01. Wat is een fietsvakantie?

1.1 Kort door de bocht

Een trektocht waar je de fiets als vervoersmiddel gebruikt.

1.2. Definities en discussies

Als je ergens lid bent van een fietsvakantie Facebook groep of op internet al wat fora hebt afgeschuimd, zal je ontdekt hebben dat er verschillende termen zijn voor fietsvakanties en dat sommigen ook veel waarde hechten aan de goede naam bij het juiste beestje.

Toen wij in 1998 onze eerste serieuze tocht maakten, heette het gewoon vakantiefietsen of fietskamperen. Dat laatste gaf direct aan dat je de voorkeur gaf aan de tent als middel om te overnachten. Terwijl een fietsvakantie met hotels of B&B’s natuurlijk ook prima kan.

De term randonneren was in die tijd een voorbestemd aan de ‘wappies’ die zoveel mogelijk kilometers in een zo kort mogelijk tijdbestek af wilden leggen. Het genereerde mooie verhalen van slapen in het graanveld en na een korte nachtrust vergeten zijn welke kant je nu op moest fietsen. Wij noemden onszelf zeker geen randonneurs.

Met de introductie van bikepacken, is ook de term biketouren geïntroduceerd. Hoewel er halve oorlogen worden gevoerd op internet over wat wel en wat niet onder bikepacken mag worden geschaard, is het voor de minder emotionele lezer een beetje lood om oud ijzer. Omdat het vervelend wordt als ik iedere keer uitleg wat ik onder Bikepacken versta, doe ik het hier één keer. Dit is mijn definitie, dit is niet een algemeen geldende waarheid.

1.2.1. Bikepacken

Met een sportieve fiets (racefiets, MTB, Gravelbike) met zadeltoetertas, frametas en handelbaar bag een fietstrektocht doen. Waarbij de focus ligt op het fietsgenot en minder op het comfort en waar zeker ook een prestatie aan kan hangen.

Redelijk standaard setup van een bikepacker

1.2.2. Biketouren

Het ouderwetse vakantiefietsen met (Ortlieb) tassen voor en achter, een kanozak bovenop je achtertassen gebonden een een stuurtasje met een beugel aan je stuur. Biketouren doe je op een trekkingfiets met een krakelingenstuur.

Zo herken je de biketourder

1.2.3. Biketrucken

Hierbij introduceer ik ook het nieuwe begrip; ‘Biketrucking’. Hier schaar ik de fietsers onder die volledig voor comfort kiezen en zoveel spullen meenemen dat hun fiets meer op een truck lijkt dan op een fiets. Om je er een voorstelling van te maken denk ik aan een fietser met achtertassen met aanhangtasje (Ortlieb heeft het), 2 kanszakken op de achtertassen, een voordrager waar zowel voortassen als een kanozak bovenop kan, een frametas, een stuurtas, een buistas en een rugzak. Afgelopen zomer zijn we 2 Fransen tegengekomen waarbij hij 46kg en zij 32kg aan bagage bij zich had. Dat noem ik dan ‘biketrucken’.

1.2.4. De standplaatsfietser

Wat ik niet meeneem in deze introductie is de ‘standplaatsfietser’. Daarmee bedoel ik de fietsers die ergens naartoe rijden, daar hun camper neerzetten of een B&B boeken en van daaruit fietstochtjes maken. Er is niets mis mee, maar in mijn definitie is het geen vakantiefietser.

Bretagne en Normandië – Etappe 7 (Binic – Plurien [63km])

In 1998 was de Groene Route naar de Middellandse zee onze eerste kennismaking met fietsland Frankrijk. Hoewel het netwerk aan kleine weggetjes Frankrijk toen al tot een prima fietsland maakten, hebben de Fransen sindsdien niet stilgezeten.

Steeds meer voorzieningen voor de fiets

Ook Frankrijk wil zich profileren als fietsvriendelijk land. Dat predicaat krijg je echter niet cadeau. Vele kilometers oude spoorlijn zijn omgetoverd tot (onverhard) fietspad of ‘voie verte’ zoals de Fransen het zelf noemen. Daarnaast worden lange afstandsroutes aangelegd, waarbij er aandacht wordt besteed aan veilige passages voor fietsers. Natuurlijk is het nog niet op het Nederlandse Niveau, maar als ik het met 20 jaar geleden vergelijk, dan is de vooruitgang duidelijk merkbaar.

