je de uiterste verzetten groot voor/groot achter en klein voor/klein achter liever niet hebt. Je kunt dan 1 hendel instellen om op te schakelen en 1 hendel om af te schakelen. Dat is best wel gebruiksvriendelijk.
Voor de rest heeft Shimano haar best gedaan het irritant lelijke Di2 kastje netjes weg te werken in ofwel het stuur, ofwel het frame. Klein detail, maar als je 10 ruggen uitgeeft aan een Pinarello, dan wil je niet een ‘kastje’ onder je stuurpen hebben hangen.
Een setje Dura Ace Di2 kost toch al snel €2.000,-. Dat lijkt een hoop geld, maar wacht maar tot je de prijzen van de concurrent hoort.
Campagnolo EPS
Campagnolo kon natuurlijk niet achterblijven bij Shimano en dus zijn zelfs de Italianen overstag. Dat lijkt niet echt van harte, want ze hebben helemaal niets toegevoegd aan het concept van Shimano. Behalve dan de typische Campagnolo hendels met 1 achter de remhendel en 1 aan de binnenkant van shifter. Wat wel kan is dat je zelf functies aan de schakelaars kunt hangen. Zo kun je de EPS hetzelfde laten schakelen als de SRAM eTap. In onderstaand filmpje legt de ‘chief engineer’ heel charmant uit wat ze in Italië bedacht hebben.
Nou is dat een beetje flauw, want dat filmpje komt uit 2011. Let bijvoorbeeld op die enorme unit die op het frame gemonteerd is. Dat is bij de huidige versie wel verbeterd. Misschien is een filmpje van een Zuiderbuur een betere graadmeter.
Een setje Campagnolo Super Record EPS kost een schamele €3.699,-
SRAM eTap
Waar de meesten denken dat Campagnolo een beetje achter de feiten aanloopt, is het toch echt SRAM die als laatste van de grote drie met een elektronisch schakelsysteem komt. De eTap is dan wel direct het meest geavanceerd van de drie, want het is het enige draadloze systeem.
De shifters hebben via een door SRAM zelf ontwikkeld communicatie protocol contact met de derailleurs. Ze spreken overigens ook ANT+. SRAM heeft de traditionele manier van schakelen met een grote en kleine hendel aan iedere shifter losgelaten. Iedere shifter heeft slechts 1 hendel om te schakelen. Rechts is naar kleiner blad achter en links is naar groter blad achter. Door op beide hendels te drukken shakel je het voorblad op en neer. Dat zal wel even wennen zijn.
Het draadloos schakelen heeft ook als voordeel dat je ook elders op je fiets schakelaars kan zetten om te schakelen. Zo kun je makkelijk schakelaars aanbrengen op een triathlon stuur of bovenop je racestuur, voor als je vaak met je handen bovenop het stuur fietst.
Beide derailleurs hebben een batterij die makkelijk te verwisselen is. Je kunt zelfs een reserve batterij meenemen. Ook zijn de accu’s onderling tussen de derailleurs uitwisselbaar. Nadeel is dat iedereen hem eraf kan halen. De SRAM Red eTap groep kost slechts €2.499,- compleet met crank.
SRAM AXS
Bij SRAM maken ze het dan weer complex – maar wel leuker – door de term AXS (spreek uit als Access) toe te voegen. AXS lost het probleem op dat je niet zomaar onderdelen uit verschillende eTap groepen kunt uitwisselen. Je kunt je 11 speed RED eTap dus niet mixen met de 12-speed componenten. De versie met AXS kan dat wel, doordat het allemaal dezelfde taal spreekt.
Met AXS kun je een bluetooth verbinding leggen met je telefoon en daarmee met verschillende apps. Met de AXS app kun je verschillende instellingen van je setup veranderen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat het schakel systeem net zo werkt als de Sequential Synchro Shift van Shimano. Dus alle logische versnellingen oplopend achter elkaar en laat je systeem maar bepalen welke combinatie van voor- en achter derailleur daar voor nodig is.
De ‘oude’ systemen met eTap, zonder AXS zijn ook gewoon leverbaar, dus dit kan wel wat verwarrend werken.
Rotor UNO
De UNO groepset van Rotor is niet elektrisch maar hydraulisch. Volgens Rotor geeft dat het ‘gevoel’ van mechanisch en de souplesse van elektrisch schakelen. Ook claimt de fabrikant dat de UNO onderhoudsvrij is, omdat je geen kabels meer hebt waar vuil in kan komen en ook geen batterijen hoeft op te laden. Moet natuurlijk het hydraulisch systeem niet lek raken. Onderstaande filmpje laat wel zien dat schakelen met de UNO extreem soepel gaat. Let ook op de snelheid van terug schakelen (lichter verzet, dus groter blad achter). Best indrukwekkend. Indrukwekkend is ook de prijs van €2.499,95 voor de set en dan heb je er nog niet eens een crank bij.
Het middensegment
Genoeg over de high-end modellen met prijzen waar je makkelijk 2 fietsen voor kunt kopen. Laten we eens kijken naar de verschuivingen die plaatsvinden in het middensegment. Zeker sinds de Coronacrisis wordt er steeds meer gefietst en mijn lokale fietsenmaker geeft aan dat hij geen omzetdaling ziet in het sportievere segment. Maar als je begint met fietsen, dan ga je meestal niet naar de winkel om een Pinarello met Dura Ace Di2 te halen. De meesten zullen uitkomen op een fiets van tussen de €1.000,- en €2.000,-. Dat is dan het middensegment.
