Fietserpad etappe 5 – Niet van de lucht

Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar de Podcast van afgelopen vrijdag. Een zadeltoetertas, een frametasje en iets aan je stuur. Nu ik ergens in de negorij van Gelderland werd geconfronteerd met iets dat de laatste ijstijd ons geschonken heeft, voelde ik de onbedwingbare drang tot minder. En niet op de negatieve manier. Gewoon minder luxe, dus minder gewicht en dus minder moeite om boven te komen drijven. We slepen gewoonweg teveel bagage mee in het leven.

Teveel?

Oke, even een iets luchtiger onderwerp. Misschien herken je het. Vanochtend had ik mijzelf in het enige afsluitbare toilet van ons Boerheemse Paradijs net ontdaan van de pannenkoeken van gisteravond, toen ik een mevrouw ‘mijn’ toilet in zag schuifelen. Een enorme walm van schaamte kwam over mij heen. Als ik al een chemische oorlog wilde beginnen, dan toch niet tegen deze aardige mevrouw. Ik twijfelde ook net te lang om haar nog te waarschuwen. Hoewel ik in mijn hoofd uitriep: ‘nee, niet doen!’, bleven mijn lippen op elkaar. Tot overmaat van ramp had haar blik bij het sluiten van deur de mijne gevangen. Haar ogen straalde de enig denkbare vraag uit: ‘was jij het?’

Geen regen, maar wind tegen. Met dat motto kon ik wel leven. De wind kwam wisselend frontaal en over de rechterflank. Vaak genoeg werd zij van kracht ontdaan door een simpel houtwalletje of een paar verloren struikjes. Goed uit te houden.

Bij Terborg reden we langs een lokaal bedevaartsoord. Een holle ijk werd hier voor iets anders aangezien dan een zieke boom met een rottend hart. Er hingen kruizen en relikwieën. Vooral de ‘artefacts’ die achter waren gelaten door ‘Pieterpadters’ maakten van hen in een klap pelgrims. De ratio in mij overwon het en ik herinnerde mij het bordje dat mijn aandacht nog maar een paar kilometer terug had getrokken: ‘milieuverontreiniging, bel 0…’. Wat was het nummer ook alweer.

Milieuverontreiniging in het religieuze circuit

Plaatsen hebben vaak logische namen. De naam Coevorden is afgeleid van een doorwaadbare plek waar men de koeien door de Vorde konden voeren. Maar toch zijn er maar weinig plaatsen met een allesomvattende naam als ‘Berg en Dal’.

Niets aan toe te voegen

Even voor de klim hadden we de rust opgezocht van de achtertuin van Daan, één van onze volgende Podcast gasten. Daan is van de zomer in 3 dagen naar Berlijn gefietst. Weer zo’n kilometervreter met weinig bagage. Wat doe ik toch verkeerd?

Ik houd van klimmen. Ik vind het echt leuk. Een beetje afzien en de voldoening als je boven bent. De route die ons door Berg en Dal naar Groesbeek leidde, had alles in zich om – voor Nederlandse begrippen dan – de klimgeit in mij los te maken. Was het niet dat de vele auto’s en bijbehorende luchten dat beletten. Wat is klimmen verschrikkelijk als je dat moet doen aan het infuus van een Porsche 911 uit negentien kruik, met een bestuurder die het ontstaan van deze stuwwal nog actief had meegemaakt. Laat hem alsjeblieft op een e-bike kruipen.

Omdat het mogelijk zou gaan regenen, hebben we in Gennep een B&B geboekt. We blijken de vijfde gast ever te zijn in dit prachtige appartement even buiten de stad. Wat een luxe al mis ik de Boerheemse stijl al wel een beetje. 

Fietserpad etappe 4 – Van een heater in Holten naar een Boerheems Paradijs

Motregen is het thema voor de dag. Het is niet veel, maar steeds kleine buitjes van aerosolen. Je wordt niet eens nat, maar het voelt gewoon niet prettig. De ervaring zorgt er voor dat we alvast nadenken over ons onderkomen van die avond. Er is een trekkershut in de buurt van Zelhem, maar de beoogde Camping Brugginck heeft speciaal voor fietsers en wandelaars een slechtweer voorziening. Gisteren nog noemde we dat een Boheems Paradijs. Gezien de agrarische achtergrond  van de camping nu omgedoopt tot een Boerheems Paradijs.

Ons Boerheems paradijs

Als je van bos en heide houdt, is de Sallandse heuvelrug een aanrader. Ik kreeg een opmerking van een lezer dat zij juist genoten had van het weidse van opper Groningen. Zo zie je maar hoe mensen anders tegen dingen aan kunnen kijken. Maar ik kan ook genieten van een verhaal van een fietser die een psychische inzinking beleefd in en voornamelijk door de Zweedse bossen. 

