Bretagne en Normandië – Etappe 10 (Genêts – Coutances [73km])

Zand, zee en zout hebben hun tol geëist. De fietsen zien er ‘goed gebruikt’ uit en met name de ketting zou wel een poetsbeurt verdienen. Maar het is vakantie, dus nu even niet.

Ketting na anderhalve week fietsen

Granville is in het bezit van een Decathlon. De plek om onszelf te verwennen met een nieuwe binnenband, een Co2 patroon en toch maar een handpompje. Ook gelijk maar met de huidige band bijgeblazen met een geleende BTwin voetpomp.

Afscheid van Mont Saint Michels

De etappe begon vandaag onder een strak blauwe lucht. Met nog wat koelte in de lucht was het heerlijk fietsen. De voorspelde wind bleef nog even uit daarmee was een ideaal fietsweertje ontstaan.

Lang konden we niet genieten van de blauwe lucht. Vanaf het land kwamen al snel wolken aangedreven, die steeds grijzer werden. We keken nog een keer achterom en namen afscheid van Mont Saint Michel.

Op weg naar Granville. Een minder bekend stadje dat verrassend veel historie in zich herbergt. Uiteraard iets met Engelsen en Duitsers, maar het is ook de thuishaven geweest van Piet Piraat. Wij hadden echter meer oog voor de Decathlon, de Carrefour City en de lokale boulangerie.

Uitgestrekt strand bij Donville les Bains

Na Granville heeft onze lieve heer een handvol onbeduidende dorpen over een vlak zanderig land gestrooid. Eigenlijk is er tot aan Regnéville is er weinig te beleven. Regnéville is dan ineens uitgerust met een ruïne van een middeleeuws kasteel, wat in voegere tijden weer van hand tot hand ging tijdens de vele Frans-Engelse oorlogen. Tegenwoordig kijk je aan tegen de courtage van een makelaar, maar in die tijd was het gebruikelijk om het pand gewoon te kraken.

Ruïne Middeleeuws kasteel
Crêpe voor de laatste 2 klimmetjes (Caramel, beure sallé)

Eindbestemming Coutances heeft een opzichtige Kathedraal. Hetgeen prijsgeeft, dat het in vroegere tijden nogal belangrijk moet zijn geweest. De geschiedenis gaat helemaal terug naar de Romeinen en de Noormannen. Wickie de Viking vond het nodig de hele stad te slopen. Niet omdat het moest, maar omdat het kon.

Kathedraal van Coutances

Eigenlijk willen we op fietsvakantie niets plannen. Op de bonnefooi. We hebben echter gemerkt dat in deze tijd van het jaar de hotels en B&B’s volgeboekt zijn. Dus toch maar even kijken en plannen hoe dat moet in een campingarm stukje Nomandië bij Cap La Hague. Verschillende pogingen om een onderkomen in Auderville te bemachtigen liepen op niets uit. Dus hebben we besloten de twee relatief zware etappes in drieën te knippen.

Bretagne en Normandië – Etappe 9 (Saint Benoit des Ondes – Genêts [83km])

De etappe is relatief vlak vandaag. Geen steile klimmetjes of gevaarlijke afdalingen over losliggend grind. Kees Swart vond dat blijkbaar ook wat te dol worden, dus bedacht hij nog een ommetje over Mont Dol. De Tour de Manche gaat daar gewoon rechtdoor langs de kust, dus als je ook geen zin hebt in dat ene klimmetje is dat een goede optie.

En meestal valt er wel wat te klagen over het weer. Vanochtend hebben we de laatste spetters geïncasseerd, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Er stond wel een stevige wind, maar die was de eerste 60 kilometer in de rug. Dus daar kan ik ook niet over klagen. Het weer werd ook steeds beter en ik zit nu zelfs tegen een strak blauwe lucht aan te kijken.

Maar er moet toch wat zijn wat weer hopeloos in het honderd is gelopen. En dat klopt. Na een kilometer of 5 had ik een lekke band. En niet zomaar een, maar eentje waarbij je binnen een minuut geen lucht meer in je band hebt zitten. Een serieus gat dus. En dat terwijl ik er dit jaar nagelnieuwe Schwalbe Marathon Supreme antilek banden onder heb gezet.

Dit verraad al en beetje mijn onderhoudsdrift. Ronald kijkt me ook altijd een beetje afkeurend aan als ik uitleg hoe serieus ik het onderhoud aan mijn fiets neem. Mijn Santos is 11 jaar oud. De achterband heb ik na een jaar of 8 een keer vervangen door een iets minder versleten exemplaar van mijn dochters fiets. De voorband is dit voorjaar na 11 jaar voor het eerst afgekomen. Natuurlijk is de binnenband dan ook 11 jaar oud, maar deze heb ik zonder blikken of blozen gewoon weer in de nieuwe buitenband gelegd. Daar kreeg ik vandaag spijt van.

Ik was bang dat mijn antilekband minder antilek was dan ik dacht. Maar dat is vooralsnog niet waar. Het probleem was dat mijn ventiel en mijn band niet langer een eenheid vormden. Het ventiel was er finaal afgescheurd. Ouderdom, ongetwijfeld. Ik had er natuurlijk na 11 jaar preventief een nieuw binnenbandje in moeten leggen.