Een beetje kort door de bocht gezegd, koop je voor €2.000,- een carbon fiets met Shimano 105 of een alu fiets met Ultegra. Dan hebben we het wel over merken zonder een speciaal ‘espresso’ gevoel. Wil je de Lavazza bonen kunnen ruiken en de Toscaanse wind kunnen voelen, dan mag je daar een paar honderd Euri bij optellen. Maar vergis je niet, onze Santa Cruz vrienden uit Californië weten ook heel aardige prijzen te rekenen voor een ‘Surfer Dude’ imago.
Shimano 105, de nieuwe standaard
Fietsen is een lifestyle. Dat merk je wel als je met verschillende fietsers praat. De één kiest voor een Duitse fiets met een onopvallend zwart design en een Shimano groep, de ander kiest voor een Celeste groene Italiaan met een groepset uit hetzelfde land en noemt het ‘een fiets met emotie’.
Het is niet aan mij om daar een oordeel over te vellen, maar wel bespeur ik een verschuiving in de markt. Zo is het Duitse Canyon op dit moment heel hip en hebben ze inderdaad ook fietsen met een opvallend design. Een Duitser met emotie, het moet niet gekker worden.
Zo is ook Ultegra langzaam maar zeker zijn koppositie aan het kwijtraken. Niet aan een SRAM of Campagnolo groepset, maar aan zijn kleinere broertje, de 105.
Iedereen met een beetje verstand van fietsen geeft aan dat de nieuwe 105 groep net zo goed is als de Ultegra. Het schakelt net zo soepel en is gebleken ook duurzaam te zijn. Als ik dan toch een minpuntje moet aandragen, dan zouden het de remschijven zijn. Ik zie daar nog wel een verschil in gebruikte techniek, waar er bij de Ultegra groep duidelijk meer aandacht is voor de koeling van de schijven. Let daarbij in de onderstaande afbeeldingen op de rotorbals constructie van de Ultegra remschijf. Niets houdt je overigens tegen om je 105 schijfremmen te vervangen door een paar Ultegra schijfjes. Behalve je portemonnee misschien.
Ook heeft de nieuwe 105 de ‘looks’ van de Ultegra meegekregen. De een vindt het mooi strak, de ander vindt het lomp en verlangt terug naar de ranke Campagnolo Record crank. Smaken verschillen. Het enige meetbare verschil is de ongeveer 200 gram dat de 105 groep zwaarder is. Zeker als het merendeel van je fietstochten door het vlakke Nederland voeren, is een verschil van 2 ons verwaarloosbaar en zal je ook met 105 remmen geen enkel nadeel ondervinden ten opzichte van de Ultegra variant.
Dus waarom nog een Ultegra? Goede vraag. Het zou me niet verbazen als Shimano de Dura Ace groep blijft positioneren als dé groep voor pro’s. Met de Ultegra zullen de Japanners zicht richten op de fanatieke amateur die elektronisch wil schakelen en de 105 wordt de standaard voor de fanatieke amateur die uit de voeten kan met een mechanisch schakelsysteem.
Shimano GRX
Sinds kort, maar nogal aan de late kant, is Shimano met een speciale serie groepsets voor gravelbikes gekomen. Deze gaan onder de naam GRX. Nu zijn niet alle onderdelen uit de GRX groep nieuw. Zo zit er op mijn gravelbike al een RX achterderailleur. Dezelfde derailleur als ook in de GRX groep zit. Ik heb echter nog een Praxis crank, omdat Shimano in die tijd alleen nog een Ultegra crank met 50/34 voorbladen kon leveren.
Als je een gravelbike wilt kopen en je ziet dat er een GRX groep op zit, dan weet je eigenlijk nog niets, want GRX komt in 3 versies: RX400, RX600 en RX800/RX810. Je mag dat ongeveer vergelijken met een 105, Ultegra en een Dura Ace. Dus nog even goed de kleine lettertjes lezen om te zien om welke groep het echt gaat.
Ook is het verstandig de verhoudingen van kettingbladen en kransjes te checken. Daar heeft Shimano nogal wat verschillen mogelijk gemaakt. Van een 1 x 11 met 40 of 42 voor, tot een 2 x 10 met een 46/30 voor.
Voor het echte gravelwerk is een enkel voorblad aantrekkelijk. Hoe minder bewegende delen, hoe beter. Ik gebruik mijn gravelbike echter ook als ‘klimfiets’ en dan geeft een dubbel meer mogelijkheden.
Dan is de vraag wat je nodig hebt. Ik rijd het liefst met een trapfrequentie (cadans) tussen de 90 en 100 slagen per minuut. Dat betekent dat ik met mijn beperkte talent een best klein verzetje nodig heb om de berg op te komen. Op mijn Aero fiets zat standaard 52/36 x 11/28. Dus dan is het kleinste verzet 36×28.
Klein rekensommetje
- Mijn kleinste versnelling = 1,86 (36/28)
- De omtrek van een racefiets wiel = 2,1 mtr. (standaard 28”)
- Afgelegde afstand per omwenteling = 2,1 x 1,86 = 3,9 mtr.
