Waar zijn de tijden gebleven dat als je samen aan het fietsen was en eentje moest schakelen, je even het gesprek pauzeerde omdat het geratel van het apparaat de conversatie zou overstemmen.
We rijden al lang niet meer met buiscommandeurs rond. We zijn van 1 x 5 via 2 x 10 en 3 x 11 naar 2 x 12 en zelfs 1 x 13 gegaan. Een tripel kennen we nu alleen nog als biersoort.
Ook al niet meer nieuw is het elektronisch schakelen. Al blijft dat door de prijs nog een beetje hangen bij de happy few. Inmiddels hebben alle drie de grote fabrikanten een elektronisch systeem en hebben ze er ook al behoorlijk wat verbeteringen op doorgevoerd. Uiteraard moet er ook een vreemde eend in de bijt zijn met een compleet andere visie. Rotor gaat niet elektrisch maar hydraulisch. Interessant.
Shimano Di2
Misschien wel de standaard in elektronisch schakelen is de Di2 van Shimano. Shimano was ook de eerste die met een elektronisch schakelsysteem kwam en heeft sindsdien niet stilgezeten. Ondanks dat het draadloze van de SRAM eTap een voordehand liggende keuze zou zijn voor de Japanners om ook door te voeren, zijn ze toch een ander pad opgegaan.
The Sequential sychro shift functie is denk ik wel een belangrijke stap voorwaarts in het schakelen met een derailleur. Je hebt 2 bladen voor met 11 kransjes achter. De Di2 zoekt bij het schakelen zelf wel uit wat de volgende combinatie moet zijn. Zo schakel je naadloos door de 22 versnellingen heen. Hoewel dat (feitelijk minder dan 22 zal zijn, omdat je de uiterste verzetten groot voor/groot achter en klein voor/klein achter liever niet hebt. Je kunt dan 1 hendel instellen om op te schakelen en 1 hendel om af te schakelen. Dat is best wel gebruiksvriendelijk.
Voor de rest heeft Shimano haar best gedaan het irritant lelijke Di2 kastje netjes weg te werken in ofwel het stuur, ofwel het frame. Klein detail, maar als je 10 ruggen uitgeeft aan een Pinarello, dan wil je niet een ‘kastje’ onder je stuurpen hebben hangen.
Een setje Dura Ace Di2 kost toch al snel €2.000,-. Dat lijkt een hoop geld, maar wacht maar tot je de prijzen van de concurrent hoort.
Campagnolo EPS
Campagnolo kon natuurlijk niet achterblijven bij Shimano en dus zijn zelfs de Italianen overstag. Dat lijkt niet echt van harte, want ze hebben helemaal niets toegevoegd aan het concept van Shimano. Behalve dan de typische Campagnolo hendels met 1 achter de remhendel en 1 aan de binnenkant van shifter. Wat wel kan is dat je zelf functies aan de schakelaars kunt hangen. Zo kun je de EPS hetzelfde laten schakelen als de SRAM eTap. In onderstaand filmpje legt de ‘chief engineer’ heel charmant uit wat ze in Italië bedacht hebben.
Nou is dat een beetje flauw, want dat filmpje komt uit 2011. Let bijvoorbeeld op die enorme unit die op het frame gemonteerd is. Dat is bij de huidige versie wel verbeterd. Misschien is een filmpje van een Zuiderbuur een betere graadmeter.
Een setje Campagnolo Super Record EPS kost een schamele €3.699,-
SRAM eTap
Waar de meesten denken dat Campagnolo een beetje achter de feiten aanloopt, is het toch echt SRAM die als laatste van de grote drie met een elektronisch schakelsysteem komt. De eTap is dan wel direct het meest geavanceerd van de drie, want het is het enige draadloze systeem.
De shifters hebben via een door SRAM zelf ontwikkeld communicatie protocol contact met de derailleurs. Ze spreken overigens ook ANT+. SRAM heeft de traditionele manier van schakelen met een grote en kleine hendel aan iedere shifter losgelaten. Iedere shifter heeft slechts 1 hendel om te schakelen. Rechts is naar kleiner blad achter en links is naar groter blad achter. Door op beide hendels te drukken shakel je het voorblad op en neer. Dat zal wel even wennen zijn.
Het draadloos schakelen heeft ook als voordeel dat je ook elders op je fiets schakelaars kan zetten om te schakelen. Zo kun je makkelijk schakelaars aanbrengen op een triathlon stuur of bovenop je racestuur, voor als je vaak met je handen bovenop het stuur fietst.
Beide derailleurs hebben een batterij die makkelijk te verwisselen is. Je kunt zelfs een reserve batterij meenemen. Ook zijn de accu’s onderling tussen de derailleurs uitwisselbaar. Nadeel is dat iedereen hem eraf kan halen. De SRAM Red eTap groep kost slechts €2.499,- compleet met crank.