Ventiel volledig uit de binnenband gescheurd

En onmiddellijk diende zich een volgende onvolkomendheid in de voorbereiding aan. Ik had alleen een Co2 pomp meegenomen en al tweederde van 1 patroon besteed aan hulp aan een noodlijdende Fransman. Daarmee had ik nog 1 patroon over en die wilde ik liever niet direct verspillen. Gelukkig is Madeleine een stuk slimmer dan ik en die heeft bij een nabijgelegen huis een fietspomp geregeld. Het ding was van een leeftijd dat het een mooie plek in het museum van Louison Bobet verdiende, maar als je alle onderdelen bij elkaar hield, werkte hij nog naar behoren. 80% van de band met de handpomp en de laatste 10% met het restant uit het aangebroken Co2 patroon. De allerlaatste 10% moesten maar wachten op een benzinestation met luchtpomp.

Ondanks de relatief makkelijke etappe had ik het zwaar vandaag. De benen waren niet eens slecht, maar tussen de oren voltrok zich een verkeerd proces.

Misschien was het omdat de route een beetje saai was. We reden eigenlijk om een berg met een kerk heen. Mont Saint Michel is natuurlijk niet zomaar een berg met een kerk, of eigenlijk een klooster, maar natuurlijk een wereldberoemd Unesco werelderfgoed berg met klooster. Monniken zitten er al sinds 2001 niet meer, omdat het er wemelt van de toeristen die over het dammetje naar het eiland willen lopen. Gelijk hebben ze. Vroeger was het nog enigszins spannend, want toen liep er een getijdeweg naar de berg. Dus als je niet goed timede, hd je op zijn minst natte voeten. Ondanks dat mij dit toch een buitengewoon effectieve manier lijkt om van overtollige Japanse toeristen af te komen, heeft de Franse overheid besloten een serieuze dam aan te leggen, waar je zonder gevaar voor leven overheen kunt.

Mont Saint Michel van de zuidkant

Maar vandaag was de berg er altijd. Soms even verborgen achter een paar bomen, maar dan doemde hij weer in volle glorie op. En het is best wel een apart ding. Ik vind hem zelfs een beetje lelijk. Het heeft de vorm van een verse drol en de kerktoren lijkt er ook een beetje willekeurig op neer gepleurd. Maar goed Unesco Wereld Erfgoed, dus we vinden het mooi.

Mont Saint Michel aan de oostkant

Vandaag verblijven we op een viersterren camping. Niet omdat het kan, maar omdat het moet. Er is nog een camping in Genêts, maar die is ‘tijdelijk gesloten’. En ook onze camping was lastig te vinden, want volgens Kees Swart zijn boekje heette het ‘Coques d’Or’. Maar waarschijnlijk omdat de Engelsen hier steeds van in de lach schoten, hebben ze de camping omgedoopt tot Côte d’O. De viersterren slaan natuurlijk op het zwembad, de aanwezigheid van een min vier sterren restaurant en de onvermijdelijke animatie. De sanitaire voorzieningen van menig andere camping is beter dan deze en faciliteiten voor trekkers zoals een picknickbank bij de tentplek en een slechtweergelegenheid ontbreken volkomen. Maar met fietsen heb je niet altijd een keus en mag je het doen met de camping die de route je voorschotelt.

De wind draait lekker mee naar Noord to Noord-Oost de komende dagen, hetgeen ons verzekerd van een prettige tegenwind. Maar dat zijn zorgen van morgen. Vandaag is het genieten van eindelijk weer eens wat zon.

Bretagne en Normandië – Etappe 8 (Plurien – Saint Benoit des Ondes [92km])

Laat. Dat is het woord dat het beste past bij deze dag. Laat van de camping vertrokken en laat bij de camping aangekomen, laat gegeten en laat een stukje geschreven.

Het is allemaal de schuld van de regen. Het is altijd de schuld van de regen. Toen vanochtend de wekker ging, hoorden wij het spetteren op het tentdoek. Als er regen voorspeld wordt, heeft Météo France het altijd bij het rechte eind, En dus trad het regenprotocol in werking,

Alles in de tent inpakken. Eén naar buiten om onder andere de afwas te doen, brood te halen en koffie te zetten. De ander in het MSR commando centrum om de organisatie op touw te zetten. Na het regelen van afwas, brood en koffie mocht ik weer de tent in, waar een gastronomisch ontbijt werd geserveerd.

Als je niet in een tent wilt slapen, kun je op deze camping ook in een Cabana. Het is een soort van openlucht bedstee of een vogelhuisje voor mensen. Het ziet er wel grappig uit, maar is volgens mij helemaal niet praktisch. De binnenruimte wordt volledig in beslag genomen door een matras en de luifel voor je Cabana is niet groot genoeg om onder te schuilen tegen de regen,

Eenmaal op de fiets kwamen de eerste droge momenten. Het incontinente weertype leek langzaam zinnelijk te worden. We koersten langs de kust van het schiereiland van Cap Fréhel en dat is een lust voor het oog. De heide stond in bloei bovenop de ruige rotsen.