- Bij een trapfrequentie van 100 rpm rij ik dan 100 x 3,9 X 60 = 23,4 km/u
- Bij een trapfrequentie van 60 rpm rij ik 60 x 3,9 x 60 = 14 km/u
Als ik een helling tussen de 9% en 11% oprijd, rij ik niet harder dan 12 km/u en dan moet ik nog flink mijn best doen. Aan het einde van de dag kan het ook zomaar zijn dat ik niet boven de 9 km/u uitkom op dit soort steile stukken.
- Bij 12 km/u heb ik dan een trapfrequentie van 51 rpm.
- Bij 9 km/u heb ik een trapfrequentie van 38 rpm.
Nu zijn de geleerden het niet helemaal eens wat de meest ideale trapfrequentie bergop is, maar de ondergrens ligt wel bij 60 rpm. Dan blijkt dat ik via bovenstaand rekensommetje niet het juiste verzet bij me heb. Of natuurlijk gewoon te weinig talent.
Als ik er vanuit ga dat ik niet onder de 9 km/u grens zak, dan kan ik het kleinste verzet uitrekenen dat ik nodig heb.
- Bij een trapfrequentie van 60 rpm en een snelheid van 9 km/u haal ik met 1 omwenteling 2,5 mtr (9.000 mtr / 60 min / 60 rpm).
- Dan is mijn benodigde versnelling dus 1,19 (2,5 / 2,1)
- Dan komt een tandwielverhouding van 34×28 (=1,21) heel aardig in de buurt, maar een 36×30 (=1,2) kan ook.
En dan maar hopen dat je niets boven de 11% tegenkomt. Een beetje marge kan daarom geen kwaad. Als je dan bedenkt dat er op de standaard Ultegra voor niet een kleiner blad dan 34 past en mijn korte kooi achter niet meer dan 28 aankan, dan snap je dat dit voor mij in de bergen erg krap is.
Voor simpele laagland amateurs zoals ik die regelmatig fietsen, is het niet onverstandig om bij een racefiets een 1:1 verhouding (versnelling = 1) de bergen mee in te nemen. Dus bijvoorbeeld een 30×30 of een 32×32. Op mijn gravelbike is mijn kleinste verzet 32×34 (versnelling = 0,94). Dat zou voor mij dus ruim voldoende moeten zijn om elke berg op te kunnen.
Andersom gerekend is het zwaarste verzet op mijn gravelbike 48×11 (versnelling = 4,36). Dat betekent dat als ik 40 km/u wil rijden, mijn trapfrequentie 72,8 rpm is. Bij 50 km/u is dat 91 rpm. De keren dat ik op vlak gedeelte boven de 50 km/u ga, zijn op 1 hand te tellen. Dus dan geldt alleen dat ik bergaf boven een snelheid van 60 km/u (= 109 rpm) een probleem krijg om dit bij te houden met trappen.
Na al dit rekenwerk, terug naar de techniek. Shimano geeft ook aan dat de GRX shifters beter afgestemd zijn op het off-road rijden. Ik heb nog de ‘ouderwetse’ versie van de Ultegra shifters met hydraulische remschijven. Die zijn zo lomp dat je voldoende grip hebt. Ik kan me wel voorstellen dat de veel elegantere nieuwe Ultegra shifters minder grip bieden bij het off-road rijden.
Wat ik me nog steeds afvraag is of elektronisch schakelen en off-road wel zo goed samengaan. Ik rijd heel vaak met mijn vingers bij de hendels. Dat zit gewoon lekker en ik heb mijn vingers dan bij de rem en dat voelt veilig. De schakelaars van mijn Di2 zijn behoorlijk gevoelig en ik kan me voorstellen dat ik bij iedere hobbel ‘per ongeluk’ zou schakelen. Ik heb dit op mijn racefiets al een paar keer gehad met wortels onder het fietspad. Ik moet er wel bij zeggen dat dit alleen gebeurde als ik aan het remmen was.
SRAM vs Shimano vs Campagnolo
Alle drie de grote fabrikanten hebben een vergelijkbare range in hun aanbod. Zeker in het hogere segment zal het verschil tussen het een en het ander steeds lastiger meetbaar zijn. Wel zie je in het elektronisch schakelen en in de gravel series een verschil van inzicht. Zo heeft Campagnolo geen aparte gravel serie, heeft SRAM als enige een fly-by-wire (draadloos) schakel systeem en is Shimano uniek met zijn Sequential Synchro Shift systeem.
Wel is er een duidelijk verschil in prijs tussen met name Campagnolo aan de ene kant en SRAM en Shimano aan de andere kant. Je moet wel heel erg van het ‘espresso’ gevoel houden om nog voor de Italiaan te kiezen. Ook zijn de groepsets van Campa zwaarder dan die van Shimano of SRAM.
Dan blijft nog het imago over. Shimano blijft toch een beetje een suf Japans high-tech merk dat ook hengels verkoopt. SRAM is vooral bekend in de hippe gravel community als een Amerikaans bedrijf met een hoog ‘surfer dude’ gehalte. Campagnolo is het merk met emotie en traditie. Op een mooie Italiaanse fiets kunnen alleen maar Campa onderdelen zitten. Waar een fiets afgemonteerd wordt met Shimano, wordt een fiets ‘verrijkt’ met Campagnolo.