Wat ook opvalt is het aantal Franse vakantiefietser. Was dat in 1998 welgeteld nul, dan kom je nu meer Franse fietsers tegen dan Nederlandse.

Sommigen hebben het fietskamperen net ontdekt en hebben daardoor nog geen uitgebalanceerde uitrusting. Ik heb tentstokken als een zadeltoetertas onder het zadel gezien en een Quechua tentje bovenop een paar fietstassen die duidelijk van oma zijn geleend. Ik zie heel veel regenhoezen. En een beetje ervaren fietskampeerder weet dat die dingen niet werken. En ik zie mandjes aan het stuur met vaak een rugzakje daarin gepropt.

Maar ik kwam ook een uber hippe bikepacker tegen. Je kent ze wel met baard en opscheer kapsel en een klein buikje van het speciaal bier. Deze Franse variant zat op een Pinarello Grevil met al zijn spulletjes netjes in Revelate Design tasjes. Het merk van zijn tenue kon ik in het voorbijgaan niet direct achterhalen, maar het was zorgvuldig uitgezocht. Zijn zwart leren fietsschoenen met vetersluiting maakte het een perfect plaatje. Hij was helaas al weer uit zicht voordat ik mijn telefoon uit mijn stuurtas kon trekken om dat plaatje te schieten.

Tot mijn grote vreugde en ook wel een beetje tot mijn opluchting, komen we ook regelmatig jonge biketourders tegen. Ik was een beetje bang dat deze tak van sport voorbehouden was aan 50 plussers en dat als je die magische grens nog niet had bereikt, je gedoemd was te moeten bikepacken, maar dat blijkt dus niet waar. En dan ook niet van die gelegenheids biketourders op geleende fietsen en een vuilniszak achterop, maar met serieuze Ortlieb tassen en kanozak achterop.

Wat ik ook al 3 keer ben tegengekomen en hier moet ik een foto van maken, is een tandem met een ligfietser voorop en een rechtopfietser achter. De eerste indruk is wel dat het hier gaat om het vervoer van fysiek of geestelijke beperkten, maar dat is geenszins het geval. Dit is een grappig alternatief voor een traditionele tandem.

De route meanderde vandaag door Bretons landschap dat bestaat uit graanvelden, bos en leuke Bretonse huisjes. Aan de kust wordt het vaak wat ruiger, met rotsen en onverwacht steile klimmetjes. Het getijdeverschil is bij eb heel duidelijk zichtbaar. De zee valt honderden meters droog en zeearmen landinwaarts zien er uit als opgedroogde rivieren, met her en der een naar een kant omgevallen bootje.

Bij eb valt er een flink stuk droog

Om het nu spectaculair te noemen, gaat te ver, maar mooi fietsen is het zeker. Het is zeker niet dat je van hoogtepunt naar hoogtepunt fietst, maar het is ook niet vaak te lelijk om je ogen open te doen. Als je van lekker fietsen houdt en niet teveel hecht aan musea en bezienswaardigheden, dan is dit een goede route. Ik neem aan dat de museumdichtheid rondom de invasiestranden van Normandië wel toe zal nemen.

Over de spoorbrug bij Les Ponts Neufs

De lezers die geen interesse hebben in fietstechniek, kunnen direct door naar de volgende alinea. Voor hen die zijn gebleven, zou ik willen adviseren een paar stevige banden te monteren voor deze route. Ik heb wielrenbandjes (25mm) gezien, maar het lijkt me geen feest. De route gaat veel over gravelwegen, wat vaak netjes aangestampte fijnkorrelige gravel is, maar ook soms grove en vooral scherpe gravel, of mul grind of modder. Dus behalve brede banden, zeker 40mm, raad ik ook antilek banden aan. Als je met flinterdunne tubeless gravelbandjes over deze paden crosst, zal het ‘latex’ je om de oren spuiten. Ik zeg; Schwalbe Marathon monteren.

Camping Les Salines is een verademing ten opzichte van gisteren. Rustig en bezet met mensen die je niet direct in een uitzending van ‘Showroom’ verwacht. Animatie is hier ook, maar dat wordt dan niet vormgegeven door Karaoke, maar kindertoneel met een Franse ‘monsieur’ en een ‘diable’.

