Het zat even tegen. De laptop was gecrasht met daarop deel II van onze nieuwe podcast. Daarbij is ook het vodje met onderwerpen in rook opgegaan. Helemaal jammer, omdat het een ‘live’ opname betrof toen Ronald even in Nederland was.
Het heeft daarom even geduurd. Maar nu is er een nieuwe podcast. Uiteraard in de inmiddels vertrouwde 45 minuten versie, maar aangezien we heel wat in te halen hadden, is er ook een lange versie beschikbaar. De laatste heeft natuurlijk wat extra onderwerpen.
Jair is de man van de lange adem. In podcast #25 vertelt hij over zijn Race Around the Netherlands. Een tocht van 1.925 kilometer in nog geen 4 dagen. Morgen begint hij aan een nieuw avontuur. De Race Through Poland, een self supported bikepack race van 1.500 kilometer.
Voor wie het leuk vind om Jair te volgen kan deze link gebruiken om te dotwatchen. Zijn capnummer is 32. Ronald en ik gaan hem zeker volgen.
Het is de derde keer dat deze race gehouden wordt. Vertrek in Wroclaw en via een vlakke aanloop gaat de route naar het Tatra gebergte. De route bestaat uit 6 segmenten die verplicht zijn. De tussenliggende stukken moet je zelf aan elkaar knopen, met de handicap dat je niet Polen uit mag en niet op grote wegen mag fietsen (red National roads).
Aantal deelnemers waaronder ik zelf heeft een foto van zijn of haar fiets ingestuurd. Verzameling daarvan is hier te vinden.
Laatste winnaar is Paweł Pieczka (2019) in een totaal brute editie. Hier is een video over “Weather to Scratch”. Zelfs op de bank met popcorn zou je een regenjas aan willen doen.
Gewicht is een gevoelig onderwerp. Niet alleen het gewicht van de fietser, maar ook dat van zijn bagage blijkt regelmatig een onderwerp waar veel emotie inzit. Juist daarom is het van belang het te behandelen.
Je vindt in dit hoofdstuk tabellen met de uitrusting die ik bij me had op onze tocht van 3 weken door Bretagne en Normandië. Dat is een indicatie, maar ook niet meer dan dat. Jouw persoonlijke voorkeur kan voor een andere gewichtsverdeling zorgen. Het kan ook zijn dat diezelfde voorkeuren meer of juist minder gewicht dan in de tabellen staat genoemd tot gevolg hebben.
10.1. Lichaamsgewicht
Het lichaam van de fietser is over het algemeen het zwaarste ‘object’ dat je meeneemt. Het lichaamsgewicht is daarom een factor in de hele gewichtsdiscussie. Het is ook het onderdeel waar relatief veel besparing te halen is, als je daar naar op zoek bent. Ik ben bijvoorbeeld 78kg en dat is 8kg te zwaar als ik naar het midden van de BMI schaal kijk. Met gezonde voeding en goede wil kan ik misschien beter 5 kilo van mijn lijf afhalen dan 500 gram besparen op een stoeltje.
Toch is het niet helemaal zo eenvoudig als hierboven beschreven. De gewichtsbesparing moet natuurlijk niet ten koste gaan van de spiermassa. Ik ga ervan uit dat het besparing op de hoeveelheid lichaamsvet is. En ook daar zit een grens aan. Vanuit de triatlon ken ik een aantal mensen met een zeer laag vetpercentage. Zij hebben het eerder koud dan een ander en hebben logischerwijs minder reserves, dus moeten nog beter op hun voeding letten.
Ik ga daarom hier ook geen pleidooi houden om af te vallen of om eruit te zien als een profwielrenner. Dat is aan jezelf. Waar ik wel ongevraagd wat advies over wil geven is het gewicht van de spullen die je meeneemt op fietsvakantie.
10.3. Opvallende artikelen
Om gelijk maar een paar opvallende artikelen uit mijn uitrusting te benoemen als potentiële punten van gewichtsbesparing, noem ik het toetsenbord en het stoeltje. Om wat makkelijker een reisverslagje op mijn telefoon te kunnen maken, heb ik een (iPad) bluetooth toetsenbord (337 gram) meegenomen. Een beetje tiener kan sneller ’tikken’ met zijn duimen dan ik met 10 vingers, dus dat zou ook zonder moeten kunnen.
Het stoeltje is een leeftijdsdingetje ben ik bang. Toen we met fietsvakanties begonnen was ik 30 en had ik geen stoel nodig. Ik ging wel op een zitlap op de grond zitten. Die houding houdt ik ruim 20 jaar later niet zolang meer vol. Het gaat gewoon pijn in de knieën en rug doen. “Oude man” zegt mijn dochter dan. Dus daarom gaat er een stoeltje van 585 gram mee. In Nederland en Scandinavië is een stoeltje wat overdreven. Veel campings in die landen hebben picknickbanken of ander meubilair staan. In Frankrijk is dat bijvoorbeeld nog geen gemeengoed op campings. In 3 weken tijd hebben we 1 keer een picknickbank en 1 keer oud tuinmeubilair gehad.
Ook vind je 2 opblaasbare kussens terug in mijn uitrusting. Waar sommigen al niet begrijpen dat je er überhaupt 1 meeneemt, moet ik er weer 2 hebben. De reden is dat ik vanwege een knieblessure met een kussen tussen mijn knieën in moet slapen. Het tweede kussen is gewoon comfort voor onder mijn hoofd. Toegegeven, het kan ook anders worden opgelost. Bijvoorbeeld door truien in een T-shirt te proppen. Ook heb ik geprobeerd om van de pompzak van het luchtbed een kussen te maken, maar die loopt toch langzaam leeg.
10.2. De fietskar
Een mogelijk om bagage te vervoeren is een fietskar. Deze neem ik hier niet mee als optie, maar wil ik wel benoemd hebben. Sommige fietsers zweren bij een fietskar en geven aan dat dit fijner fietst dan met bagage op je fiets.
Ik heb jarenlang met een fietskar (Burley Cub uit 2000) rondgereden. Daar vervoerden we kinderen mee totdat ze de leeftijd hadden bereikt dat ze op een aanhangfiets (biketrailer) konden zitten. Vanuit die ervaring kan ik je vertellen dat het geen feest is op met zo’n ding te fietsen. Het schokt en het stoot, trekt je frame uit elkaar en het is nogal zwaar.
Eigenaren van zogenaamde BOB trailer zijn over het algemeen zeer positief over hun karretje. Deze kar is niet geschikt voor het vervoer van nageslacht, maar je kunt er prima je spullen mee vervoeren. Ik heb met een BOB trailer gereden en de constructie zorgt ervoor dat het een stuk beter fietst dan mijn Burley aanhanger, maar ik vind het nog steeds een stuk minder dan met bagage aan of op de fiets. De BOB adepten zeggen dat dit aan mij ligt en ze zouden natuurlijk gelijk kunnen hebben.