Merk | Instap | Instap | Starter | Performance | High-End | Pro |
Simano | Claris | Sora | Tiagra | 105 | Ultegra | Dura Ace |
SRAM | S-Serie | Apex | Rival | Force | Red | |
Campagnolo | Centaur | Chorus | Record | Super Record |
Om zelf een overzicht te maken van je versnellingen, vind je hier een simpele Excel die dat voor je doet. Klik op het voorbeeld om de Excel te downloaden.
Indoor trainer apps: FulGaz vs Kinomap
Toen ik begon met indoor trainen heb ik eigenlijk meteen voor Zwift gekozen. Er waren namelijk simpelweg nauwelijks alternatieven. Zeker met mijn spartaanse, simpele setup: een ouderwetse trainer “zonder stekker” waarbij de weerstand wordt opgewekt door mijn achterwiel op een soort van vliegwiel-rollertje te drukken. Zelf de weerstand aanpassen met een hendeltje. Ik gebruik een speedsensor op mijn achterwiel, gekoppeld aan mijn laptop, zodat de snelheid naar Zwift wordt gestuurd. Zwift is zeer volwassen en kan zo’n beetje alle indoortrainers en speed/cadans/hartslag/vermogens-sensoren detecteren en het werkte bij mij meteen.
Zwift is volledig gesimuleerd, een game-omgeving waarin idereen een avatar heeft en waarin je tegen en met anderen kan fietsen. Het ziet er mooi uit, maar eerlijk gezegd heb ik er niet zoveel mee. Daarnaast vind ik het nogal prijzig. Wat ik zoek is de beleving van buiten, met een video van een echte omgeving waarin ik lekker in m’n uppie kan fietsen. Op zoek naar een alternatief kwam ik twee zeer interessante apps tegen: FulGaz en Kinomap. ik mocht van Marc zijn Tacx smart trainer lenen en ben met de apps aan de slag gegaan.
Video op een schermpje?
FulGaz en Kinomap zijn beide apps voor tablets of smartphones waarmee je gekoppeld aan je indoor trainer routes kan fietsen door het afspelen van videos. Echte beelden dus van bestaande wegen over de hele wereld. De video’s worden dus getoond op je ‘device’: een smartphone of tablet. Op je telefoon is de beleving dan beperkt vanwege het kleine scherm. Wil je een groter scherm gebruiken zoals een laptop of een TV, dan zijn er voor Apple-apparaten twee mogelijkheden: via AirPlay het beeld naar een AppleTV sturen, of aansluiten met een kabeltje aan je Mac en met QuickTime het beeld dupliceren. Zie de linkjes onderaan. Voor Kinomap is er nog een andere mogelijkheid: door het scannen van een QR-code op de Kinomap website wordt de video via je browser op je PC of laptop getoond. Je smart-apparaat fungeert dan enkel als dashboard.
Veel keus
In beide apps heb je keuze uit vele videos over de hele wereld. Een kwestie van bladeren, selecteren en gaan… De apps bieden hun eigen manier van selecteren, zoeken en bewaren van favoriete routes. Beide apps tonen in het overzicht hoe lang de route is en de hoogtemeters. Ik vind de FulGaz interface wat overzichtelijker. Die toont ook informatie over de resolutie van de video.
Streamen of downloaden?
Ook kan je bij beide kiezen of je de video wilt streamen via internet of dat je hem downloadt op je apparaat en daarop afspeelt. Dat kan nuttig zijn als de video’s haperen bij streaming via internet als je apparaat wat ouder is (zoals bij mijn iPad) of bij een slechte verbinding. Beide apps bieden drie mogelijke kwaliteiten: SD, HD, Full HD. Ook kan je instellen of je wilt afspelen op de ware snelheid (gelijk aan waarmee de video is opgenomen) of dat je de snelheid wilt laten afhangen van hoe hard jij trapt op je smart trainer.
Dashboard
De informatie op het scherm bij het fietsen wordt logischerwijs altijd in landscape weergegeven; dat is immers voor video gebruikelijk. Beide apps tonen de nodige info: vermogen, snelheid, tijd, afstand en (heel handig) hellingspercentage, inclusief wat er komen gaat aan helling. Kinomap toont ook een kaartje waarop je in kan zoomen. Handig, maar geen noodzaak. FulGaz’s dashboard is wat eenvoudiger, maar beide tonen alle nodige informatie op een overzichtelijk manier. Verder zie je bij Kinomap ook andere fietsers op je kaartje én in iets wat een Scoreboard heet. Ik snap de bedoeling hier niet van; je ziet de spelers natuurlijk niet in de video, en het kaartje wordt mijns inziens hier alleen door vervuild waardoor de uitgezoomde variant volkomen nutteloos wordt.
Connectiviteit
Er zijn in principe twee verbindingsmogelijkheden om je trainer en sensoren aan je apparaten te koppelen: ANT+ en Bluetooth. Niet alle apparaten en sensoren ondersteunen echter beide. Dus wel even checken van tevoren. Daar komt nog bij dat iOS apparaten alleen Bluetooth aankunnen. Voor Android heb je dongles waarmee je ook ANT+ signalen op je smartphone kan ontvangen. Het verbinden met trainers en sensoren is bij beide apps met Bluetooth in elk geval geen probleem.