Toneel op de camping Les Salines

We staan op een nette plek met gras als ondergrond. De campingeigenaar begrijpt wat trekkers zoeken. Er is een tent waar je kunt zitten als het slecht weer is en als je elektra wilt, kun je daar een stekker en verlengsnoer bij krijgen. De eigenaar spreekt Frans, maar langzaam en verstaanbaar, zodat ook de goedbedoelende buitenlander er nog chocola van kan maken. En…… ze hebben er in een alleraardigst klein barretje heerlijk lokaal Blond Bier.

Bretagne en Normandië – Etappe 4 (Scrignac – Locquirec [72 km])

Naast de gister al genoemde en geroemde lokale bieren, hebben ze hier ook lokale cola, met de toepasselijke naam Breizh Cola. Voor hen die geen Bretons verstaan, Bretagne op z’n Bretons is Breizh.

Het Bretons lijkt in de verste verte niet op het Frans. Het heeft meer weg van het Welsh. We hebben het steeds over de Britten die hun naam aan Bretagne hebben gegeven, maar het waren veelal Welshmen.

Er zijn ongeveer 200.000 Bretonners die het Bretons machtig zijn, het is een ‘dingetje’ op de scholen en heel diep zit er nog het verlangen om onafhankelijk te zijn van Frankrijk. Bretagne is daarmee een beetje het Friesland van Frankrijk.

We hebben Bretagne doorklieft. We hebben er een ‘streep’ doorgezet. Wat achterblijft is een herinnering aan een glooiend landschap met graanvelden en bossages, leuke typisch Franse dorpjes en natuurlijk de spoorlijntjes. Waar zou de huidige fietser zijn, zonder de vroegere trein?

Bospad langs een zeearm bij Morlaix

We zijn blij met de verandering in landschap. Na tweeënhalve dag spoortreintje spelen, komen we aan de kust. We ruiken het nog voordat we het zien. De typisch zilte lucht, het stinkende zeewier. Op een bospad langs een zeearm zien we hoe ver de zee zich hier terugtrekt.

De Bretonse kust

We genieten van het uitzicht op zee, of eigenlijk de baai val Morlaix. Ooit een belangrijke havenstad, nu vooral bezig met toerisme. De haven is niet meer gevuld met koopvaardij maar met plezierjachten.

Langs de kust fietsen we van het ene naar het andere fotomoment. Daar moeten we wel wat voor doen. De gelijkmatige stijging van de voie verte hebben we achter ons gelaten en we zijn nu overgedragen aan de grillen van de Bretonse kust. Dit leidt tot de eerste serieuze klimmetjes van deze vakantie. Nog altijd ruim binnen de gezelligheidsmarges. We zien 3 jongens lopen met hun volbepakte fiets. Waarom lopen als je een fiets hebt?

Te laat kom ik erachter dat ik eerder had moeten eten. Chagrijnig knijp ik vlak voor een klim hard in de remmen. Madeleine spot een mooi plekje aan zee en de lunch is nabij. Na de lunch duurt het toch nog even voordat de ingenomen energie ook daadwerkelijk in mijn benen is aangeland. De eerst klim is nog geen pretje, maar na de derde loopt alles weer soepel.

Lunch aan zee

De bakker in Morlaix had mijn ‘pain cereal’ opgevat als een off-white stokbroodje. Best lekker, maar niet bijzonder voedzaam. Dus mochten we op zoek naar een supermarkt. We vonden er een in Plougasnou. Een Casino dit keer, maar wel een beetje een vervallen exemplaar, met sterren in de winkelruiten en gebroken tegeltjes op de vloer. We hebben er snel te dure kaas ingeslagen en zijn toen gevlucht naar de bakker op de hoek. Daar heeft Madeleine een heerlijk broodje gescoord.

Brexit deelt harde klap uit aan Franse visserij

Bij een van de dorpjes reden we tegen twee scheepswrakken aan. Ze lagen daar een beetje willekeurig, maar het geheel zag er eigenlijk best leuk uit. We waren in ieder geval niet de enigen die er even stopten om er een foto van te nemen.

Onze overnachting stond gepland op de camping municipal van Locquirec. Daar ging kort na aankomst een flinke streep door. ‘Complet’, ook voor 2 zielige fietsers. Misschien de volgende camping. ‘Je suis désolé’.