Wat in de loop van de jaren steeds meer ruimte inneemt, is de elektronica. Ik heb een telefoon, een sporthorloge, een navigatiesysteem, een voor- en achterlamp en dus een toetsenbord bij me. Daardoor heb ik dan weer 2 powerbanks, een berg aan snoeren en stekkers en zelfs een Eurostekker bij me, om het hele zaakje opgeladen te krijgen. In 1999 had ik in Nieuw Zeeland alleen een Petzl hoofdlamp en een Kermit GSM bij me. Beide werkten op penlite batterijen die je overal kon kopen. De telefoon was alleen voor noodgevallen en je kon er alleen mee bellen en SMS’en. En met een tarief van ƒ10,- per minuut deed je dat zo min mogelijk.
10.3. Gewicht van de fiets en accessoires
Na je lichaam is meestal de fiets het een na zwaarste object. Zeker in mijn geval met een fiets van maar liefst 17,2kg. Madeleine haar fiets (Koga) is met 18,3kg zelfs nog een kilootje zwaarder. Mijn fiets is een jaar of 10 oud en in die tijd was dit een heel standaard type fiets voor een fietsvakantie. Inmiddels zie ik toch wel wat ontwikkelingen in fietsen die het wellicht mogelijk maken om voor een lichtere fiets te kiezen.
De belangrijkste reden voor het gewicht van mijn fiets is degelijkheid. De fiets moet bij met een behoorlijke bepakking toch stabiel blijven en niet uit elkaar vallen. Er zitten daarom speciale vakantiewielen met extra spaken in. Het frame is ook zwaarder om meer stijfheid en stevigheid te creëren. Maar als ik minder aan gewicht meeneem, heb ik dan nog wel zo’n zware fiets nodig?
Als ik kijk naar onze uitrusting, dan zie ik een behoorlijke gewichtsafname. We vervangen geen spullen om het gewicht, maar als ik iets moet vervangen omdat het stuk is, kijk ik wel naar het gewicht van de vervanger. We hebben dit jaar bijvoorbeeld een nieuwe tent en dat scheelt ongeveer 3kg met de oude tent. Zo is er aflopen 10 jaar ongeveer 10kg aan bagage afgegaan. Ik zit nu op 21kg bagage en Madeleine op 12kg. Madeleine kan zeker al toe met een veel lichtere fiets en ik volgens de spes ook.
Als ik bijvoorbeeld een Trek Checkpoint ALR5 (Als) of SL5 (Carbon) neem, mag het totaalgewicht van fiets + berijder + bagage maximaal 125kg zijn. De Checkpoint is zelf 10kg, ik ben 78kg, dus dan blijft er nog 37kg voor bagage over. Daar blijf ik ruim binnen, ook al tel ik het gewicht van de spullen die aan mijn lijf heb (1,2kg) en de accessoires die ik op mijn fiets heb (1,8kg) bij op.
Wij zijn in Frankrijk ook fietsers tegengekomen met veel meer bagagegewicht dan 21kg. Dan wordt het steeds verstandiger om naar de stevigheid van de fiets te kijken.
Artikel
Merk
Type
Waar
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Fiets
Santos
Travelmaster 2.6
Fiets
17200
1
17200
Bidon
Red Cycling Products
Fiets
85
2
170
Bidon vulling
Fiets
760
2
1520
Navigatie
Garmin
Edge Explore
Fiets
131
1
131
Totaal
19021
Gewicht van mijn Santos tijdens tocht van 3 weken in 2021
10.4. Gewicht van de tassen
10.4.1. Verdeling van het gewicht
Om het gelijk een beetje lastiger te maken, is niet alleen het gewicht van de tassen, maar ook de verdeling van het gewicht en de locatie van de tassen van invloed op de rij-eigenschappen van je fiets.
Hoe lager het gewicht (zwaartepunt) aan je fiets hangt, hoe makkelijker je de bocht doorkomt. Hoe meer het gewicht in lijn is met je fiets, hoe stabieler het geheel zal zijn. Met andere woorden, zijtassen zorgen voor een zwabber effect.
Daarom zie je nu bagagedragers waarbij je de tassen lager kunt ophangen en fietsers die ervoor kiezen om liever met voortassen dan met achtertassen te rijden.
Als ik naar onderstaande tabellen kijk, zie ik dat het gewicht niet gelijkmatig is verdeeld over de tassen. Als ik het rijgedrag van de fiets wil verbeteren, kan ik kijken of een andere verdeling van het gewicht daarin kan bijdragen.
10.4.2. De rugzak
Ik vind het zelf helemaal niks, maar andere fietsers hebben een stuk minder moeite met de rugzak op de fiets. Ik krijg een warme en natte rug van zo’n ding, mijn schouders gaan zeer doen en als het een volle rugzak is, wordt staand fietsen ook niet makkelijker. Ik heb mijn bagage dus het liefst aan en op de fiets en niet aan mijn lijf. Misschien ben ik daar wat extreem in, maar ik vind een regenjasje in mijn achterzak van mijn koerstrui al vervelend.
10.4.3. De achtertassen
Als ik nu naar onderstaande paklijst kijk, zie ik dat er toch wel een aantal artikelen gedurende de vakantie is verhuisd. De 2 kussens zijn in een voortas terecht gekomen en de campingstekker is van de linker naar de rechter achtertas verkast. Voortschrijdend inzicht denk ik. Ik had wat ruimte over in mijn voortassen. Achteraf had ik die ruimte moeten gebruiken voor een puffer. Nu was 1 van de voortassen maar half gevuld, dus kon ik er wat extra spul vanuit de achtertassen instoppen.