Ik heb zelf een iPhone, dus ANT+ is geen optie. De Tacx smart trainer die ik gebruikte kan Bluetooth en ANT+ aan en werd direct herkend door de apps. De terugkoppeling naar de trainer (zwaarder als het omhoog gaat) werkte prima.
Connectie met Strava
Met FulGaz is dit een makkie. In de app vind je onder instellingen al snel een oranje Strava-knop. Dit werkt ook als je een proefabonnement hebt, ook al kom je dan eerst op de FulGaz ‘subscription’ pagina met de prijzen. Na even zoeken vind je opties om te verbinden met andere platforms zoals Strava. Daarna wordt elke activiteit naar Strava geüpload.
Bij Kinomap is het ook mogelijk om activiteiten automatisch naar Strava te uploaden, maar dit werkt alleen voor betaalde abonnementen. Bij mijn gratis probeerversie moest ik eerst op de site de gpx downloaden (met een vreselijk onhandige naam) en weer naar Strava uploaden.
FulGaz en Kinomap: is er eigenlijk wel verschil?
Tot zover zit er tussen de apps weinig verschil. In mijn setup heb ik gezorgd voor zo weinig mogelijk verstoring: de video’s heb ik op mijn iPhone8 gedownload en dus daarop afgespeeld. Dus geen streaming video via WiFi. Daarbij was mijn iPhone met een kabel direct verbonden met mijn MacBook waarop ik het beeld dupliceerde. Voor de zekerheid heb ik de video’s in de laagste resolutie gedownload.
Wat mij vooral opviel was dat het beeld van FulGaz heel rustig oogde, de beelden lopen vloeiend. De video loopt ook synchroon met de helling van het terrein. Anders gezegd: als in de video de weg omhoog gaat lopen, merk je direct dat je zwaarder gaat trappen (en je ziet het ook in het percentage op het dashboard). Hetzelfde geldt voor het moment dat je op de top van een klim bent. De connectie met de trainer zit dus wel goed. De video vertoonde bij mij geen haperingen. Ik had een route van 18km in de V.S. met heuvelachtig terrein. Aan het einde van de route vloeide de video over naar een andere plek, daarna speelde de video ongeveer 10 seconden supersnel af. Het ziet er vooral grappig uit als je fietsmaatje in de video met een cadans van over de 200 aan het trappen is, maar realistisch is het niet. Daarna liep de video weer normaal.
Bij Kinomap was mijn ervaring helaas anders. Het beeld leek niet te kloppen met de waarde voor de helling op het dashboard. Zodra de hellingwaarde toenam, merkte ik dat wel meteen in de benen, maar het beeld klopte daarbij dus niet. Het gevolg is dat je heel rustig op een hekje komt afrijden (terwijl je lekker doortrapt) en dat het beeld 10 meter vóór het hekje plotseling enorm versnelt (omdat ná het hekje de weg licht daalt). Wel even schrikken, maar vooral een vreemde ervaring. Verder versnelt en vertraagt het videobeeld elke paar seconden. In het begin merkte ik het niet, maar na verloop van tijd begint het echt te storen.
Kosten
- FulGaz €11 p/mnd of €98 p/jr
- Kinomap €10 p/mnd of €80 p/jr of €199 lifetime
- Zwift €15 p/mnd
Aanvulling: Fietsen met een Virtual Reality bril?
Met een VR bril wordt je volledig ondergedompeld (immersion) in de virtuele wereld. Je kan dan volledig rond kijken in de wereld waarin je fietst door gewoon je hoofd te draaien zoals je normaal zou doen. Hierdoor wordt je beleving nóg intenser, nóg echter. Zeker voor een platform als Zwift zou dit een flinke meerwaarde bieden; je kan in een race dan letterlijk om je heen en achter je kijken om te zien wat iedereen doet en op tijd reageren voor een demarrage bijvoorbeeld. Zwift is hier al mee bezig geweest in 2013 toen het nog maar net was ontwikkeld, maar heeft het nooit tot volwassenheid ontwikkeld. Maar ook voor apps waarin een video wordt afgespeeld kan dat natuurlijk een veel intensere beleving geven. Wel moet de video dan in 360 graden zijn opgenomen zodat je de hele omgeving kan bekijken door je hoofd te draaien. Ik heb deze voor fiets-apps nog niet gezien.
Op internet zijn wel voorbeelden te vinden van hobbyisten die een VR-achtige oplossing hebben gemaakt, maar hier worden niet altijd de hoofdbewegingen meegenomen. Je ziet dus wel een 3D omgeving, maar je kunt niet rondkijken. Zwift heeft een mogelijkheid om het hele dashboard in 3D weer te geven (zie de link onderaan over Zwift Insider), maar ook hier worden de hoofdbewegingen nog niet meegenomen. Het idee is dat je een 3D-bril gebruikt zoals in de bioscoop.