Prachtige heide in bloei. Jammer dat er net een fietser door het beeld rijdt
Kust bij Cap Fréhel

En we kwamen langs twee ‘rijksmonumenten’. Een van de vuurtorens waar Bretagne bekend om staat en Fort La Latte. Om het fort daadwerkelijk te kunnen zien, was een wandeling vereist. Die hebben we overgeslagen, want Madeleine had meer dan 80 km op het spoorboekje van vandaag gezet en we waren door de regen al laat vertrokken.

Er moet nog wat Europees geld naar dit rijksmonument

Als je in Bretagne bent, moet je crêpes hebben gegeten. Morgen is de laatste dag dat we in Bretagne zijn, dus hebben we de lokale Crêperie van Matignon verrast met een staatsbezoek. De zaak liep prima en nadat we van onze crêpes geproefd hadden, begrepen we waarom. Prima binnen te houden. Even later schoof een Italiaanse delegatie aan, die ook met de fiets door Bretagne aan het trekken was. Uiteraard worden er dan wat tips en trucs en de nodige sterke verhalen uitgewisseld. En zeg nou eerlijk, Italiaanse vakantiefietsers kom je ook niet iedere dag tegen.

Na de lunch stevende we langzaam maar zeker af op Saint Malo. Al ligt er nog wel 33 km aan relatief oninteressante weg tussen Matignon en Dinard, Bij Dinard begon het duidelijk te worden dat het wel eens een heksenketel kon worden. We kwamen in een stadsfile terecht en er liepen ineens complete gezinnen met wandelwagen en oma in rolstoel over een promenade. Op enkele stukken had de promenade geen hekwerk en lag je bij een verkeerde beweging een meter of vijf lager op de uitstekende rotsen. Ik zag de schoonzoon die oma aan het duwen was vanuit zijn ooghoek zoeken naar een geschikt plekje om oma een zetje naar rechts te geven.

De ‘bus’m want zo heet de veerboot daar, vertrekt vanaf 2 plekken. De eerste is haast niet te bereiken met je fiets, vanwege een aantal steile en smalle trappen. De tweede is wat verder lopen, maar kent weer geen trappen. Dus hebben wij gekozen voor de tweede.

Saint Malo vanaf de ‘bus’

Saint Malo heeft een ommuurde oud deel, dat overigens volledig opnieuw is opgetrokken nadat de geallieerden het nog na de invasie hebben platgebombardeerd, omdat er nog een stelletje Duitsers verstoppertje aan het spelen waren. Bij TussenKunst & Kitsch zou dit onmiddellijk leiden not vermindering van waarde, maar de Saint Malo lijkt toeristisch niet te lijden onder het feit dat het eigenlijk een soort Batavia Stad is.

Het was er in ieder geval te druk voor ons. En zoals eerder aangegeven, hadden we een strak schema. De kilometers na Saint Malo, waren minstens net zo saai als de kilometers ervoor. Daarbij kwam een plots opgestoken tegenwind. Na een pauze om wat te eten en een korte stop bij een Intermarché, volgden nog een aantal zware kilometers naar onze Camping Municipal in Saint Benoit.

Rond half zeven aankomen op de camping is voor ons wat aan de late kant. We moeten dan nog eten, wassen en douchen. Gelukkig scheen de zon, zodat onze kletsnatte tent kon drogen en we staan weer eens op een recht plekje, zodat ik morgenochtend zeker ben dat ik naast Madeleine wakker wordt en niet ben afgegleden naar de buurman.

Bretagne en Normandië – Etappe 6 (Porz Hir – Binic [78km])

Er zitten dagen tussen dat je een beetje aan het overleven bent. De benen willen niet, of er zijn andere ongemakken als zadel- of hoofdpijn. De route is niet interessant of loodzwaar en het weer werkt ook niet mee. Vandaag was zo’n dag.

Wij dachten buiten het seizoen te zitten en dus kon accommodatie geen probleem zijn. Bij voorkeur een camping en als het weer te slecht was een hotel, of een vage afgeleide daarvan.

Ook met minder weer kom je nog wel fotowaardige plekken tegen

Het weer zat met een terugkerende miezer niet echt mee vandaag, dus was zo rond het middaguur het besluit een hotel te boeken. Madeleine heeft er een stuk of 7 geprobeerd. Allemaal ‘complet’. Uiteindelijk toch maar uitgeweken naar een camping. Dan wel weer een uitgezocht waar je iets kon eten en waar ze ‘s-ochtends ontbijt serveren.

Want zo was de dag begonnen. In de tent met een heerlijke ‘pain au chocolat’ en ‘pain au raisin’ en 2 stokbroden. Voor de niet fietsers; dat lijkt veel voor twee personen, maar daar haal je amper de lunch mee. Eten in de tent geeft altijd rommel. Zeker als je stokbrood gaat eten. Dat doe je dus alleen als het echt niet anders kan. En vanochtend kon het echt niet anders vanwege een hardnekkig aanhoudende miezer.