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Achtertas
Ortlieb
Back Roller Plus
LA
400
1
400
Campingstekker
Soyang
GP51-F
LA
147
1
147
Mes
Victorinox
Tafelmes
LA
25
2
50
Mes
GSI Outdoors
Santoku 6
LA
46
1
46
Lepel
MSR
Titanium
LA
15
2
30
Vork
MSR
Titanium
LA
13
2
26
Theelepel
SeaToSummit
Kunststof
LA
6
2
12
Spatel
Hout
LA
29
1
29
Zakmes
Leatherman
Juice
LA
118
1
118
Mok
Mepal
LA
68
2
136
Glas
Mepal
Basic 234
LA
50
2
100
Bord
Mepal
LA
170
2
340
Koekenpan
GSI Outdoors
8 inch
LA
369
1
369
Kookpan + handvat + hoes
MSR
LA
413
1
413
Vaatdoekje
LA
17
1
17
Gasbrander
CampingGaz
Twister 270
LA
221
1
221
Gasbrander
Primus
Easy Fuel Duo Multi-mount
LA
414
1
414
Gastankje
CampingGaz
CV470
LA
625
1
625
Gastankje
CampingGaz
CV300
LA
240
1
240
Gastank driepoot
Primus
LA
24
1
24
Aansteker
Klein
LA
12
1
12
Knijpers + Waslijn
LA
205
1
205
Wasmiddel
Hema
Travel
LA
223
1
223
Busje kruiden
LA
15
1
15
Postelastieken
LA
21
1
21
Afwassponsje
Hema
LA
12
1
12
Afwasmiddel
Eco
LA
80
1
80
Zakje voor afwasmiddel en sponsje
Toppits
Zipper
LA
8
1
8
Theedoek
LA
106
1
106
Theedoek
LA
88
1
88
Afvalzakken
Hema
Rolletje
LA
71
1
71
Olijfolie
AH
Bak & Braad
LA
117
1
117
Oploskoffie
Nescafe
LA
109
1
109
Kruiden
Peper en Paprika
LA
14
1
14
Toiletpapier
AH Eco
LA
119
1
119
Naaisetje + tentstok reparatie
MSR
LA
20
1
20
Tomatenketchup
Heinz
LA
270
1
270
Mayonaise
AH
Zaanse
LA
178
1
178
Thee
LA
91
1
91
Oploskoffie
Nescafe
In plastic bus
LA
90
1
90
EHBO kit
LA
652
1
652
Totaal
6258
Inhoud en gewicht linker achtertas tijdens tocht van 3 weken in 2021
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Achtertas
Ortlieb
Back Roller Plus
RA
400
1
400
Gereedschapstas
Ortlieb
RA
111
1
111
Onderdelen zakje
plastic
RA
8
1
8
Multitool
Crackbrothers
RA
178
1
178
Reserveband Marc
Schwalbe 40/62-559
RA
191
0
Reserveband Madeleine
Schwalbe 28/47-622
RA
156
1
156
Co2 pomp
RA
25
1
25
Co2 patroon
Trivio
25gram
RA
90
1
90
Co2 patroon
16gram
RA
68
1
68
Quick Link
KMC
2 x 9 speed
RA
7
1
7
Wax
Squirt
Chain Lube
RA
102
1
102
Bandenknecht
BBB
RA
120
1
120
Bandenlichters
3 stuks
RA
51
1
51
Tie wraps
6 stuks
RA
7
1
7
Moertjes
Diverse
RA
42
1
42
Isolatietape
RA
13
1
13
Sleutel voor as Marc
Tranz X
RA
15
1
15
Plakset
RA
17
1
17
Verloopnippels ventiel
3 stuks
RA
12
1
12
Remblokjes
Magura
RA
8
2
16
Aanpaalslot
Axa
RA
494
1
494
Hoofdkussen Marc
Mammut
Self Inflating
RA
140
1
140
Hoofdkussen Marc
Xenos
Opblaasbaar
RA
1
0
Zitlap
Bever
RA
27
1
27
Stoeltje
Alite
RA
585
1
585
Picknick kleed
Technisch katoen
RA
191
1
191
Powerbank + Snoer + Hoes
Xtorm
Groot 15.000
RA
380
1
380
Eurostekker
SKROSS
1×220 + 2xUSB
RA
132
1
132
Toetsenbord
Logitech
RA
337
1
337
Hoes toetsenbord
Ortlieb
RA
55
1
55
Ernergiedrank
SiS
GO Electrolyte
RA
44
3
132
Ernergiedrank
SiS
Beta Fuel
RA
82
5
410
Slippers
Olaian
Maat 43
RA
186
1
186
Sandalen
Birckenstock
Maat 42
RA
485
1
485
Totaal
4992
Inhoud en gewicht rechter achtertas tijdens tocht van 3 weken in 2021
10.4.4. De kanozak
Wij hebben heerlijk warme donzen slaapzakken van Tateljee. Ze zijn inmiddels 22 jaar oud en 2 jaar geleden daarom bijgevuld. Dat zorgde er echter voor dat ze niet meer lekker in de achtertas paste en ook niet meer in onze 9 liter kanozak. Dus nu heb ik een 13 liter kanozak met beide slaapzakken achterop liggen.
Ook hier was sprake van voortschrijdend inzicht. De beste plek voor de pompzak van de luchtbedden bleek toch bij de slaapzakken in de kanozak te zijn. Die vind je dus in een ander lijstje terug, maar zat na een dag of 2 al standaard in deze kanozak.
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Spanbandjes
Bever
TA
21
2
42
Slaapzak + Inritslaken
Tateljee
Mummy Dons
TA
1656
2
3312
Slaapzak kanozak
Ortlieb
13 liter
TA
365
1
365
Totaal
3719
Inhoud en gewicht kanozak tijdens tocht van 3 weken in 2021
10.4.5. De voortassen
De voortassen hangen over het algemeen aan een zogenaamde lowrider. Op buitenlandse fietsen kom je nog wel eens een bagagedrager voorop de diets tegen. Dan hangen de tassen voor ons gevoel een beetje hoog en ligt er misschien een kanozak of een tent bovenop.
Het voordeel van de lowrider is – de naam geeft het al een beetje weg – dat het gewicht laag ligt. Daarmee beïnvloed je het rijgedrag van je fiets.
Je kunt discussiëren of je het meeste gewicht in je voor- of juist in je achtertassen wilt hebben. Ooit ben ik begonnen met de kookspullen in de voortassen. Dus daar zat toen relatief veel meer gewicht dan in de achtertassen. Omdat mijn toenmalige lowrider brak onder het gewicht, ben ik gaan schuiven met het gewicht. Mijn voortasjes zijn nu relatief licht. Ik kan ook niet zeggen dat ik ingeboet heb op wegligging of stabiliteit, nu ik meer gewicht naar achteren heb gebracht. Als je dit punt echter voorlegt aan een bikepacker, zal hij waarschijnlijk zeggen dat je het gewicht voorop moet hebben.
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Slaapmatje
Exped
Synmat UL 7 LW
LV
639
1
639
Sokken
LV
34
3
102
Onderbroek
Craft
LV
40
3
120
Korte Fietsbroek
Castelli
LV
151
1
151
T-shirt korte mouw
Asics
LV
121
1
121
T-shirt korte mouw
Crivit
LV
117
1
117
T-shirt korte mouw
Karrimor
LV
106
1
106
T-shirt korte mouw
Crivit
LV
117
1
117
T-shirt korte mouw
LV
1
0
T-shirt lange mouw
Odlo
Thermoshirt
LV
126
1
126
Summer scul
Castelli
LV
14
1
14
Pet
Asics
LV
53
1
53
Regenjas
Gore
Goretex
LV
293
1
293
Waszak
LV
1
0
Douchezak
LV
1
0
Totaal
1959
Inhoud en gewicht linker voortas tijdens tocht van 3 weken in 2021
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Voortas
Orlieb
Front Roller Plus
RV
303
1
303
Lange Broek
Mammut
Maat 48
RV
287
1
287
Thermobroek
Odlo
RV
111
1
111
Zwembroek
Speedo
RV
119
1
119
Fleecevest
Mammut
RV
275
1
275
Softshell
Mammut
RV
393
1
393
Riem
RV
1
0
Kussensloop
Thermarest
RV
99
1
99
Handdoek
Decathlon
RV
170
1
170
Handdoek
Decathlon
RV
177
1
177
Toilettas
RV
16
1
16
Tandenborstel
Etos
Inklapbaar
RV
25
1
25
Tandpasta
Elmex
Mini
RV
40
1
40
Doucheschuim/Shampoo
Marcel’s Soap
Mini
RV
115
1
115
Deodorant
Dove
Mini
RV
40
1
40
Scheermes
Gillette
Mach 3
RV
35
1
35
Scheerschuim
Nivea
Mini
RV
60
1
60
Chamoise
Assos
Filmbusje
RV
25
1
25
Anti-mug
Etos
Citriodiol
RV
50
1
50
Anti-mug
Care Plus
40% Deet
RV
26
1
26
Totaal
2366
Inhoud en gewicht rechter voortas tijdens tocht van 3 weken in 2021
10.4.6. De stuurtas
In je stuurtas stop je over het algemeen al je belangrijke spullen als bankpas, telefoon en ID. Als je ergens stopt, haal je de stuurtas eraf en hoef je niet eerst al je tassen door om de spullen te verzamelen. Daarnaast heb je er wat spulletjes inzitten die je bij de hand wilt hebben tijdens het fietsen.