Dan is er het grote praktische nadeel: zweet! Als je indoor traint dan heb je normaal gesproken al een aardige ventilator (of 2) nodig om het enigszins uit te kunnen houden. Zelfs in mijn schuur in de winter (geen verwarming) doe ik een ventilator aan als ik warm ben gedraaid. Met een VR bril op kan de lucht niet circuleren rond je gezicht en dat kan oncomfortabel zijn. Er zijn mogelijkheden om ventilatoren bovenop de VR bril te monteren voor luchtstroom, maar daar moet je dus wel voor aan de knutsel en ik vraag me af of het voldoende helpt. Een bandana kan sowieso helpen tegen zweet in de ogen (die gebruik ik standaard) maar er zal zeker ook vocht ín de bril ontstaan. De zachte randen van VR brillen zullen wel wat kunnen absorberen, maar zijn niet gemaakt voor intensieve en langdurige inspanningen. Die randen zijn meer gemaakt voor het draagcomfort. Daarnaast vraag ik me af of de standaard brillen goed bestand zijn tegen zout en hoe lang ze daar tegen kunnen voordat de boel het begeeft. Kortom: er zal mijns inziens voor intensief sporten een speciale uitvoering van de VR bril moeten komen die deze problemen niet heeft. Wel lees ik dat er bijvoorbeeld zgn ‘face foam designed for sweat’ zijn die je online zou moeten kunnen kopen.
Nog een ander punt dat aandacht vergt: Motion sickness. In de simulatiewereld is al heel lang bekend waar je op moet letten om dit te voorkomen, maar met fietsen op een indoortrainer treedt een apart effect op: als je een bocht maakt -zeker in een afdaling- gaat je Zwift-avatar (je virtuele ik) schuin door de bocht, terwijl je fiets fysiek natuurlijk gewoon rechtop blijft staan. Dit kan voor sommige mensen een probleem vormen en kan maken dat ze misselijk worden. Dit hangt veelal van de persoon af, maar Zwift zou hier misschien iets voor moeten doen door de keuze te bieden of je avatar in VR meebeweegt of niet.
Tot slot zijn er nog de kosten van een VR Setup. Heel erg duur zijn die dingen tegenwoordig niet meer, maar je bent al snel €300 lichter en dat zal toch wel een drempel zijn bij velen.
Zelf verwacht ik dat Zwift hier over een aantal jaren wel mee zal komen. Of het ook op andere apps mogelijk zal worden, betwijfel ik. Dan zal je dus voorlopig zelf aan de slag moeten met apparatuur en programmatuur.
Links
Hoeveel kilometer rij jij al op je banden?
Net als bij een auto moeten er bij een fiets af en toe onderdelen worden vernieuwd. Banden, ketting, remblokken en tandwielen slijten nu eenmaal. Om te bepalen of je onderdelen aan vervanging toe zijn, moet je ze regelmatig controleren. Het kan daarbij ook helpen om bij te houden hoe lang en hoeveel km ze al meegaan. Voor dat laatste biedt Strava een aardig hulpmiddel.
Strava
In Strava vind je onder je profielfoto onder settings je materiaal (‘My Gear’). Hier kan je je fiets (of meerdere) invoeren. Als je dat hebt gedaan, houdt Strava precies bij hoeveel km je per fiets hebt gereden. Je moet hiervoor natuurlijk wel per rit aangeven met welke fiets je dat hebt gedaan. Gelukkig biedt Strava een default instelling waar je je meest gebruikte fiets kan aangeven. Die wordt dan standaard ingevuld als je een rit heb geüpload. Handig!
Maar er is meer. Je kan namelijk ook per fiets de verschillende onderdelen gaan bijhouden. Dit biedt je bijvoorbeeld de mogelijkheid om te zien hoeveel km je banden of je ketting inmiddels al hebben gedraaid. Maar ook andere onderdelen kunnen zo worden gevolgd. Om onderdelen in te voeren klik je op je fiets en dan op de knop ‘Add Component’. Je moet aangeven welk onderdeel je wilt invoeren en vervolgens kan je extra informatie erover kwijt. Geef vooral aan vanaf welke datum je het onderdeel al gebruikt. Dit gebruikt Strava namelijk om te bepalen hoeveel km er mee is gereden.
Als je dit hebt ingesteld voor je belangrijkste onderdelen, kan je eenvoudig zien hoe lang ze inmiddels al meegaan en kan je dit mede gebruiken om te bepalen of ze aan vervanging toe zijn. Dit werkt ook als je de onderdelen pas later toevoegt (de datum is bepalend).
Als voorbeeld: Mijn ketting vervang ik zo tussen de 3000 en 5000km. Dit doe ik vooral om slijtage aan mijn tandwielen te beperken. Ooit heb ik 12000km met een ketting gereden. Op zich prima voor wat betreft de ketting, maar de kettingbladen waren toen zó versleten door het langzaam uitrekken van de ketting dat ook die vervangen moesten worden.
De enige voorwaarde voor al dit moois is dat je Strava gebruikt (dit kan gewoon met de gratis versie) en al je ritten daarnaartoe upload.
Helaas zijn er ook beperkingen. Zolang je je onderdelen vervangt en niet van plan bent ze weer te monteren, hou je een mooi overzicht van de status van al je onderdelen. Maar dat wordt lastig als je 2 setjes wielen of banden hebt die je regelmatig wisselt. De ‘oude’ set wordt na toevoegen van het nieuwe onderdeel namelijk ‘retired’ en kan niet later weer op actief worden gezet. Ook kun je -als workaround- niet meerdere onderdelen van hetzelfde soort toevoegen, zoals 2 voorbanden. Verder tellen virtuele ritten gewoon vrolijk mee voor wat de banden betreft, terwijl die dan juist niet gebruikt worden (of hooguit een trainingsband als je die gebruikt). Als je veel Zwift zul je dus telkens moeten compenseren voor het aantal kilometers, en dat is niet handig. Een klein minpunt is dat je niet -net als bij schoenen- een alarm kan instellen (“geef me een seintje als ik meer dan 5000km met een band heb gereden”). Je moet dus zelf actief regelmatig de status checken.