Dus morgenochtend vermijden we het stokbrood-in-de-tent-maakt-veel-rommel gedoe door een ‘petite dejeuner’ te reserveren. Als ie net zo goed is als de pizza van vanavond, dan is een goed geoutilleerd toilet geen overbodige luxe.

We zitten helaas op drie sterren camping ‘Paranomic’. Met drie sterren heb je dus geen WC papier in het toilet en ook geen WC bril. Onze ‘panoromaic’ bestaat uit een uitzicht op een ‘Route Nationale’ met navenant geluid en de 3 sterren WiFi moet apart worden afgerekend.

Maar we mogen niet klagen. Ze maken hier een prima diepvriespizza voor je klaar en plaatsen je op een plekje tussen een krijsend kind en een happy-klappie koor. Dat, tezamen met het onophoudende ‘Route Nationale’ geluid , geeft een potpourri aan akoestische prikkels, waarvan zelfs een slak van op hol zou slaan.

Verlate lunchplek tussen twee buien door

Door het weer hebben we ook niet veel foto’s gemaakt. En toch was het ook vandaag helemaal geen verkeerde route die Kees Swart ons voorgeschoteld heeft. Ergens zat een heel raar ruig pad, waarvan je niet verwacht dat daar iemand ooit met een fiets overheen zou willen. Voor de rest waren er mooie vergezichten over zee en kabbelde de route tussen de panoramische hoogtepunten door Bretonse huisjes met bloemrijke tuinen, met altijd weer Hortensia’s.

Leuk om te noemen zijn de vele fiets- en wandelbruggen in Bretagne. Regelmatig steken we een watertje over via een brug die duidelijk niet bedoeld is voor auto’s.

Een van de vele voetgangersbruggen

Gelukkig kreeg ik aan het einde van de tocht de erkenning die ik verdien. Eindelijk een gemeente die het begrepen heeft en een straat naar mij vernoemd heeft.

Eindelijk erkenning

We zitten nog een beetje bij te komen van onze pizza. Madeleine is tegen beter weten in op zoek naar onderdak voor morgen en ik ben druk de WiFi te overtuigen dat ik betaald heb, dus dat uploaden ook tot de taken behoort, als het meisje van de animatie vriendelijk komt vragen of we meedoen an de karaoke van die avond. Dat is onze cue.  

Bretagne en Normandië – Etappe 3 (Mûr de Bretagne – Scrignac [77 km])

Je hebt altijd dingen bij je tijdens je fietsvakantie, die je thuis weer ongebruikt uitpakt. Voor het gewicht wil je dat fenomeen tot het minimum beperken. Toch zijn er artikelen die je graag na je vakantie ongebruikt uitpakt. Ik noem; de regenjas.

Er was zon en 27 graden voorspeld door Météo France en dus miezerde het vanochtend bij vertrek. Een beetje tussen te weinig voor een regenjas en teveel om te negeren. Later werd dat probleem opgelost. Na een kilometer of 15 viel er duidelijk voldoende om zonder gêne een regenjas aan te trekken.

Onze gite

Met vooruitziende blik hadden we een week geleden alvast een gite gereserveerd met de prachtige naam gite d’étape la Gare Scrignac. De gite wordt geëxploiteerd door de bewoners van Scrignac en de opbrengsten komen ten goede aan de gemeenschap.

Een verlaten seinhuisje

De route leidde ons over de oude spoorlijn en een klein stukje langs de Blauvet. De propaganda van de Franse VVV klopte als een bus. De route was makkelijk en geschikt voor het hele gezin. Tot onze vreugde kwamen we vele fietsende gezinnen tegen, met uiteenlopende uitrusting. Ik zwaai altijd naar de kinderen, maar dat is niet altijd een goed idee. Het nodigt namelijk uit tot terugzwaaien en voor sommige jonge fietsers is zwaaien en het besturen van een tweewieler een te grote aanslag op hun coördinatie. Een beetje uitkijken dus, want voor je het weet heb je een frontale botsing.

Het woord ‘uitrusting’ is gevallen en ik moet het echt even kwijt. Onze vriendelijke Franse camping buren van gisteren, waren ook fietsers. In ieder geval een soort van. Vanochtend waren ze om half zeven al hun krakende plastic zakken aan het inpakken. Dat was, zo bleek later, geen overbodige luxe om op tijd weg te zijn. Ik heb zelden fietsen zwaarder beladen gezien dan deze 2. De buurman vertelde me dat hij 46kg aan bagage bij zich had en zijn vrouw 32kg. Voor de niet fietskamperende lezers, wij hebben respectievelijk 21 en 12 kilogram bij ons. Gelukkig zat er een dikke accu op beide fietsen, waardoor ze wel vooruit kwamen, maar geen ruimte meer hadden voor een bidon. Gelukkig hadden ze allebei nog niets op hun rug, dus daar paste dan mooi een Camelbak.

Dat Madeleine en ik een setje zijn, mag niet echt meer een verrassing zijn, maar we toonden vandaag opvallend veel ANWB-stelletjes gedrag. Op hetzelfde moment schakelen, op hetzelfde moment een regenjasje aan, of juist weer uit en op hetzelfde moment een opkomende hongerklop. Straks gaan we nog hetzelfde denken….