Artikel
Merk
Type
Tas
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Stuurtas
Ortlieb
Ultimate Plus
TV
523
1
523
Powerbank
Xtorm
Klein 6.000
TV
169
1
169
Telefoon
iPhone
X
TV
176
1
176
Telefoonhoes
Quadlock
X
TV
39
1
39
Telefoon oplaadkabel
iPhone
Lightning
TV
18
1
18
Voorlamp (tevens zaklamp)
Lezyne
800xl
TV
150
1
150
Achterlamp
Red Cycling Products
K1209
TV
26
1
26
Horloge oplaadkabel
Garmin
TV
20
1
20
Navigatie oplaadkabel
Garmin
TV
17
1
17
Pen
TV
8
1
8
Rijbewijs
TV
4
1
4
Zorgverzekeringsbewijs
TV
4
1
4
Verzekeringsbewijs
TV
5
1
5
Debit Card
TV
5
1
5
Credit Card
TV
5
1
5
Paspoort
TV
37
1
37
Vaccinatieboekje
TV
23
1
23
Bril
Nike
TV
26
1
26
Brillenkoker
Polaroid
TV
54
1
54
Reserveglazen
Adidas
TV
14
2
28
Totaal
1640
Inhoud en gewicht stuurtas tijdens tocht van 3 weken in 2021
10.4.7. Op en aan het lijf
Artikel
Merk
Type
Waar
Stuk (gr)
Aantal
Tot (gr)
Horloge
Garmin
XT 730
Lijf
39
1
39
Fietsschoenen
Shimano
SH-CT500-S maat 43
Lijf
742
1
742
Sokken
Lijf
34
1
34
Korte Fietsbroek
Craft
Lijf
141
1
141
MTB Broek
ION
Lijf
1
0
T-shirt korte mouw
Craft
Lijf
110
1
110
Summer scul
Castelli
Lijf
14
1
14
Helm
Lazer
Mips
Lijf
1
0
Fietshandschoenen
Dotout
Lijf
39
1
39
Zonnebril
Adidas
Lijf
32
1
32
Brillenkoord
Chums
Lijf
11
1
11
Totaal
1162
Gewicht van kleding en accessoires die ik aanhad tijdens tocht van 3 weken in 2021
Kort door de bocht Echt heel persoonlijk, zou er in ieder geval voor dat het voldoende hard is en de juiste breedte heeft.
In eerste instantie zou je denken een lekker ‘comfy’ zacht zadeltje. Het gekke is dat dit dus averechts werkt. Je moet dus een zadel hebben dat voldoende hard is. Je moet wel wennen aan een hard zadel. De eerste paar tochten zullen minder fijn aanvoelen. Daarna krijg je een soort eelt op je zitbotten, die ervoor zorgt dat je probleemloos op je zadel kunt zitten. De reden waarom een zadel voldoende hard moet zijn, is om ervoor te zorgen dat je gewicht op de zitbotten rust en niet op de ‘weke’ delen eromheen. In onderstaande video legt Roel het in mijn ogen heel duidelijk uit.
De meeste herenfietsen worden met een smal zadel en de meeste damesfietsen met een breed zadel geleverd. Dat is waarschijnlijk omdat de zitbotten van dames meestal wat verder uit elkaar staan dan bij heren. Het is echter belangrijk dat je een zadel hebt met de juiste breedte (zie uitleg in video). Laat daarom bij aanschaf van je fiets je zitbotten opmeten.
Sommige vakantiefietsers zweren bij een zogenaamd Brooks zadel. Persoonlijk heb na 30 kilometer pijn aan mijn kont op zo’n zadel, maar het blijft dus heel persoonlijk.
Een ander fenomeen is het zadeldakje. Ook hier lees ik enthousiaste berichten over. Ik kan me echter niet voorstellen hoe dit gaat helpen tegen zadelpijn. Misschien moet je dit ook meer zien als vervanging van het zeem in je broek, dan als verbetering van je zadel.
2.7.1. Zadelpijn
Zadelpijn kan worden veroorzaakt door een viertal zaken
Verkeerd afgestelde fiets/verkeerde houding
Verkeerde fietsbroek
Verkeerd zadel
Onvoldoende training
Het is natuurlijk de kunst om erachter te komen welke van de 4 het is. De laatste lijkt het makkelijkst te bepalen, maar de trainingsarbeid kan bij sommigen aardig oplopen voordat ze een beetje lekker op hun zadel zitten. Dus op na 5 ritten tot de conclusie te komen dat het aan iets anders dan de training moet liggen, is wellicht te voorbarig.
Voor de meeste fietsers zal gelden dat als je de tips van Roel in acht neemt, je niet of nauwelijks zadelpijn zal ervaren dat door het zadel wordt veroorzaakt. De geometrie van de fiets en daardoor de houding op de fiets is – samen met onvoldoende training – de belangrijkste veroorzaker van zadelleed.
De fietsbroek wordt vaak aangeduid als dé oplossing bij of juist het probleem van zadelpijn. Gek genoeg zullen de meeste fietsers geen zadelpijn ervaren als ze de andere 3 factoren hebben ingevuld, al gaan ze in hun natte zwembroek op het zadel zitten.
Het is vrij simpel. Een riemaandrijving is niet te combineren met een derailleur. Een ‘versnellingsbak’ overigens wel met een ketting, maar dat zie je steeds minder. Het voordeel van een riem en versnellingsbak is dat het minder kwetsbaar is en minder direct onderhoud vergt. Het nadeel van deze opzet is dat het duurder, zwaarder en complexere techniek is dan een ketting en derailleur.