SRAM AXS
Bij SRAM maken ze het dan weer complex – maar wel leuker – door de term AXS (spreek uit als Access) toe te voegen. AXS lost het probleem op dat je niet zomaar onderdelen uit verschillende eTap groepen kunt uitwisselen. Je kunt je 11 speed RED eTap dus niet mixen met de 12-speed componenten. De versie met AXS kan dat wel, doordat het allemaal dezelfde taal spreekt.
Met AXS kun je een bluetooth verbinding leggen met je telefoon en daarmee met verschillende apps. Met de AXS app kun je verschillende instellingen van je setup veranderen. Zo kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat het schakel systeem net zo werkt als de Sequential Synchro Shift van Shimano. Dus alle logische versnellingen oplopend achter elkaar en laat je systeem maar bepalen welke combinatie van voor- en achter derailleur daar voor nodig is.
De ‘oude’ systemen met eTap, zonder AXS zijn ook gewoon leverbaar, dus dit kan wel wat verwarrend werken.
Rotor UNO
De UNO groepset van Rotor is niet elektrisch maar hydraulisch. Volgens Rotor geeft dat het ‘gevoel’ van mechanisch en de souplesse van elektrisch schakelen. Ook claimt de fabrikant dat de UNO onderhoudsvrij is, omdat je geen kabels meer hebt waar vuil in kan komen en ook geen batterijen hoeft op te laden. Moet natuurlijk het hydraulisch systeem niet lek raken. Onderstaande filmpje laat wel zien dat schakelen met de UNO extreem soepel gaat. Let ook op de snelheid van terug schakelen (lichter verzet, dus groter blad achter). Best indrukwekkend. Indrukwekkend is ook de prijs van €2.499,95 voor de set en dan heb je er nog niet eens een crank bij.
Het middensegment
Genoeg over de high-end modellen met prijzen waar je makkelijk 2 fietsen voor kunt kopen. Laten we eens kijken naar de verschuivingen die plaatsvinden in het middensegment. Zeker sinds de Coronacrisis wordt er steeds meer gefietst en mijn lokale fietsenmaker geeft aan dat hij geen omzetdaling ziet in het sportievere segment. Maar als je begint met fietsen, dan ga je meestal niet naar de winkel om een Pinarello met Dura Ace Di2 te halen. De meesten zullen uitkomen op een fiets van tussen de €1.000,- en €2.000,-. Dat is dan het middensegment.
Een beetje kort door de bocht gezegd, koop je voor €2.000,- een carbon fiets met Shimano 105 of een alu fiets met Ultegra. Dan hebben we het wel over merken zonder een speciaal ‘espresso’ gevoel. Wil je de Lavazza bonen kunnen ruiken en de Toscaanse wind kunnen voelen, dan mag je daar een paar honderd Euri bij optellen. Maar vergis je niet, onze Santa Cruz vrienden uit Californië weten ook heel aardige prijzen te rekenen voor een ‘Surfer Dude’ imago.
Shimano 105, de nieuwe standaard
Fietsen is een lifestyle. Dat merk je wel als je met verschillende fietsers praat. De één kiest voor een Duitse fiets met een onopvallend zwart design en een Shimano groep, de ander kiest voor een Celeste groene Italiaan met een groepset uit hetzelfde land en noemt het ‘een fiets met emotie’.
Het is niet aan mij om daar een oordeel over te vellen, maar wel bespeur ik een verschuiving in de markt. Zo is het Duitse Canyon op dit moment heel hip en hebben ze inderdaad ook fietsen met een opvallend design. Een Duitser met emotie, het moet niet gekker worden.
Zo is ook Ultegra langzaam maar zeker zijn koppositie aan het kwijtraken. Niet aan een SRAM of Campagnolo groepset, maar aan zijn kleinere broertje, de 105.
Iedereen met een beetje verstand van fietsen geeft aan dat de nieuwe 105 groep net zo goed is als de Ultegra. Het schakelt net zo soepel en is gebleken ook duurzaam te zijn. Als ik dan toch een minpuntje moet aandragen, dan zouden het de remschijven zijn. Ik zie daar nog wel een verschil in gebruikte techniek, waar er bij de Ultegra groep duidelijk meer aandacht is voor de koeling van de schijven. Let daarbij in de onderstaande afbeeldingen op de rotorbals constructie van de Ultegra remschijf. Niets houdt je overigens tegen om je 105 schijfremmen te vervangen door een paar Ultegra schijfjes. Behalve je portemonnee misschien.
