‘Laut Sprechen’ zei het bordje bij Steinstoss-Stubli. De dame achter de balie was slechthorend, dus hebben we drie keer thee en koffie besteld en uiteindelijk een keer gekregen. Het was weer zo’n uitspanning in niemandsland. Ver van de bewoonde wereld ergens bij een boerderij. Hetgeen doet vermoeden dat de slechthorende dame de boerin was, maar dat is slechts een aanname.
Het heet niet voor niets de Seenroute. We verlaten de Ägerisee en komen langs de Sihlsee, de Zurichsee om te eindigen aan de Obersee. Om het nog leuker te maken zitten we tegenover het plaatsje Lachen op een strandcamping.
Campings – en zeker strandcampings – zijn dankbare onderwerpen. Meestal zijn ze afgevuld met zonderlinge types. Onze overbuurman heeft een fietskar achter zijn fiets waar van alles uitkomt en ingaat. Wijnglazen, en schoenen erin en bijvoorbeeld een BBQ eruit. De campinghorder.
Twee Zwitserse fietsers die we eerde op de dag zijn tegengekomen vind ik in Yogahouding – althans dat denk ik – terug aan de oever van de Obersee. Plots steken ze beide handen in de lucht en beginnen ze rond te draaien. Ik zwaai vrolijk terug en loop verder.
Het meerendeel van de campingbevolking bestaat uit jonge gezinnen. Van een baby van ongeveer 2 maanden tot een jaar of 10. Dat jonge gezinnen beeld wordt twee tenten verder verstoord door een bejaardentent met parkeerplaats voor de rollator.
We staan met onze tent in een vak dat doormiddel van voetbalveldbelijning is afgebakend. Ik ben nog op zoek naar de middenstip. Toch voelen we een drang om binnen de lijntjes te blijven. Maar de schaduw van de boom reikt niet tot in ons doelgebied, dus parkeren we onze stoeltjes maar op de helft van de tegenstander in een 4-4-2 opstelling.
De route van vandaag was weer voornamelijk mooi. In Zwitserland – en eigenlijk in de meeste landen – ontkom je af en toe niet aan een stukje hoofdweg of een industriegebiedje. Vandaag bestond het grootste deel van de route uit alpenweitjes, meren en bossen.
Geklommen moest er wel. Ruim 700 hoogtemeters vandaag. Het begint te wennen, maar het is nog steeds zwaar. Zeker als je stukken van boven de 15% voor je kiezen krijgt.
Ergens komen we ook nog een bordje ’Umleitung bei Schiessbetrieb’ tegen. Nu weten we niet direct wat ’Schiessbetrieb’ is en wanneer dat dan van kracht is. Google biedt ook niet direct uitkomst en we doen de aanname dat het van het woord ’Schiessen’ komt. We horen niks, maar misschien schieten ze op konijnen met een geluiddemper. We zien een jongeman op een racefiets uit de richting komen waar wij naartoe moeten. Zo te zien zitten er geen kogelgaten in hem, dus we wagen het erop.
Bij Einsiedeln rijden we pardoes tegen het gelijknamige klooster aan. Het is een megalomaan gebouw dat door dezelfde architect lijkt ontworpen als het voormalig paleis van Ceaușescu. Niet bijzonder fraai, wel indrukwekkend.
Ook indrukwekkend is de 90 meter schans die we even voor het klooster tegen zijn gekomen. In Einsiedeln houden ze blijkbaar van grote constructies. We hebben van onze lunch genoten terwijl ze met een soort buiksleetjes van de landingsstrook af roetsten. We besloten dat dit een typisch Zwitsers bedrijfsuitje moest zijn. Gezellig voor al je collega’s op de landingsbaan van een 90 meter schans je sleetje met 70 kilometer per uur crashen.
Uiteindelijk rond de avondkoffie toch maar even bij de Obersee gaan kijken. Met een ondergaand zonnetje ziet zelfs het weerwater er nog aantrekkelijk uit, maar de Obersee mag er best zijn.