Voor een goede vakantiefiets heb je 2 merken versnellingsbakken. De Rohloff naaf en de Pinion. Vergeet de Shimano Nexus naaf onmiddellijk. Die is leuk voor in je stadsfiets maar ongeschikt voor op een serieuze vakantie. De techniek van de Rohlof is prachtig en persoonlijk vind ik die van de door Porsche engineers ontwikkelde Pinion gearbox nog mooier. Ik kan me voorstellen dat dit er voor zorgt dat je op vakantie niet iedere 2 dagen je ketting hoeft te smeren en dat als je door zeer ruig terrein rijdt, je minder kans op schade hebt. Ik lees echter toch ook verhalen van fietsers die hun riem aan het inoliën zijn of dat er dan juist weer olie uit hun versnellingsbak loopt tijdens hun vakantie.
Voor mij weegt het voordeel van een versnellingsbak niet op tegen de nadelen. Nu ben ik niet iemand die extreme trails rijdt, dus dat kan nog een overweging zijn. Mijn eerste argument is de prijs. Een Rohloff naaf is dik €1.000,- en een Pinion nog duurder. Een zeer goede Shimano XT derailleurset (voor en achter) kost bij elkaar €130,- Voor de prijs kun je dus 8 keer je derailleur aan gort rijden, voordat je de Rohloff naaf hebt terugverdient.
Mijn tweede argument is het gewicht. De Rohloff en Pinion zijn veel zwaarder dan een derailleur. Een Rohloff naaf weeg 1.800 gram. Een XT derailleurset is ongeveer 420 gram. Je wint wel weer wat terug met de riem (75 gram) ten opzichte van een ketting (260 gram). Al met al scheelt het 1,2 kg. Nu ben ik iemand die gewicht belangrijk vind. Ik heb vaak discussie met andere fietsers over het belang van gewicht. Vele van mijn ‘fietsvrienden’ hechten veel minder belang aan een kilootje meer of minder.
Mijn derde argument is de complexiteit van de techniek. Kortweg; een versnellingsbak gaat niet zo snel stuk, maar als het stuk gaat, dan kun je er zelf heel weinig aan repareren. Daarnaast kent bijna iedere fietsenzaak de derailleur. Zeker als je er een van Shimano hebt. Daar hebben ze vaak ook de onderdelen voor. Een Rohloff en Pinion is zeer specifiek. Het levert wel mooie verhalen op als fietsers die 3 dagen in een mooie stad vastzitten, wachtend tot DHL hen een nieuwe Rohloff bezorgt.
Daarnaast is het argument van het onderhoud relatief. Ik kan mijn eigen derailleur onderhouden. Door schade en schande en veel proberen ben ik zelfs in staat een derailleur af te stellen. Dat raad ik overigens niet direct aan. Een versnellingsbak moet wel elk jaar voor een onderhoudsbeurtje naar de fietsenmaker. Nu gun ik de fietsenmaker ook wel wat en moet ik zeggen dat ik regelmatig mijn derailleurfiets naar de vakman breng, maar strikt genomen is dat niet noodzakelijk.
Het vierde en dus meest zwakke argument is de gripshift. Meestal wordt er een zogenaamde gripshift gemonteerd als schakelapparaat voor je versnellingsbak. Dat hoeft overigens niet, want het kan ook in combinatie met een duimschakelaar of zelfs een racefiets shifter. Eén van de leerpunten van mijn eerste vakantiefiets (Sparta Marathon Plus uit 1997) was, dat ik nooit meer een gripshift wilde hebben. Ik heb nogal last van zweethandjes als ik me inspan en kon dan tijdens een klim moeilijk of zelfs niet meer schakelen.
2.5.2. Merk en type derailleur
Als beginnende vakantiefietser is het lastig je weg te vinden in merken maar met name types aan derailleurs. De merken in volgorde die ik zou adviseren:
Shimano Marktstandaard, de meeste fietsenmakers kunnen hier wat mee. Onderdelen overal verkrijgbaar.
SRAM Standaard in USA, veel fietsenmakers kunnen hier iets mee, onderdelen zijn vaak niet op voorraad.
Campagnolo Italiaans en minder standaard. Je ziet het veel onder Italiaanse racefietsen.
Rotor In zijn geheel niet standaard, sterk af te raden als je zelf niet heel handig bent. Wel mooie techniek.
Sunrace Goedkoop en ongeschikt voor een vakantiefiets.
Maar binnen een merk heb je weer verschillende types.
Shimano
SRAM
Trekking
Deore XT
Force
Deore
Rival
Alivio
Apex
Acera
LX (oud)
MTB
XTR
XX1 (Eagle), X01, X1
Deore XT
GX, NX
SLX
X9
Deore
X7
Alivio
X5
Acera
Altus
Tourney
Tourney TZ
Saint
Zee
Gravel
GRX-400
Apex
Rival
GRX-600
Force
GRX-800
Red
Race
Dura-Ace
Ultegra
Force
105
Rival
Tiagra
Apex
Sora
Claris
Tourney A070
In groen de sets die ik zou adviseren, in oranje de minder geschikte setup en rood raad ik absoluut af voor je vakantiefiets.
Naast dit woud aan mogelijkheden kun je bij de grote merken ook nog kiezen voor elektrisch skakelen. Dat raad ik je echter af. Het is duur, kan stuk en het biedt voor de vakantiefietser nauwelijks voordelen. Het is wel mooie techniek, voor de versie van SRAM.
De voornaamste problemen bij de instapmodellen zijn duurzaamheid en stabiliteit. Als je begint en toch van plan bent om over 3 jaar een betere fiets te kopen, is het eerste argument niet relevant.
Maar als je derailleur ontregelt raakt tijdens je vakantie, is dat wel erg vervelend. Met name een goede achterderailleur is daarom belangrijk.
Op de betere MTB en Gravelgroepen zitten kettingspanners op de. derailleur. Die zorgen er voor dat de ketting minder klappert op onverharde, ruige stukken. Daardoor loopt je ketting er minder snel af en voorkomt het schade aan je frame. Racefiets derailleurs hebben dat over het algemeen niet.
De reden waarom ik voor een MTB groep zou kiezen is de tandwielverhouding. Die sluit bij een MTB groep beter aan op de vakantiefietser dan de racefietsgroepen. Kleinste verzet van een MTB kan bijvoorbeeld 26×34 zijn en is bij een racefiets is dat dan 36×28. Als je met bagage een bergje op moet is 36×28 echt niet licht genoeg.
Het verschil bij de top segmenten van de groepen zit in het gewicht. Lichter maakt het in dit geval minder robuust en daardoor minder geschikt voor de vakantiefietser. Daarom geen XTR of Dura-Ace.
De prachtige GRX gravelgroep van Shimano komt voor zover ik weet alleen met racefiets shifters. Er is echter vast wel een handige fietsenmaker te vinden die daar iets op gevonden heeft.