Bij Kervallon reden we spontaan tegen een uitspanning aan. We hadden net een Frans gezin geholpen met het oppompen van een achterband, dus we waren wel aan een beloning toe. De uitspanning bleek een keurig bij elkaar geraapt zooitje te zijn, dat gerund werd door een Zwitser. Maar de koffie was prima en ze hadden er Cola Zero en dat is niet altijd een zekerheidje hier.

Na Zwitsers grondgebied te hebben verlaten, hadden we nog maar een kilometer of 8 langs het riviertje Squiriou voor de wielen. Ook deze waren niet zwaar en precies na 77,5 km stonden we voor onze gite. Hier werden we vriendelijk ontvangen door een Belgische dame die geen Nederlands sprak, maar met ons beperkte Frans zijn we er toch uitgekomen. En nog veel belangrijker, ze verkocht er koud lokaal bier!

Niet slecht lokaal Bio Amber bier

Weer iets wat we in Nederland toch echt niet meer kunnen bedenken, geen bereik. En ik bedoel niet alleen geen 4G, gewoon helemaal geen G en ook geen telefoon signaal. Alsof ooit iemand nog belt. Gelukkig gaat onze gite met haar tijd mee en heeft het behoorlijke WiFi.

In een extra ingelaste plenaire vergadering hebben Madeleine en ik geconcludeerd, dat het fietsen over een spoorbaan naast een aantal voordelen ook nadelen kent. Zo mis je leuke dorpjes, want de trein ging altijd langs het dorpje en zelden er doorheen. Even van de route afwijken voor een schaarse bezienswaardigheid is ook niet altijd even makkelijk, want dan moet de spoorbaan toevallig een weg kruisen. Zo hebben we ergens een leuke kleine abdij gemist. Wij vinden de afwisseling van mooi fietsen en af en toe een schattig dorpje ideaal. Het mooie fietsen is op deze route dik in orde, de leuke dorpjes moeten we maar van de foto’s geloven.

Bretagne en Normandië – Etappe 2 (St Méen le Grand – Mûr de Bretagne [79 km])

Mooi gravelpad op een oud spoorlijntje

Soms maak je het in je hoofd spannender dan het is. De route leidde ons naar Mûr de Bretagne. Een plek waar ik een compleet prof peloton omhoog had zien zwoegen. En zij hebben fietsjes van 7,1kg. Die van mij is schoon aan de haak 17,2 kg en daar komt nog eens de bepakking van 21kg bovenop. Dus ik zette me bij voorbaat schrap.

Maar een mens lijdt het meest…. Bijna de complete route liep over een oud spoorlijntje. Soms een beetje omhoog en soms een beetje naar beneden. Nooit moeilijk en nooit zwaar. Ik denk dat ze in Nederland een moord zouden doen voor een gravelpad van 70 km lang. En ik moet zeggen dat het prima fietsen is. Niet alleen de stijgingspercentages, maar ook de schaduw en de omgeving doen de fietsvreugde vergroten. Tussen de bomen door zien we in de coulisse een saai Noord-Frans landschap van heuvels, graanvelden en her en der een verloren boom. Dan is het oude spoorlijntje nog niet zo slecht.

Veel ‘highlights’ zijn we niet tegengekomen. Geen graven van tovenaars en geen stadions waar we shirtjes voor Jort kunnen kopen. Vanuit dat oogpunt kun je de route als ‘saai’ bestempelen, maar ik zie het liever als een echte fietsroute. Waar je van het fietsen kunt genieten, waar het rustig is, waar je weinig auto’s tegenkomt en waar je af en toe een wandelaar of vakantiefietser vriendelijk mag begroeten.

Mooie plek om je verhaaltje te typen

Camping Le Point De Vue heeft zijn best gedaan om het predikaat ‘Trekkerscamping’ te krijgen. We staan op een tentenplaats, niet te verwarren met een tentenveld. We hebben een keurig afgebakend stukje gras, waar je makkelijk 2 of 3 van ons soort tentjes kwijt kan.

Faciliteiten voor trekkers is in orde

Als een camping het trekkersleven begrepen heeft, staan er een paar picknickbanken. Op deze camping hebben ze die een beetje geconcentreerd onder een tent bij het sanitairgebouw. Daarbij hebben ze een ‘Office randonneurs’ ingericht, waar alles staat wat je als trekker niet mee kunt nemen., zoals een magnetron en een koelkast.

Bretagne en Normandië – Etappe 1 (Rennes – St. Méen le Grand [96 km])

De start van onze tocht ligt in Rennes. En niet toevallig bij het station van de Bretonse hoofdstad. Er zit een gat in ons rondje van ongeveer 80km dat we vanochtend eerst hebben overbrugd met de TER. Een fietsvriendelijk lokaal treintje.

Voldoende ruimte in de TER voor je fietsen. Kaartjes zijn online vanuit NL te regelen.

Heb je wel eens dat je in zo’n hele grote Franse supermarkt staat, eigenlijk alleen brood en kaas nodig hebt, maar nog vijftigduizend andere lekkere dingen ziet, die je allemaal niet mee kan nemen op de fiets? Nou, Madeleine wel!