Na de nodige rechtszaken over wie schuldig was aan dit debacle, hadden we bedacht eerst maar eens te gaan bellen met ‘de volgende camping’. En voor de tweede keer deze vakantie deed een telefoonnummer het gewoon niet. Dus dan maar de volgende camping bellen. Daar deed de telefoon het wel, maar kregen we een antwoordapparaat. Een beetje ontgoocheld zijn we op de fiets geklommen en op zoek gegaan naar ‘de volgende camping’.

Na 300 meter hadden we het bordje van camping Rucanay al gespot. Dat de pijl landinwaarts wees, beloofde weinig goeds. Een felle klim van boven de 10% moest worden overwonnen om op dit stacaravanparadijs te komen. Gelukkig hadden ze hier wel plek voor twee zielige fietsers. Dit jaar heeft onze camping zijn zesenvijftigste verjaardag gevierd. Ik weet zeker dat het sanitairgebouw er sinds de geboorte staat. Douches met prachtig jaren 70 oranje wanden en kleine bruin gemêleerde tegeltjes. Het is bijna weer hip.

Ons plan om ook maar op de camping te eten, was met de ferme ‘Complet’ ook in rook opgegaan. Deze senioren opbergplaats had geen restaurant en ook geen broodservice voor morgenochtend. Dus dan toch maar even terug naar Locquirec voor een restaurant en een supermarkt.

En dan zit het mee. Als we de afdaling inzetten zien we over de weg een ‘epicerie’. Het blijkt het winkeltje van de camping municipal te zijn n we konden er zonder probleem een pain cereal en twee croissantjes bestellen voor morgen. Achter de ‘epicerie’ lag het restaurantje van de camping, waar we met uitzicht op zee een heerlijke maaltijd hebben kunnen gebruiken.

Uitzicht vanaf het terras van het restaurant

Heel warm is het niet. Dat komt met name door de wind. Na het eten besluiten we ons snel terug te trekken in de tent. Nog maar wat lezen en een verhaaltje typen. Voor het eten heeft Madeleine alvast online een reservering voor ‘de volgende camping’ gedaan. Nog even afwachten of die is doorgekomen.

Bretagne en Normandië – Etappe 3 (Mûr de Bretagne – Scrignac [77 km])

Je hebt altijd dingen bij je tijdens je fietsvakantie, die je thuis weer ongebruikt uitpakt. Voor het gewicht wil je dat fenomeen tot het minimum beperken. Toch zijn er artikelen die je graag na je vakantie ongebruikt uitpakt. Ik noem; de regenjas.

Er was zon en 27 graden voorspeld door Météo France en dus miezerde het vanochtend bij vertrek. Een beetje tussen te weinig voor een regenjas en teveel om te negeren. Later werd dat probleem opgelost. Na een kilometer of 15 viel er duidelijk voldoende om zonder gêne een regenjas aan te trekken.

Onze gite

Met vooruitziende blik hadden we een week geleden alvast een gite gereserveerd met de prachtige naam gite d’étape la Gare Scrignac. De gite wordt geëxploiteerd door de bewoners van Scrignac en de opbrengsten komen ten goede aan de gemeenschap.

Een verlaten seinhuisje

De route leidde ons over de oude spoorlijn en een klein stukje langs de Blauvet. De propaganda van de Franse VVV klopte als een bus. De route was makkelijk en geschikt voor het hele gezin. Tot onze vreugde kwamen we vele fietsende gezinnen tegen, met uiteenlopende uitrusting. Ik zwaai altijd naar de kinderen, maar dat is niet altijd een goed idee. Het nodigt namelijk uit tot terugzwaaien en voor sommige jonge fietsers is zwaaien en het besturen van een tweewieler een te grote aanslag op hun coördinatie. Een beetje uitkijken dus, want voor je het weet heb je een frontale botsing.