Ook heeft de nieuwe 105 de ‘looks’ van de Ultegra meegekregen. De een vindt het mooi strak, de ander vindt het lomp en verlangt terug naar de ranke Campagnolo Record crank. Smaken verschillen. Het enige meetbare verschil is de ongeveer 200 gram dat de 105 groep zwaarder is. Zeker als het merendeel van je fietstochten door het vlakke Nederland voeren, is een verschil van 2 ons verwaarloosbaar en zal je ook met 105 remmen geen enkel nadeel ondervinden ten opzichte van de Ultegra variant.
Dus waarom nog een Ultegra? Goede vraag. Het zou me niet verbazen als Shimano de Dura Ace groep blijft positioneren als dé groep voor pro’s. Met de Ultegra zullen de Japanners zicht richten op de fanatieke amateur die elektronisch wil schakelen en de 105 wordt de standaard voor de fanatieke amateur die uit de voeten kan met een mechanisch schakelsysteem.
Shimano GRX
Sinds kort, maar nogal aan de late kant, is Shimano met een speciale serie groepsets voor gravelbikes gekomen. Deze gaan onder de naam GRX. Nu zijn niet alle onderdelen uit de GRX groep nieuw. Zo zit er op mijn gravelbike al een RX achterderailleur. Dezelfde derailleur als ook in de GRX groep zit. Ik heb echter nog een Praxis crank, omdat Shimano in die tijd alleen nog een Ultegra crank met 50/34 voorbladen kon leveren.
Als je een gravelbike wilt kopen en je ziet dat er een GRX groep op zit, dan weet je eigenlijk nog niets, want GRX komt in 3 versies: RX400, RX600 en RX800/RX810. Je mag dat ongeveer vergelijken met een 105, Ultegra en een Dura Ace. Dus nog even goed de kleine lettertjes lezen om te zien om welke groep het echt gaat.
Ook is het verstandig de verhoudingen van kettingbladen en kransjes te checken. Daar heeft Shimano nogal wat verschillen mogelijk gemaakt. Van een 1 x 11 met 40 of 42 voor, tot een 2 x 10 met een 46/30 voor.
Voor het echte gravelwerk is een enkel voorblad aantrekkelijk. Hoe minder bewegende delen, hoe beter. Ik gebruik mijn gravelbike echter ook als ‘klimfiets’ en dan geeft een dubbel meer mogelijkheden.
Dan is de vraag wat je nodig hebt. Ik rijd het liefst met een trapfrequentie (cadans) tussen de 90 en 100 slagen per minuut. Dat betekent dat ik met mijn beperkte talent een best klein verzetje nodig heb om de berg op te komen. Op mijn Aero fiets zat standaard 52/36 x 11/28. Dus dan is het kleinste verzet 36×28.
Klein rekensommetje
- Mijn kleinste versnelling = 1,86 (36/28)
- De omtrek van een racefiets wiel = 2,1 mtr. (standaard 28”)
- Afgelegde afstand per omwenteling = 2,1 x 1,86 = 3,9 mtr.
- Bij een trapfrequentie van 100 rpm rij ik dan 100 x 3,9 X 60 = 23,4 km/u
- Bij een trapfrequentie van 60 rpm rij ik 60 x 3,9 x 60 = 14 km/u
Als ik een helling tussen de 9% en 11% oprijd, rij ik niet harder dan 12 km/u en dan moet ik nog flink mijn best doen. Aan het einde van de dag kan het ook zomaar zijn dat ik niet boven de 9 km/u uitkom op dit soort steile stukken.
- Bij 12 km/u heb ik dan een trapfrequentie van 51 rpm.
- Bij 9 km/u heb ik een trapfrequentie van 38 rpm.
Nu zijn de geleerden het niet helemaal eens wat de meest ideale trapfrequentie bergop is, maar de ondergrens ligt wel bij 60 rpm. Dan blijkt dat ik via bovenstaand rekensommetje niet het juiste verzet bij me heb. Of natuurlijk gewoon te weinig talent.
Als ik er vanuit ga dat ik niet onder de 9 km/u grens zak, dan kan ik het kleinste verzet uitrekenen dat ik nodig heb.
- Bij een trapfrequentie van 60 rpm en een snelheid van 9 km/u haal ik met 1 omwenteling 2,5 mtr (9.000 mtr / 60 min / 60 rpm).
- Dan is mijn benodigde versnelling dus 1,19 (2,5 / 2,1)
- Dan komt een tandwielverhouding van 34×28 (=1,21) heel aardig in de buurt, maar een 36×30 (=1,2) kan ook.
En dan maar hopen dat je niets boven de 11% tegenkomt. Een beetje marge kan daarom geen kwaad. Als je dan bedenkt dat er op de standaard Ultegra voor niet een kleiner blad dan 34 past en mijn korte kooi achter niet meer dan 28 aankan, dan snap je dat dit voor mij in de bergen erg krap is.