De planning was strak. Om 8:05 de trein naar Rennes, dan starten en direct naar een Mega Leclerc voor lunch artikelen en naar Stade Rennais voor een shirtje voor Jort. Madeleine na 5km al in keuzestress en Jort geen shirtje, want de ‘boutique’ van Stade Rennais opent pas om 14:00 uur. Ik wist wel dat voetballers lui waren, maar dit zijn toch geen openingstijden.

Stade Rennais

Terwijl onze premier ons vandaag zal vertellen hoe hij de boel weer op slot gaat gooien, hebben ze hier al of nog een flink pakket aan irritante gewoontes. Overal en nergens mag je bankrovertje spelen met een lapje voor je waffel en bijna overal vragen ze daadwerkelijk om je ‘pas sanitaire’. Zelfs als je niet naar de WC hoeft. Het is weer even wennen, maar ik denk dat we na een week niet beter weten.

De eerste kilometers lopen over een jaagpad lang een riviertje. Een behoorlijk vlak gravelpad met af en toe een hek en een ‘ecluse’. Nu moet je weten dat de term ‘ecluse’ een bijzondere vibratie teweeg brengt in onze familie. Ooit hebben wij een halve vakantie in de Bourgogne langs meer dan 100 van die klote dingen gereden. We kunnen geen sluis meer zien.

Vandaag is het bij 3 sluisjes gebleven en dat konden we net aan. Na de brug was het nog even vlak, maar daarna eigenlijk de rest van de etappe niet meer. En voordat je Alpen visioenen krijgt, zo erg was het niet. Nooit steil, nooit lang, maar altijd wel een kleine hellingspercentage. Genoeg om ons aan het einde van de dag moe te krijgen. Al met al goed te doen en wat ons vooral bijblijft zijn de heerlijk ‘glijdende’ afdalingen, waarbij je de fiets gewoon kan laten rollen, niet hoeft te remmen, weinig hoeft te sturen en lekker kunt genieten.

Wat opvalt is dat de omgeving behoorlijk groen is in augustus. Ons is niet helemaal duidelijk of dit komt doordat het altijd veel regent in Bretagne, of omdat het ook hier deze zomer extra vochtig is. De velden staan nog vol met veldbloemen en de heuvels zijn nog groen en niet verdord.

Voor de verandering werkte de vereende navigatiesystemen goed dit keer. De route was bewegwijzerd en de Garmin deed alleen in Rennes een beetje moeilijk. Mijn off-line 3D Maps kaarten deden ook hun werk in 4G loze zones. Dat zorgde er voor dat we vrij weinig fout zijn gereden.

Onderweg kwamen we het graf van Merlin de tovenaar nog tegen. Een niet bijzonder imposante steen met een bordje erbij. Wat ons wel een beetje verraste, is dat het een heus bedevaartsoordje is. Mensen fluisterden, en legden minutenlang hun hand op de steen of offerden bloemen of gewoon gras. En waarom ook niet. Als Lourdes normaal is, dan is dit ook volstrekt logisch.

Het graf van Merlijn

Meer in mijn eigen religieuze sferen zit het Louison Bobet Museum. De drievoudig Tour winnaar uit de jaren vijftig. Uiteindelijk blijkt het wieleraltaar voor deze buitengewone renner bescheiden met 2 fietsen en een paar truien en medailles. Er wordt een film van een half uur getoond met zijn broer Jean en zijn zus Madeleine, die in veel te snel Frans uit de doeken doen waarom juist hun broer Louison zo’n goeie was. We beschouwen ons entree van €5,- per persoon maar als offer aan de wielergoden en als donatie aan St Meen.

Fiets van Louison

Het tientje dat we bij Louison over de balk gesmeten hebben, wordt door de prijs van de camping ruimschoots gecompenseerd. Deze overnachting kost ons €5,50 inclusief stroom. Al is niet helemaal duidelijk of dat bij de prijs inbegrepen had moeten zijn. Het is een eenvoudige municipal en ik heb wel eens moderner sanitair gezien, maar de douche is warm en eindelijk komt ons zelf meegenomen toiletpapier van pas.

Tot slot heb je tot mijn verbazing overal je ‘pas sanitair’ nodig, behalve als je naar het sanitairgebouw gaat. Rare jongens die Fransen.

Podcast # 40 – Eindelijk weer live (Deel I)

Na een paar maanden van het Amerikaanse Maryland te hebben genoten, is Ronald weer even terug in Nederland. Een goede reden om even flink bij te podcasten. Gewoon weer in onze originele studio in Almere. En als we dan toch bezig zijn, zijn we niet meer te stoppen. Genoeg materiaal voor een podcast in 2 delen. Vandaag deel I.

Als Ronald dacht dat hij thuiskwam in een warm fietsbad, dan had hij buiten de staat van onderhoud van zijn Trek gerekend. Speling in zijn voorwiel, maar voornamelijk stroeflopende rem- en versnellingskabels noopten hem eerst de werkplaats op te zoeken, voordat hij eindelijk weer eens over een normaal fietspad kon rijden.