Het woord ‘uitrusting’ is gevallen en ik moet het echt even kwijt. Onze vriendelijke Franse camping buren van gisteren, waren ook fietsers. In ieder geval een soort van. Vanochtend waren ze om half zeven al hun krakende plastic zakken aan het inpakken. Dat was, zo bleek later, geen overbodige luxe om op tijd weg te zijn. Ik heb zelden fietsen zwaarder beladen gezien dan deze 2. De buurman vertelde me dat hij 46kg aan bagage bij zich had en zijn vrouw 32kg. Voor de niet fietskamperende lezers, wij hebben respectievelijk 21 en 12 kilogram bij ons. Gelukkig zat er een dikke accu op beide fietsen, waardoor ze wel vooruit kwamen, maar geen ruimte meer hadden voor een bidon. Gelukkig hadden ze allebei nog niets op hun rug, dus daar paste dan mooi een Camelbak.

Dat Madeleine en ik een setje zijn, mag niet echt meer een verrassing zijn, maar we toonden vandaag opvallend veel ANWB-stelletjes gedrag. Op hetzelfde moment schakelen, op hetzelfde moment een regenjasje aan, of juist weer uit en op hetzelfde moment een opkomende hongerklop. Straks gaan we nog hetzelfde denken….

Bij Kervallon reden we spontaan tegen een uitspanning aan. We hadden net een Frans gezin geholpen met het oppompen van een achterband, dus we waren wel aan een beloning toe. De uitspanning bleek een keurig bij elkaar geraapt zooitje te zijn, dat gerund werd door een Zwitser. Maar de koffie was prima en ze hadden er Cola Zero en dat is niet altijd een zekerheidje hier.

Na Zwitsers grondgebied te hebben verlaten, hadden we nog maar een kilometer of 8 langs het riviertje Squiriou voor de wielen. Ook deze waren niet zwaar en precies na 77,5 km stonden we voor onze gite. Hier werden we vriendelijk ontvangen door een Belgische dame die geen Nederlands sprak, maar met ons beperkte Frans zijn we er toch uitgekomen. En nog veel belangrijker, ze verkocht er koud lokaal bier!

Niet slecht lokaal Bio Amber bier

Weer iets wat we in Nederland toch echt niet meer kunnen bedenken, geen bereik. En ik bedoel niet alleen geen 4G, gewoon helemaal geen G en ook geen telefoon signaal. Alsof ooit iemand nog belt. Gelukkig gaat onze gite met haar tijd mee en heeft het behoorlijke WiFi.

In een extra ingelaste plenaire vergadering hebben Madeleine en ik geconcludeerd, dat het fietsen over een spoorbaan naast een aantal voordelen ook nadelen kent. Zo mis je leuke dorpjes, want de trein ging altijd langs het dorpje en zelden er doorheen. Even van de route afwijken voor een schaarse bezienswaardigheid is ook niet altijd even makkelijk, want dan moet de spoorbaan toevallig een weg kruisen. Zo hebben we ergens een leuke kleine abdij gemist. Wij vinden de afwisseling van mooi fietsen en af en toe een schattig dorpje ideaal. Het mooie fietsen is op deze route dik in orde, de leuke dorpjes moeten we maar van de foto’s geloven.

Bretagne en Normandië – Etappe 2 (St Méen le Grand – Mûr de Bretagne [79 km])

Mooi gravelpad op een oud spoorlijntje

Soms maak je het in je hoofd spannender dan het is. De route leidde ons naar Mûr de Bretagne. Een plek waar ik een compleet prof peloton omhoog had zien zwoegen. En zij hebben fietsjes van 7,1kg. Die van mij is schoon aan de haak 17,2 kg en daar komt nog eens de bepakking van 21kg bovenop. Dus ik zette me bij voorbaat schrap.

Maar een mens lijdt het meest…. Bijna de complete route liep over een oud spoorlijntje. Soms een beetje omhoog en soms een beetje naar beneden. Nooit moeilijk en nooit zwaar. Ik denk dat ze in Nederland een moord zouden doen voor een gravelpad van 70 km lang. En ik moet zeggen dat het prima fietsen is. Niet alleen de stijgingspercentages, maar ook de schaduw en de omgeving doen de fietsvreugde vergroten. Tussen de bomen door zien we in de coulisse een saai Noord-Frans landschap van heuvels, graanvelden en her en der een verloren boom. Dan is het oude spoorlijntje nog niet zo slecht.

Veel ‘highlights’ zijn we niet tegengekomen. Geen graven van tovenaars en geen stadions waar we shirtjes voor Jort kunnen kopen. Vanuit dat oogpunt kun je de route als ‘saai’ bestempelen, maar ik zie het liever als een echte fietsroute. Waar je van het fietsen kunt genieten, waar het rustig is, waar je weinig auto’s tegenkomt en waar je af en toe een wandelaar of vakantiefietser vriendelijk mag begroeten.