Verschillende specialisten bieden extra harde voortandwielen aan voor de vakantiefietser. Ik heb gewone Shimano tandwielen en die doen het al ruim 10 jaar prima. Dat geld kun je beter stoppen in een goede ketting (Shimano, SRAM of KMC). Belangrijk is dat de ketting roestvast is, dus bij Shimano een XT/Ultegra ketting (HG700 of hoger). Hetzelfde geld voor de cassette. Vaak monteren fietsfabrikanten uit kostenoverweging een cassette uit een lagere groep.
Als je ergens wilt bezuinigen, doe het dan op je voorderailleur. Die is minder gevoelig en gebruik je een stuk minder. een combinatie van een Deore voorderailleur en een Deore XT achterderailleur is heel gebruikelijk.
De shifters (schakelaars) hoeven niet het hoogste segment te zitten, maar ook niet in het laagste. Ook dat is nog wel eens een sluitpost bij fabrikanten.
2.5.3. Hoeveel versnellingen heb ik nodig?
Kort door de bocht Shimano Deore XT Triple (26-36-48) voor en 10 of 11 speed (11-34) achter.
Voor de beginnende vakantiefietser zou ik de standaard van het moment kiezen. Met een derailleur is dat achter 10 of 11 en voor zou ik voor een Triple kiezen (3 bladen). Voor wielrenners en tegenwoordig ook voor mountainbikers is de Triple helemaal ‘uit’. In die wereld zie je het steeds meer opschuiven richting alleen een achterderailleur. Meestal wordt het dan een 1×12 met een enorm grootste achtertandwiel. Voor een vakantiefiets raad ik dat niet aan. Tenzij je er uberhip uit wilt zien heb je met een Triple meer mogelijkheden.
Hoe zwaar je zwaarste verzet moet zijn, is niet zo belangrijk. Je kleinste verzet is veel belangrijker. Ik zou zeker een verzet van minder dan 1:1 aanraden. Een kleinste voorblad van 26 tanden is vrij standaard. Als je dan een grootste achterkrans hebt van bijvoorbeeld 32 of zelfs 34, dan zit je best goed.
Natuurlijk is het zo dat je met een 3×11 geen 33 effectieve versnellingen hebt. De ketting komt immers in de meest extreme gevallen te schuin te staan. Dat fietst niet lekker, slijt extra snel en kan zelfs tot kettingbreuk leiden. Ook is het zo dat de verhoudingen (klein voor en groot achter) soms sterk op elkaar lijken (groot voor en klein achter). Effectief houd je met een 3×11 ongeveer 20 versnellingen over.
Bij een versnellingsbak zijn alle versnellingen effectief. Dus als je er 18 hebt, dan heb je er ook 18. Vaak zie je dat er minder versnellingen worden aangeboden, maar met eenzelfde bereik. Net zoals bij een derailleur bij een 1×12. Dat betekent dat je lichtste en zwaarste verzet hetzelfde zijn als bij de 18 variant, maar dat de stapjes er tussenin wat groter zijn. Dat lijkt onbeduidend, maar op een lange rit kun je echt het gevoel hebben tussen 2 versnellingen in te willen fietsen. De kans dat je dan de juiste versnelling niet vindt, wordt steeds groter. Als je voor minder versnellingen kiest, zou ik niet de stapjes willen vergroten, maar aan de bovenkant (zwaarste versnellingen) er wat vanaf halen. Beneden kom je altijd.
Grofweg heb je de keuze tussen trommelremmen, blokjesremmen en schijfremmen. Trommelremmen raad ik sowieso af. Ze zijn zwaar, kunnen niet in combinatie met een derailleur en gaan na verloop van tijd steeds slechter remmen. Reparatie is dan duur en omslachtig, aangezien de trommelrem de naaf van je wiel vormt.
Blokjesremmen heb je in verschillende vormen. Je hebt de traditionele cantelever remmen, de zogenaamde V-brakes en de hydraulische variant daarop. Cantelever remmen zie je eigenlijk alleen nog op racefietsen en kan worden beschouwd als een achterhaald principe. Het voordeel indertijd was dat ze licht waren en je voor lichte racefietsen niet zoveel remgracht nodig had. Daarmee is gelijk het nadeel aangegeven, ze remmen niet zo goed als andere remmen. Dus voor een beetje vakantiefiets, moet je geen cantelever remmen hebben.
V-Brakes vind je op wat oudere modellen mountainbikes en vakantiefietsen. 15 jaar geleden was dit remtype de standaard voor vakantiefietsen. De constructie zorgt ervoor dat je meer kracht kunt zetten op de blokken en de blokken zijn wat langer dan die van de cantelever, waardoor je veel beter kunt remmen, ook als je meer gewicht tegen te houden hebt.
Mijn vakantiefiets is uit 2011 en daar zitten Magura hydraulische blokremmen op. De hydrauliek zorgt voor een ongekende remkracht, waardoor ook remmen bij nat weer geen enkel probleem oplevert. De rem is wel wat zwaarder, maar dat ben je na één afdaling snel vergeten. Bovendien kun je hydraulische remmen beter doseren dan mechanische.
Het algemene nadeel van blokremmen is dat het je velg opwarmt. Zeker in een goede afdaling kan de temperatuur aardig oplopen. Het kan zelfs leiden tot klapbanden, al zijn dat echt uitzonderingen. Voordeel is dat blokremmen relatief goedkoop zijn en de blokjes heel makkelijk zelf te vervangen zijn.
De huidige standaard voor fietsremmen is de schijfrem. Zowel voor racefietsen als mountainbikes zie je nauwelijks nog blokremmen. Het gewicht dat je verliest omdat schijfremmen zwaarder zijn, kun je weer terugwinnen in de wielen, doordat je daar geen remvlak nodig hebt. Zo kan een carbon wiel ook helemaal van carbon zijn.
Het voordeel van schijfremmen is ook dat het je velg niet opwarmt en je dus ook geen klapbanden daardoor kunt krijgen. Het remt zo mogelijk nog beter dan hydraulische blokremmen. Belangrijk is wel dat je hydraulische schijfremmen kiest. Je hebt ook mechanische varianten, maar daar verlies je onmiddellijk heel veel voordeel op remkracht en doseervermogen.
Nadeel van hydrauliek ten opzichte van mechanisch is dat het wat meer kennis en kunde vergt om het zelf te onderhouden. De techniek is inmiddels al zover doorontwikkeld, dat je er zelden problemen mee zult hebben.
Ook voor de remkeuze is het frame allesbepalend. Het frame ken nokjes voor blokremmen of schijfremmen. Ik heb slechts één keer een frame gezien dat op beide voorbereid was. Een frame ombouwen van blok- naar schijfremmen is praktisch niet mogelijk.
2.4.1. Onderhoud van de schijfremmen
Er zitten grofweg drie onderdelen aan de schijfrem die onderhoud behoeven. De Hydrauliek, de remblokken en de remschijven.
De remschijven zijn relatief makkelijk te vervangen. Er zijn 2 stystemen. Bij het oudste systeem zitten de schijven met 6 boutjes vast aan je wiel, bij het modernere ‘centerlock’ systeem heb je een speciale sleutel nodig om de schijven te monteren. Bij Shimao is dat dezelfde sleutel als je nodig hebt om je cassette eraf te halen.