Fietsen was al populair, maar het lijkt steeds populairder te worden. Naast dat je op de fiets naar school of naar je werk kunt, zijn er inmiddels vele andere vormen bedacht. Relatief nieuw is het bikepacken. Hoewel het een sterke verwantschap heeft met het vakantiefietsen, zijn er toch verschillen aan te geven. Het traditionele vakantiefietsen of fietskamperen heet tegenwoordig biketouring. Handig, want dan begrijpt onze correspondent in de USA het tenminste ook. In deze podcast is er aan de hand van het eerste bikepack avontuur van Marc, ruim aandacht voor deze vorm van fietsgeluk.

https://soundcloud.com/user-540787362/pc-40-eindelijk-weer-live-deel-i

Link naar podcast #40

Linkjes

Gadgets en vakantiespullen
Ortlieb Bikepacking
Ortlieb ‘zadeltoetertas’
Ronald’s Ortlieb handlebarbag
Ronald’s Rockbros frametas
Marc’s Ortlieb frametas
Exped Synmat UL 7 LW (slaapmatje)
MSR Mutha Hubba NX (tent)
Close the Gap bike parts (met oa de outfront mount/hidemybell)
Topeak iPhone houder
Topeak PowerBank (~6000mAh)

Campings
Camping Slangenborg

Rem- en versnellingskabels
GCN – Internal cable routing hacks (oa de stofzuigermethode)
GCN – How To Replace & Fit Gear Cables On A Road Bike
GCN – How To Fit Internal Cables On A Road Bike
GCN – Vervangen van versnellingskabels (Engels)
Sickbiker – Internal vs External cable routing (Interessante visie op de bekabeling van de moderne racefiets)
Parktool – achterderailleur afstellen (Engels)
Parktool – voorderailleur afstellen (Engels)
Mechanic Monday – Stuurlint aanbrengen

Podcast # 39 – Zomers Avontuur op de Fiets

Het is zomer en dus tijd om te fietsen. Niet van die kleine lullige stukjes heen en weer door de polder, maar een serieuze route in het buitenland. En waar de een genoegen neemt met België, gaat de ander voor niets minder dan West Virginia. Waar de een verblijft in luxe hotels, slaapt de ander in de tent in iemands achtertuin. Het levert in ieder geval weer mooie verhalen op over Fietsen Natuurlijk !

https://soundcloud.com/user-540787362/pc-39-zomers-avontuur-op-de-fiets

Linkjes

Grensroute NL-B
Reisverslag grensroute op FN!
Slapen in de achtertuin (met kaart)
Routeboekje ‘Fietsen langs de Dodendraad’

Greenbrier River Trail (VS)
Routeverslag op FN!
Route info (US state park site)
Routekaartje (US site|pdf)
DirtBean Café & Bike, Marlinton, WV

Materiaal
Tent Mutha Hubba NX (Bever)
Tent Mutha Hubba NX (fabrikant: MSR)
Derailleur dropouts bestellen (.be)

Greenbrier River trail, VS

13 juli 2021, dag 2

Ik schrijf dit onderweg. Waarom, dat vertel ik zo. Het plan was vandaag om een route te pakken iets ten westen van de rivier waar ik gisteren langs naar het zuiden reed. Over de weg dus. Ik kan de route van gisteren natuurlijk ook gewoon terugfietsen (en dat is zeker geen straf), maar -dacht ik- zo zie je nog eens wat anders van de omgeving, ontdek je nieuwe wegen en heb je ook nog wat extra tegeltjes.

De Greenbrier highlands

Ik merk al snel dat de route -hoewel deze zo’n 150 meter hoger ligt dan de rivier- geenszins vlak is. Er zijn hier twee soorten kuitenbijters. De eerste soort is van de categorie 7-10% klimmen en dalen. Ook al zijn de klimmen dan niet lang, ze zijn wel steil en ik bedenk me al snel dat ik dit niet 120km vol ga houden. De andere soort kuitenbijters zijn van de categorie viervoeter: honden! Op de wegen in dit stukje zie je nauwelijks verkeer of mensen, maar dus wel dit soort beesten. Geblaf links en rechts zodra je maar in de buurt van huizen komt. Op het moment dat ik twee van deze mormels plotseling achter mij en mijn fiets aan heb rennen, is de maat vol. Met meer geluk dan wijsheid kan ik ze afschudden, want net op dat moment gaat de weg weer naar beneden. Het is genoeg geweest, hier beleef ik geen plezier aan mijn rit. Dus de eerstvolgende bail-out (tip: maak altijd een plan B) terug naar de rivier via een prachtige afdaling door het groen. Geen huizen, geen honden.