Mooie plek om je verhaaltje te typen

Camping Le Point De Vue heeft zijn best gedaan om het predikaat ‘Trekkerscamping’ te krijgen. We staan op een tentenplaats, niet te verwarren met een tentenveld. We hebben een keurig afgebakend stukje gras, waar je makkelijk 2 of 3 van ons soort tentjes kwijt kan.

Faciliteiten voor trekkers is in orde

Als een camping het trekkersleven begrepen heeft, staan er een paar picknickbanken. Op deze camping hebben ze die een beetje geconcentreerd onder een tent bij het sanitairgebouw. Daarbij hebben ze een ‘Office randonneurs’ ingericht, waar alles staat wat je als trekker niet mee kunt nemen., zoals een magnetron en een koelkast.

Bretagne en Normandië – Etappe 1 (Rennes – St. Méen le Grand [96 km])

De start van onze tocht ligt in Rennes. En niet toevallig bij het station van de Bretonse hoofdstad. Er zit een gat in ons rondje van ongeveer 80km dat we vanochtend eerst hebben overbrugd met de TER. Een fietsvriendelijk lokaal treintje.

Voldoende ruimte in de TER voor je fietsen. Kaartjes zijn online vanuit NL te regelen.

Heb je wel eens dat je in zo’n hele grote Franse supermarkt staat, eigenlijk alleen brood en kaas nodig hebt, maar nog vijftigduizend andere lekkere dingen ziet, die je allemaal niet mee kan nemen op de fiets? Nou, Madeleine wel!

De planning was strak. Om 8:05 de trein naar Rennes, dan starten en direct naar een Mega Leclerc voor lunch artikelen en naar Stade Rennais voor een shirtje voor Jort. Madeleine na 5km al in keuzestress en Jort geen shirtje, want de ‘boutique’ van Stade Rennais opent pas om 14:00 uur. Ik wist wel dat voetballers lui waren, maar dit zijn toch geen openingstijden.

Stade Rennais

Terwijl onze premier ons vandaag zal vertellen hoe hij de boel weer op slot gaat gooien, hebben ze hier al of nog een flink pakket aan irritante gewoontes. Overal en nergens mag je bankrovertje spelen met een lapje voor je waffel en bijna overal vragen ze daadwerkelijk om je ‘pas sanitaire’. Zelfs als je niet naar de WC hoeft. Het is weer even wennen, maar ik denk dat we na een week niet beter weten.

De eerste kilometers lopen over een jaagpad lang een riviertje. Een behoorlijk vlak gravelpad met af en toe een hek en een ‘ecluse’. Nu moet je weten dat de term ‘ecluse’ een bijzondere vibratie teweeg brengt in onze familie. Ooit hebben wij een halve vakantie in de Bourgogne langs meer dan 100 van die klote dingen gereden. We kunnen geen sluis meer zien.

Vandaag is het bij 3 sluisjes gebleven en dat konden we net aan. Na de brug was het nog even vlak, maar daarna eigenlijk de rest van de etappe niet meer. En voordat je Alpen visioenen krijgt, zo erg was het niet. Nooit steil, nooit lang, maar altijd wel een kleine hellingspercentage. Genoeg om ons aan het einde van de dag moe te krijgen. Al met al goed te doen en wat ons vooral bijblijft zijn de heerlijk ‘glijdende’ afdalingen, waarbij je de fiets gewoon kan laten rollen, niet hoeft te remmen, weinig hoeft te sturen en lekker kunt genieten.

Wat opvalt is dat de omgeving behoorlijk groen is in augustus. Ons is niet helemaal duidelijk of dit komt doordat het altijd veel regent in Bretagne, of omdat het ook hier deze zomer extra vochtig is. De velden staan nog vol met veldbloemen en de heuvels zijn nog groen en niet verdord.

Voor de verandering werkte de vereende navigatiesystemen goed dit keer. De route was bewegwijzerd en de Garmin deed alleen in Rennes een beetje moeilijk. Mijn off-line 3D Maps kaarten deden ook hun werk in 4G loze zones. Dat zorgde er voor dat we vrij weinig fout zijn gereden.