Ondanks de nadelen is het een aardig hulpmiddel, vooral omdat na het toevoegen van elke activiteit alle gegevens automatisch worden bijgewerkt. Wil je verschillende sets banden of cassettes bijhouden (ik denk dat dat de enige onderdelen zijn waarbij je dat zou willen doen), dan zal je dat voorlopig zelf moeten doen. Bijvoorbeeld door je 2e setje wielen apart in een eigen lijstje bij te houden. Of duimen dat Strava deze feature ooit volwassen maakt.
MainTrack (iOS app)
Laatste aanvulling (3 feb 2020): Er is een app -vooralsnog alleen voor iOS- ‘mainTrack’, die alles lijkt te hebben waar je bij Strava tegen problemen aanloopt. De app synchroniseert je Strava data zodat na elke rit de data wordt bijgewerkt. Het is dus een app waarmee je direct op je telefoon kan zien hoeveel km je onderdelen al meegaan. Ook kun je onderdelen afwisselen, zoals een tweede set banden die je regelmatig omwisselt op je fiets. Verder kan je voor alles en nog wat seintjes instellen. Dit vind je in de app weggestopt onder ‘Maintenance plan’. De app is erg uitgebreid en je moet wel even je weg erin vinden. Binnenkort meer.
Update 9 feb 2020
Zoeken op internet naar een handleiding van Main Track levert niets op, dus zit er weinig anders op dan installeren en zelf proberen.
Contact leggen met Strava is snel en intuïtief. De app haalt alle ‘gear’ en bijbehorende activiteiten op. Als je zelf in Strava onderdelen hebt gedefinieerd onder je fiets, neemt Main Track deze helaas niet over. Ook krijg ik het niet voor elkaar om een later in Strava toegevoegde fiets in Main Track te krijgen. Geen handleiding, dus…….???
Dan maar de onderdelen definiëren. Dat gaat op zich best handig en je kunt veel informatie en zelfs een foto van het onderdeel kwijt. Het is echter veel werk. Dus al snel bedenk je dat het verstandig is alleen de onderdelen te definiëren die je wisselt, zoals een trainingswiel, of denkt te moeten vervangen, zoals een ketting of een band. Wat ik had gehoopt is dat Main Track een database zou hebben met de break-up van de meest standaard fietsen, zodat je het niet allemaal zelf hoeft te doen. Als iemand een keer een Giant Propel heeft ‘ontleed’, dan kunnen andere eigenaren daarvan profiteren.
Een andere onhebbelijkheid is dat je eenmaal opgevoerde componenten (onderdelen) niet meer kan verwijderen. Je kunt ze wel inactief maken, maar ze blijven zichtbaar. Dus als je je een keer vergist, dan blijf je dat eeuwig zien.
Dan maar op zoek naar de functie die in Strava ontbreekt. Alarm op een onderdeel na zoveel km of een bepaalde tijd. Dat kan via een ‘Maintenance Plan’ en is eigenlijk vrij simpel aan te brengen. Je krijgt een keurig signaal als je iets dient te vervangen.
En dan de laatste truc. Een verwisselbaar onderdeel zoals een trainingswiel of schoenen die je op meerdere fietsen gebruikt. Het was even zoeken, maar het kan in Main Track. Je maakt een los component aan en zorgt er voor dat hij tot meer dan 1 fiets kan behoren (Multiple Assignments). Bij je fiets kun je dan je trainingswiel aan je fiets hangen en je gewone wiel op ‘retired’ (inactief). Als je het gewone wiel weer terugplaatst volg je dezelfde procedure, alleen andersom. Main Track telt dan netjes de kilometers die je met beide componenten hebt gemaakt.
Maar ik voel nu al dat dit veel teveel gedoe is. Elke keer als ik mijn trainingswiel voor mijn Tacx in mijn fiets zet, moet ik een wiel in de app inactief maken en een ander activeren. Lijkt me dat ik dat ga vergeten.
Wat mij betreft is Main Track een leuke, maar nog onvolwassen tool. Het kost teveel werk om alles in te voeren en wisselen van onderdelen is onhandig. De opzet moet daarvoor echt anders zijn. Bijvoorbeeld dat je in Strava kunt kiezen voor een setup van je fiets (bv. ‘Propel’ en ‘Propel training’) en dat Main Track dan wel weet dat hij de km moet optellen voor alle onderdelen en alleen het onderscheid moet maken bij het achterwiel.
Voor de echte die-hards biedt het genoeg snufjes, de simpele zielen zoals ik kunnen prima af met de Strava functionaliteit. Helaas geen signaalfunctie, maar dan kijk ik af en toe wel op de Strava site. Of ik nu 5.000 of 5.500 km doe met een ketting…….
Podcast #4 – Winter deel 2 – Poetsen
Als je thuiskomt van een rondje blubberfietsen in de kou, heb je niet direct zin om je fiets te gaan poetsen. Toch is het verstandig dit wel te doen. Ronald & Marc vertellen je waarom. Want je wilt de volgende keer ook weer Fietsen Natuurlijk !