Let bij vervanging niet alleen op het systeem, maar ook op de maat van de schijven. Je hebt schijven met een diameter van 14, 16 en 18 centimeter. Daarnaast heb je ook verschillende diktes.
Zorg bij al het onderhoud dat je doet aan de fiets, dat je schijven vetvrij zijn. Vet zorgt voor een verminderd remvermogen en piepende remmen. Het kan uiteindelijk ook ‘invreten’ in de remblokken en als dat gebeurt, kun je de blokken vervangen.
De blokjes zijn al wat lastiger om zelf te vervanging. Het is met name nogal een gepriegel, waarbij je moet uitkijken geen onderdelen te verliezen. Uiteraard heeft de commercie allerlei speciaal gereedschap bedacht, die het vervangen makkelijk maakt. Ik heb het Ronald ook zien doen met een gewone schroevendraaier.
De hydrauliek is wellicht het meest lastige deel om zelf te onderhouden. Je moet het bijvullen en ontluchten en je hebt er speciale setjes voor. Met een beetje goede wil, het juiste gereedschap en een beetje instructie, kom je er wel uit, maar echt makkelijk is het niet. Eerlijk gezegd is dit een onderdeel dat ik graag door de fietsenmaker laat oplossen. Voordeel is ook dat hydraulische remmen zo standaard zijn, dat iedere fietsenmaker weet hoe dat moet.
2.4.2. Onderhoud van de blokremmen
Bij blokremmen heb je onderhoud aan de blokken, het mechanisme en de kabels. Indien je hydraulische blokremmen hebt, dan heb je in plaats van de kabels rekening te houden met het hydraulische systeem zoals beschreven bij de schijfremmen.
De ‘ophanging’ van de blokjes bij V-brakes en cantelever is flexibel, zodat je het remblok exact de juiste positie kunt geven. Het zorgt er ook voor dat dit nogal gepriegel is. Daarnaast moet je er bij een V-brake rekening houden dat er een linker en een rechter blokje is. Er zit meestal een lange en een korte kant aan het remblokje. Met een beetje gepriegel en een korte instructie is het vervangen van een remblok echter geen probleem.
Het vervangen van een remblok van een Magura hydraulische rem is nog makkelijker. Er is geen links of rechts en het systeem is gefixeerd. Je hoeft alleen maar de rem los te maken en het blokje te vervangen.
Op tijd je blokjes vervangen is belangrijk. Het rubber op het blokje zit vast op een stalen flens. Als het blokje te ver afslijt, komt de flens door het rubber heen en slijt in op het remvlak van de velg. Je krijgt dan een mooi gleufje in je velg. Als dat gleufje te die wordt, tast het de stijfheid en dus stabiliteit van je velg aan.
Op vakantie heb ik altijd een setje reserveblokjes bij me.
De remkabels heb ik zelf nog nooit hoeven vervangen, maar Ronald wel. En dat was best een klus. Tegenwoordig lopen de kabels meestal door het frame en soms zelfs door het stuur. Dat is natuurlijk veel mooier dan erlangs, maar het maakt het vervangen niet makkelijker.
Het mechanisme afstellen is het makkelijkst van allemaal. Er zit een stelknop op je remhendel, waarmee je de rem strakker en losser kunt zetten. Als dit onvoldoende is, kun je de kabel op de rem makkelijk verkorten of verlengen.
Het mechanisme is te openen, zodat je het wiel eruit kunt halen. Bij een cantelever is het een kantel sluiting die je open of dicht kunt zetten, bij de V-Brake kun je de kabel uit het mechanisme halen, waardoor beide ‘levers’ naar buiten kunnen worden bewogen en er dus ruimte komt om je wiel eruit te halen, of er juist weer in te zetten.
Kort door de bocht Kijk niet naar de maat, maar naar de Stack en Reach.
Waar beginnende fietsers vaak niet op letten en wat bij ervaren fietsers als cruciaal wordt ervaren is de geometrie van je frame. Geen enkel mens is gelijk en de fiets moet bij jouw lichaam passen. Niet ieder frame is geschikt voor je. Een ‘verkeerde’ fiets kan leiden tot slapende handen, slapende voeten, pijn in de knieën, pijn in de schouders en met name pijn in de rug. Een frame heeft een bepaalde verhouding en het is belangrijk dat die verhouding aansluit bij jouw lichaam.
XS
S
M
ML
L
XL
A
SEAT TUBE LENGTH (INCH)
16.9
17.7
18.5
19.3
20.1
20.9
B
SEAT TUBE ANGLE
74.0°
73.5°
73.5°
73.0°
73.0°
73.0°
C
TOP TUBE LENGTH (INCH)
20.9
21.3
21.7
22.2
22.6
23.2
D
HEAD TUBE LENGTH (INCH)
4.9
5.3
5.9
6.5
7.1
7.7
E
HEAD TUBE ANGLE
70.5°
70.5°
70.5°
71.0°
71.0°
71.0°
F
FORK RAKE (INCH)
2
2
2
2
2
2
G
TRAIL (INCH)
2.9
2.9
2.9
2.8
2.8
2.8
H
WHEELBASE (INCH)
39.9
40.2
40.6
40.8
41.2
41.8
I
CHAIN STAY LENGTH (INCH)
16.7
16.7
16.7
16.7
16.7
16.7
J
BOTTOM BRACKET DROP (INCH)
2.8
2.8
2.8
2.8
2.8
2.8
K
STACK (INCH)
21.6
22
22.5
23.1
23.7
24.3
L
REACH (INCH)
14.7
14.8
15
15.2
15.4
15.8
M
STAND OVER HEIGHT (INCH)
28.3
28.9
29.6
30.2
30.9
31.6
N
HANDLEBAR WIDTH (INCH)
16.5
16.5
17.3
17.3
18.1
18.1
O
STEM LENGTH (INCH)
2.8
3.1
3.5
3.9
3.9
3.9
P
CRANK LENGTH (INCH)
6.7
6.7
6.8
6.8
6.9
6.9
Q
WHEEL SIZE
700C
700C
700C
700C
700C
700C
Geometrie van een Giant Revolt Advanced 0 2020
Toen Madeleine en ik in 1997 onze eerste vakantiefiets kochten, werd er alleen naar de maat gekeken. De maat werd aangegeven met een nummer dat achteraf de lengte van de zitbuis bleek te zijn. In 1997 werden er nog niet veel fietsen gemaakt met een zogenaamd ‘sloping’ frame, waarbij de bovenbuis naar beneden afloopt. Het type frame met een rechte bovenbuis, wordt ook wel een A-frame genoemd. Bij een A-frame kun je de lengte van de zitbuis gebruiken als maat van de fiets. Bij een ‘sloping’ frame niet, aangezien de lengte dan afhankelijk wordt van de hellingshoek van de bovenbuis. Een merk als Giant drukt daarom tegenwoordig zijn framematen uit in T-shirt sizes.