Onderweg kwamen we het graf van Merlin de tovenaar nog tegen. Een niet bijzonder imposante steen met een bordje erbij. Wat ons wel een beetje verraste, is dat het een heus bedevaartsoordje is. Mensen fluisterden, en legden minutenlang hun hand op de steen of offerden bloemen of gewoon gras. En waarom ook niet. Als Lourdes normaal is, dan is dit ook volstrekt logisch.

Het graf van Merlijn

Meer in mijn eigen religieuze sferen zit het Louison Bobet Museum. De drievoudig Tour winnaar uit de jaren vijftig. Uiteindelijk blijkt het wieleraltaar voor deze buitengewone renner bescheiden met 2 fietsen en een paar truien en medailles. Er wordt een film van een half uur getoond met zijn broer Jean en zijn zus Madeleine, die in veel te snel Frans uit de doeken doen waarom juist hun broer Louison zo’n goeie was. We beschouwen ons entree van €5,- per persoon maar als offer aan de wielergoden en als donatie aan St Meen.

Fiets van Louison

Het tientje dat we bij Louison over de balk gesmeten hebben, wordt door de prijs van de camping ruimschoots gecompenseerd. Deze overnachting kost ons €5,50 inclusief stroom. Al is niet helemaal duidelijk of dat bij de prijs inbegrepen had moeten zijn. Het is een eenvoudige municipal en ik heb wel eens moderner sanitair gezien, maar de douche is warm en eindelijk komt ons zelf meegenomen toiletpapier van pas.

Tot slot heb je tot mijn verbazing overal je ‘pas sanitair’ nodig, behalve als je naar het sanitairgebouw gaat. Rare jongens die Fransen.

Podcast # 40 – Eindelijk weer live (Deel I)

Na een paar maanden van het Amerikaanse Maryland te hebben genoten, is Ronald weer even terug in Nederland. Een goede reden om even flink bij te podcasten. Gewoon weer in onze originele studio in Almere. En als we dan toch bezig zijn, zijn we niet meer te stoppen. Genoeg materiaal voor een podcast in 2 delen. Vandaag deel I.

Als Ronald dacht dat hij thuiskwam in een warm fietsbad, dan had hij buiten de staat van onderhoud van zijn Trek gerekend. Speling in zijn voorwiel, maar voornamelijk stroeflopende rem- en versnellingskabels noopten hem eerst de werkplaats op te zoeken, voordat hij eindelijk weer eens over een normaal fietspad kon rijden.

Fietsen was al populair, maar het lijkt steeds populairder te worden. Naast dat je op de fiets naar school of naar je werk kunt, zijn er inmiddels vele andere vormen bedacht. Relatief nieuw is het bikepacken. Hoewel het een sterke verwantschap heeft met het vakantiefietsen, zijn er toch verschillen aan te geven. Het traditionele vakantiefietsen of fietskamperen heet tegenwoordig biketouring. Handig, want dan begrijpt onze correspondent in de USA het tenminste ook. In deze podcast is er aan de hand van het eerste bikepack avontuur van Marc, ruim aandacht voor deze vorm van fietsgeluk.

https://soundcloud.com/user-540787362/pc-40-eindelijk-weer-live-deel-i

Link naar podcast #40

Linkjes

Gadgets en vakantiespullen
Ortlieb Bikepacking
Ortlieb ‘zadeltoetertas’
Ronald’s Ortlieb handlebarbag
Ronald’s Rockbros frametas
Marc’s Ortlieb frametas
Exped Synmat UL 7 LW (slaapmatje)
MSR Mutha Hubba NX (tent)
Close the Gap bike parts (met oa de outfront mount/hidemybell)
Topeak iPhone houder
Topeak PowerBank (~6000mAh)

Campings
Camping Slangenborg

Rem- en versnellingskabels
GCN – Internal cable routing hacks (oa de stofzuigermethode)
GCN – How To Replace & Fit Gear Cables On A Road Bike
GCN – How To Fit Internal Cables On A Road Bike
GCN – Vervangen van versnellingskabels (Engels)
Sickbiker – Internal vs External cable routing (Interessante visie op de bekabeling van de moderne racefiets)
Parktool – achterderailleur afstellen (Engels)
Parktool – voorderailleur afstellen (Engels)
Mechanic Monday – Stuurlint aanbrengen