Links:
Grafische vormgeving podcast logo door Marit
https://www.instagram.com/spaycekidd/
Studio Buurthuis De Buitenkans
http://www.debuitenkans.nl/pages/buurthuis.php
Podcast #3 – Winter deel 1 – Winterkleding
Het is winter en buiten is het koud. Spring je op je Tacx of zoek je toch de buitenlucht. Als je het laatste doet, wat trek je dan aan? Ronald & Marc bespreken het tot in detail, zodat je goed voorbereid de winterse kou in gaat, want we moeten Fietsen Natuurlijk !
Links
Elektrische sokken, handschoenen en zooltjes
https://www.lenzproducts.com/en/heating-wear.html
https://www.therm-ic.com/en/20-socks
https://www.thermopad.de
https://www.strack.ch/sohlenwärmer
Winterschoenen
https://www.fizik.com/eu_en/artica-x5.html
En de goedkopere variant
https://www.primrose-nederland.nl/verwarmde-handschoenen-c-10422_1841.html
Merino sokken
https://www.icebreaker.com/nl-nl/mens-socks/hike%2B-heavy-crew/100740.html?dwvar_100740_color=431
https://www.sportful.com/nl/men/accessories/socks/p/111952419A-002
Grafische vormgeving podcast logo door Marit
https://www.instagram.com/spaycekidd/
Studio Buurthuis De Buitenkans
http://www.debuitenkans.nl/pages/buurthuis.php
Welke band past er op welke velg?
Vroeger was alles simpel. Om een velg van een racefiets ging een 21, 23, of maximaal een 25 mm bandje. Met de introductie van de gravel bike zie je steeds bredere banden. Maar die passen niet zomaar om iedere velg. De binnenmaat van de velg is bepalend voor de breedte van de band. Deze staat op de velg, meestal aan de buitenkant. Dit wordt aangegeven met bv 17-622 of 622x17C waarbij 17mm dan de binnenmaat van je velg is. Maar je kunt het ook eenvoudig zelf opmeten met een schuifmaat. Onderstaande figuur geeft aan wat bedoeld wordt met de binnenmaat (de “inner rim width” in de figuur).
Onderstaande tabel geeft weer wat de mogelijkheden zijn qua bandbreedte. Op onze 17mm brede velg past dus een band van 25-37mm breed. Dit is conservatief ingeschat, dus aan de veilige kant. Je wilt immers niet dat je band eraf loopt midden in een ziedende afdaling.
Fietskamperen – Reparatieset
Reparatieset voor fietsvakantie met kinderen
– Binnenband 24″ voor de fiets van Jort.
– Binnenband 26″ voor de fiets van Bente en Marc.
– Binnenband 28″ voor Madeleine haar fiets.
– Fietspomp (Moet tot zeker 5 bar kunnen).
– Verloopnippel van Presta naar Dunlop.
– Verloopnippel van Dunlop naar Autoventiel.
– Verloopnippel van Autoventiel naar Dunlop.
– Noodspaak.
– Smeermiddel voor ketting en tandwielen.
– Remkabel (2x).
– Versnellingskabel.
– Doosje met inbusboutjes en moertjes + fietskettingstift.
– Lekzoeker.
– Inbusset met 3 dopmoeren.
– Isolatietape.
– Spaakspanner.
– Kettingpons.
– Plakset.
– Trappersleutel.
– Bandenlichters.
– Freewheelafnemer.
– Tie wraps.
– Tasjes voor reparatieset.
Reserve buitenband ben ik mee gestopt, omdat ik 3 verschillende maten nodig zou hebben en ik vanaf 1998 nog nooit een kapotte buitenband heb gehad.
Reserve spaken heb ik ook niet meer bij me. Ook hier omdat ik 3 verschillende maten nodig heb. Ik heb 1 keer in al die tijd een gebroken spaak gehad en toen was in 1 keer ook mijn naaf gescheurd. Had ik nog niks aan mijn reservespaak. Eigenlijk kan ik daarom mijn freewheel afnemer ook wel thuislaten. Die heb je onderweg alleen nodig om een spaak aan de kant van de cassette te zetten.
Wat ik nog niet heb, maar wel mee zou moeten nemen, is een reparatieset voor mijn hydraulische remmen.
Ik heb vanwege het gewicht geen reserveketting bij me. Als de ketting breekt (bij mij nog nooit gebeurd), maak ik hem een stukje korter. Kan ik wellicht alleen de grootste versnelling niet meer draaien. Ik heb daarom wel stiftjes en een kettingpons bij me om de ketting weer te kunnen repareren.
Bouw je oude racefiets om tot een gravel bike
Gravel bikes zijn hot. Lekker rossen door de bossen, maar met wat meer comfort dan een MTB en wat minder angst voor stukken asfalt. Maar is het echt wel zo leuk als dat ze zeggen? Als je voor niet al te veel geld het eerst wilt uitproberen, kun je natuurlijk je oude racefiets ombouwen tot een ‘wannabe’ gravel bike. Als je de tijd hebt, kun je onderstaande video bekijken. De jongens van ‘Fietsen Natuurlijk’ laten hier zien dat ook amateur fietsenmakers dit (uiteindelijk) kunnen.