Voor simpele laagland amateurs zoals ik die regelmatig fietsen, is het niet onverstandig om bij een racefiets een 1:1 verhouding (versnelling = 1) de bergen mee in te nemen. Dus bijvoorbeeld een 30×30 of een 32×32. Op mijn gravelbike is mijn kleinste verzet 32×34 (versnelling = 0,94). Dat zou voor mij dus ruim voldoende moeten zijn om elke berg op te kunnen.
Andersom gerekend is het zwaarste verzet op mijn gravelbike 48×11 (versnelling = 4,36). Dat betekent dat als ik 40 km/u wil rijden, mijn trapfrequentie 72,8 rpm is. Bij 50 km/u is dat 91 rpm. De keren dat ik op vlak gedeelte boven de 50 km/u ga, zijn op 1 hand te tellen. Dus dan geldt alleen dat ik bergaf boven een snelheid van 60 km/u (= 109 rpm) een probleem krijg om dit bij te houden met trappen.
Na al dit rekenwerk, terug naar de techniek. Shimano geeft ook aan dat de GRX shifters beter afgestemd zijn op het off-road rijden. Ik heb nog de ‘ouderwetse’ versie van de Ultegra shifters met hydraulische remschijven. Die zijn zo lomp dat je voldoende grip hebt. Ik kan me wel voorstellen dat de veel elegantere nieuwe Ultegra shifters minder grip bieden bij het off-road rijden.
Wat ik me nog steeds afvraag is of elektronisch schakelen en off-road wel zo goed samengaan. Ik rijd heel vaak met mijn vingers bij de hendels. Dat zit gewoon lekker en ik heb mijn vingers dan bij de rem en dat voelt veilig. De schakelaars van mijn Di2 zijn behoorlijk gevoelig en ik kan me voorstellen dat ik bij iedere hobbel ‘per ongeluk’ zou schakelen. Ik heb dit op mijn racefiets al een paar keer gehad met wortels onder het fietspad. Ik moet er wel bij zeggen dat dit alleen gebeurde als ik aan het remmen was.
SRAM vs Shimano vs Campagnolo
Alle drie de grote fabrikanten hebben een vergelijkbare range in hun aanbod. Zeker in het hogere segment zal het verschil tussen het een en het ander steeds lastiger meetbaar zijn. Wel zie je in het elektronisch schakelen en in de gravel series een verschil van inzicht. Zo heeft Campagnolo geen aparte gravel serie, heeft SRAM als enige een fly-by-wire (draadloos) schakel systeem en is Shimano uniek met zijn Sequential Synchro Shift systeem.
Wel is er een duidelijk verschil in prijs tussen met name Campagnolo aan de ene kant en SRAM en Shimano aan de andere kant. Je moet wel heel erg van het ‘espresso’ gevoel houden om nog voor de Italiaan te kiezen. Ook zijn de groepsets van Campa zwaarder dan die van Shimano of SRAM.
Dan blijft nog het imago over. Shimano blijft toch een beetje een suf Japans high-tech merk dat ook hengels verkoopt. SRAM is vooral bekend in de hippe gravel community als een Amerikaans bedrijf met een hoog ‘surfer dude’ gehalte. Campagnolo is het merk met emotie en traditie. Op een mooie Italiaanse fiets kunnen alleen maar Campa onderdelen zitten. Waar een fiets afgemonteerd wordt met Shimano, wordt een fiets ‘verrijkt’ met Campagnolo.
Merk | Instap | Instap | Starter | Performance | High-End | Pro |
Simano | Claris | Sora | Tiagra | 105 | Ultegra | Dura Ace |
SRAM | S-Serie | Apex | Rival | Force | Red | |
Campagnolo | Centaur | Chorus | Record | Super Record |
Om zelf een overzicht te maken van je versnellingen, vind je hier een simpele Excel die dat voor je doet. Klik op het voorbeeld om de Excel te downloaden.
De groepsets in verhouding tot kwaliteit heb ik andere mening. Naar mijn gebruikservaring is Force lager in te schatten dan Chorus en Ultegra.
Chorus valt tussen Ultegra en Dura Ace. Centaur is op niveau van 105.
Ik heb zelf de Willier Zero met SRam en ik moet zeggen het is erg stil schakelt erg goed en rijd als een zonnetje. En wat opvalt op slechte wegen hoor je geen geklapper.
Waar komt deze bewering vandaan: “Ook zijn de groepsets van Campa zwaarder dan die van Shimano of SRAM.” Dit klopt helemaal niet. De 11-speed reeks is super licht en ook de 12-speed is nog steeds erg licht, ondanks het extra kransje. Zie voor een volledige vergelijking:
https://ccache.cc/blogs/newsroom/2020-road-gravel-groupset-weight-comparison