Om met de deur in huis te vallen. Neem nooit een damesframe. Ook niet een sportieve variant daarop met een iets hoger lopende bovenbuis. Het maakt de fiets minder stabiel. Madeleine heeft twee keer een damesmodel gehad. Van de eerste is het frame gewoon gebroken en de tweede is vervangen als vakantiefiets wegens vermeend zwabbergedrag. Het is ook niet nodig. Dames hebben nog wel eens de neiging om af te stappen met aan beide kanten van de fiets een been. Dus met de bovenbuis tussen de benen. Dan is het niet fijn als de bovenbuis hoger is dan je benen lang zijn. Met een goed sloping frame is dat probleem verholpen. Blijft over dat als je gewend bent om op en af te stappen door je been voor het zadel langs te zwaaien, je even moet oefenen op wat meer lenigheid. Wen er maar aan, want een damesframe is echt geen optie voor een vakantiefiets.
Zoals hierboven al aangegeven heeft een sloping frame het voordeel dat je kunt afstappen zonder sterretjes te zien. Aangezien je meestal wat gewicht aan je fiets hebt hangen, is een been aan beide kanten van de fiets voor de stabiliteit aan te raden. Daarnaast zit er achterop nog wel eens wat in de weg als je een been over de achterkant van je fiets heen wilt zwaaien. Dus ook voor mannen raad ik daarom alleen al een sloping frame aan.
Een sloping geometrie maakt een frame compacter en daarmee stijver. Aangezien je bagage meestal direct aan je frame vastzit, helpt dat om een bepakte fiets stabieler te maken. Meer stabiliteit geeft een betere wegligging en dat is bijvoorbeeld bij een afdaling best prettig. Ook al ga je niet als Matej Mohorič naar beneden.
De enige uitzondering is wellicht als je zelf vrij zwaar bent (100+ kg). Dan is het wellicht verstandig om een A-Frame te kiezen. Reden daarvan is dat je met een sloping frame een lange zadelpen krijgt. Als je daar teveel gewicht op laat rusten, wordt de zadelpen instabiel en krijg je ook een zwabberkoers.
Als laatste kun je vaak lastig een zadeltoetertas monteren op een A-Frame. Niet een sterk argument als je gaat biketouren, maar als je een gravel- of racefiets koopt, wel iets om op te letten. Ik heb bijvoorbeeld een Giant Propel racefiets, waarbij het frame maar een beetje sloping is en daar past mijn zadeltoetertas maar net op.
2.3.2. Welke geometrische cijfers zijn belangrijk?
Kort door de bocht Stack en Reach
Als je er geen wetenschappelijke studie van wilt maken, wordt er in het algemeen 2 lengtes als maatgevend beschouwd. Dat zijn ‘stack’ en ‘reach’ (zie plaatje en tabel hierboven). De combinatie van deze lengtes geeft een goed idee van de verhoudingen van een frame. Ook zegt het veel over het comfort van de zithouding. Je kunt je voorstellen dat een hele lange ‘reach’ zorgt voor een sportieve houding. Je kunt je misschien ook voorstellen dat als je lange benen en een kort bovenlichaam hebt, dat je een langere ‘stack’ en een kortere ‘reach’ wilt hebben.
Sommige fietsenmakers die je specifieke fiets willen aanmeten, gaan dan ‘rommelen’ met de stuurpen (stem) of het zadel naar voren of naar achteren schuiven. Als je een fietsenmaker dat ziet doen, koop de fiets dan niet. De ‘reach’ + lengte stuurpen wordt ook wel de ‘riders reach’ genoemd. Door de stuurpen te verkorten of te verlengen, verander je de positie van het stuur ten opzichte van het voorwiel. Dat heeft effect op het rijgedrag. De fabrikant heeft hier over nagedacht en het heeft een reden waarom het stuur die specifieke positie heeft. Als je een zadel naar voren of naar achteren schuift, verandert de positie van je heupen en benen ten opzichte van je crank en pedalen. Dat heeft effect op de overbrenging van je kracht op de fiets, maar kan zelfs zere knieën en heupen tot gevolg hebben.
Als Ronald in een van onze podcasts begint over de ‘zoompen’, dan flip ik meestal. Zoom is eigenlijk een merk, maar met name bekend geworden met hun verstelbare stuurpennen. De reden dat ik flip is omdat 9 van de 10 Zoompen bezitters dat ding maximaal omhoog zetten, zodat het stuur zo’n beetje onder hun oren zit. Mensen ervaren het als prettig, omdat ze dan met hun rug recht zitten. Maar er is een reden waarom fabrikanten meestal fietsen maken waarbij je een ieder licht voorover gebogen zit.
Het belangrijkste argument vind ik het opvangen van de klappen. Als je met een recht rug op je fiets zit, vangt de rug alle klappen van kuilen en hobbels op. Dat leidt op den duur tot blessures. Wel weer leuk voor de fietsonderdelenhandel, want er is opeens een sterke behoefte aan verende zadelpennen en meer comfort verhogende onzin. In een positie waarin je licht voorover gebogen zit, kun je de klappen opvangen met je benen, armen en buikpieren.
Het tweede argument is het overbrengen van je kracht. Dat gaat nu eenmal minder goed als je rechtop zit. Ook dat is weer goed voor de fietshandel, want dan zet je gewoon een accu op je fiets.
2..3.3. Moet ik een bikefitting laten doen?
Kort door de bocht Pas als je wat ervaring hebt met wat langere afstanden fietsen.
Maar hoe kom je er nu achter welk frame het beste bij je past? Het beste antwoord hierop is niet direct leuk. Door schade en schande. Door veel te fietsen en het liefst op verschillende fietsen, krijg je wel door wat bij jou past en wat niet. Maar dat duurt lang en je loopt het risico met een verkeerde fiets te blijven zitten. Ook loop je kans op blessures.
Proefritjes maken helpt wel een beetje, maar tenzij je 100km of meer mag rijden van de fietsenmaker, heeft het ook niet bijster veel zin. Een fiets lenen van iemand met ongeveer dezelfde lengte is wel altijd een goed idee.
De professionele afkortroute voor deze ellende heet ‘bikefitting’. Een vakman met gespecialiseerde apparatuur past jou op een fiets. Je krijgt precies de geometrie door die op jouw lichaam geschreven is. Daar betaal je wel een prijs voor. Een goede bikefitting kost tussen de €200,- en €300,-.
En eerlijk gezegd geeft dat nog geen absolute garantie. Ieder mens is uniek. Ik ken legio verhalen dat fietsers naderhand toch aanpassingen hebben gedaan op de geadviseerde geometrie, omdat het echt niet goed aanvoelde of omdat ze gewoon last van een lichaamsonderdeel kregen. Ook is het wel fijn een beetje ervaring mee te nemen naar de ‘bikefitter’. Hij zal ernaar luisteren en het meenemen in zijn analyse.