Op de trail voelt het een beetje als thuiskomen. Lekker rustig, vlak, mooi gravel, en schaduw. Nu kan je natuurlijk zeggen dat dezelfde route heen- en terugfietsen wel een beetje saai is, en dat zo’n spoortracé niet echt spannende bochten of technical trail features heeft, om over het klimpercentage van gemiddeld nog geen 1% maar te zwijgen. Maar ik zie eigenlijk alleen maar voordelen. Ten eerste komt het mij vandaag na mijn darmavontuur van gisteren erg goed uit om geen klimmetjes meer te hoeven doen. Hoewel de eerste 16km op en af best goed gingen en ik graag klim, voelen de benen toch slap. Ik moet daarom ook goed eten en drinken vandaag. Daar heb ik gelukkig allerlei spulletjes voor bij me. Een ander groot voordeel is dat er bijna alleen maar schaduw is op deze trail, en dat is fijn op een zonnige dag met 30 graden. Bovendien heeft de trail waterpompen waarmee je vers drinkwater uit de grond kan pompen. Tot slot heb je hier schitterende vergezichten over de rivier, iets wat ik boven op de weg ook had verwacht, maar niet ben tegengekomen.

Met de adrenaline nog in de benen vervolg ik mijn weg over de oude spoorbaan. De benen voelen slap, trillerig. Waarschijnlijk door de kuitenbijters. Ik besluit om het even rustig aan te doen en de adrenaline wat te laten zakken. Tot overmaat van ramp voel ik nu ook dat mijn kont zeer doet. Dit wordt een hele lange dag vrees ik. Ik neem me voor om bij elke campsite of picknick plaats langs de trail even te stoppen en het verslag van de dag stukje bij beetje op te schrijven. Ik merk dat het helpt om af en toe even te gaan staan op de pedalen. Als ik daarna ga zitten, voel ik de pijn even niet en geniet ik echt van de omgeving. Ik ben nog maar op mijl 12 van de 80…

Na een tijdje gaat het beter. De benen voelen eigenlijk wel goed. Wel vermoeid, maar met veel korte stops, repen, koek uit het ontbijtbuffet van het hotel en bergwater red ik mij prima. Mijn tempo gaat langzaam omhoog naar dat van gisteren en ik kan meer en meer genieten van de omgeving. De vergezichten over de rivier met daarin enorme rotsblokken, en de rotsformaties aan de andere kant die stijl omhoog gaan als ware het klimwanden, zijn indrukwekkend. Ben ik even blij dat ik deze route alwéér fiets!

Het is erg leuk om onderweg mede-fietsers te groeten en een praatje te maken (ook iets wat je daar boven op de wegen niet ziet, daar lijkt geen hond te willen fietsen…). Zo wijst een stel mij op het hert dat de rivier oversteekt, terwijl een andere al aan de overkant is. Of een man die uitgebreid aan het lunchen is aan een picknicktafel vlakbij de spoorbrug. Chips, hotdogs, cola, van alles ligt er op tafel. Of ik ook een hotdog wil. Ik bedank, maak een praatje en stap weer op. “Misschien kom ik je straks nog wel tegen” zegt hij. Blijkbaar gaat hij dezelfde richting op als ik. Ik groet en rij de spoorbrug op.

Overstekend wild…

Het enige kleine plaatsje op de trail en in de wijde omgeving van dit 4G-loze gebied ligt op mijl 56: Marlinton. Daar was ik gisteren natuurlijk ook al en het fietscafé DirtBean Cafe&Bike (met wifi) beviel zó goed, dat ik er opnieuw langs ga, dit keer voor iets zoets. De koffie (vers gemalen) blijkt van een kwaliteit waar een Italiaan jaloers op wordt, en ik bestel een dubbele espresso en twee home-made cakes. Ik zie in mijn ooghoek een tap met lokale bieren. Ik registreer het in mijn lange-termijngeheugen en probeer het verder maar te negeren. Ooit als ik hier nog eens terugkom… Boven op het balkon in de schaduw en met wat verkoelende wind, kijk ik uit over het dorpje en geniet. Hier kan ik echt de hele dag blijven zitten. Maar ja, dat kan natuurlijk niet, want ik moet weer terug naar de auto en moet dan nog 5½ uur rijden naar huis. Ik dwing mezelf uit de stoel, vraag de vriendelijke serveerster Kayla om mijn bidons met water te vullen (heel lief: ze doet er ook ijs in) en ga weer op pad.

Ik kom weer in de buurt van de tunnel waar ik gisteren van de andere kant doorheen ben gefietst. Ik zie de lunch-man weer, hij heeft zichzelf en zijn fiets op een campsite in de schuilpIek genesteld. Vreemd, want het is prachtig, zonnig weer. Ik zwaai naar hem en rijd verder. Bij de tunnel maak ik een foto vanaf de brug die met een lichte bocht onherroepelijk naar de tunnel leidt, en hoor achter mij geraas. Wind? Ik draai me om en concludeer: Nee, geen wind, maar regen. Hevige regen en het komt erg snel dichterbij! In een flits denk ik aan de lunch-man. De tunnel! Ik klik in en net als ik de tunnel inrijd, barst het los. Hoeveel mazzel kan je hebben?

Spoorbrug vlak voor de tunnel

Mijl 80, het einde van de trail. Ik ben niet ingestort en heb het gered! Dit is werkelijk een prachtige trail. 250km gravel (als je hem heen en terug fietst tenminste) dwars door de natuur en langs een heerlijke rivier. Als ik nog een keer terugkom, neem ik een hotel in Marlinton. Héél dicht bij het fietscafé.

Mijl 80, eindpunt van deze trail