Wat je weer niet vindt op de Sallandse Heuvelrug is een winkel die je een redelijk fietsbroekje wil verkopen. De meeste fietswinkels hebben zich begrijpelijk gespecialiseerd in e-bikes en daar ga je niet met een gezeemde broek op zitten. Dat blijft dan toch voorbehouden aan de speciaalzaak en internet. Madeleine moet nu door op een half zeem.

Je hebt zo je eigen geniet momenten. In Holten is een bakker met terras. Dat terras was voorzien van ‘heaters’. Als je dan uit de motregen komt en in een stoel met kussen zakt en de straling van de ‘heater’ op je natte bovenbenen voelt, dan slaak je zomaar een kreet van genot, waar het tafeltje naast je van schrikt.

Het stel achter ons gebruikte de bakker om tijdens lunchtijd snel 3 Chardonnays (zij) en 3 Grimbergens (hij) naar achter te gooien. Ik hoop niet dat we die straks nog tegen komen op een e-bike. 

Toch was het broodje gezond en het broodje filet met uitjes niet voldoende om rond een uur of 4 een lichte hongerklop te voorkomen. En dan is het vervelend dat het even duurt voordat de snel naar binnen gewerkte krentenbol zijn werk doet. Ik heb een kilometer of tien zwijgend voort getrapt. Tot vlak voor Zelhem als bij een wonder de energie langzaam mijn lichaam weer invloeide. 

Landgoed bij Lochem

SVR camping Brugginck is nog maar een jaartje actief. Jaap en Maron hebben 12 plekjes en als je wilt kun je bij Maron teken en schilderles nemen. De deel is ingericht als gemeenschappelijke ruimte en bij slecht weer ideaal voor fietskampeerders. Als je de kinderziektes van een startende camping voor lief neemt, een aanrader.

Het stuk oud ijzer waarmee ik het moet doen

Mijn moeder maakte pannenkoekenbeslag van bloem, eieren melk en zout. Ik maak pannenkoeken door kant en klare pannenkoekenbeslag samen met 2 eitjes en een kleine liter melk in een kom te donderen en het dan flink te mishandelen met een mixer. Aangezien een lichtgewicht garde niet tot onze standaard fietskampeer uitrusting behoort, hebben we een bus instant pannenkoekenbeslag gekocht en een half litertje melk. De beschrijving van de bereiding is zorgvuldig, hilarisch en volledig dummy proof. Maar het werkt als een dolle.

Na negen is het droog gebleven. De tent is al bijna droog gewaaid en volledig klaar voor de nacht. Niets slaapt beter dan in mijn slaapzakkie in mijn tentje.  

Fietserpad Etappe 3 – Ain’t no mountain high enough

Sapperdeflap, wat heb ik lekker geslapen zeg. Mamalou staat al naast haar bed. Ik vraag haar naar het weer buiten. Ze antwoord dat ze het niet kan zien, omdat alle ramen beslagen zijn. Ze zwaait het deurtje open en mompelt “zwaar bewolkt”. 

Another day in Bohemian Paradise. Maar het kan snel gaan. Ik sta ook op en steek ongeveer een minuut na Mamaloe mijn hoofd uit de deur om te zien dat het ineens licht bewolkt is. Het is een wonder. 

Alle Bohemen hebben het paradijs verlaten. We hebben het alleenrecht op de gemeenschappelijke ruimte, doneren 1 Euro voor 2 eitjes, omdat we niet kleiner hebben en proberen onze choco speculaas koekjes op brood. Waar gewone speculaasjes een beetje droog, maar best lekker zijn op brood is de toevoeging van cacao fantasie geen verbetering.

Overijssels fietspad na Hardenberg

De route maakt het mindere weer voor een deel goed. We kennen het hier nog van ons Rondje Drenthe en even verder van ons weekendje Sallandse Heuvelrug. Bij Coevorden wordt het minder en na Hardenberg weer beter. Hoewel we gisteren hebben geleerd dat de meningen hier over verdeeld zijn. Wat zal die kerel uit Sleen blij zijn met al die koeien en weilanden. 

Molen De Bente

In Nederland noemen we iets waar je staand net niet overheen kan kijken ‘een berg’. Dat moet ook wel, anders heb je hier niets aan een mountain bike. Zo tref je bij Lemele vanzelfsprekend de Lemelerberg aan. Als er geen bord en een frietkraam bovenop zouden staan, zou je niet eens weten dat het om iets speciaals ging. Dus we hebben vandaag één van de vele bergen op onze route met succes beklommen. Het was afzien. 

Het natuurkampeerterrein De Lucashoeve ligt aan de voet van de zojuist bedwongen Lemelerberg. Door onze timing in het seizoen heeft het de uitstraling van een SVR camping. Allemaal caravans met een enkel campertje er tussendoor, zonder uitzondering bewoont door 2 pesionados. Naast de caravan staan 2 Stella e-bikes geparkeerd, die ‘s-avonds netjes worden afgedekt met bijpassende hoes. Onze camping telt naast de onze, slechts 1 tent. Weliswaar een schitterende De Waard, maar het blijft er maar 1. 

Eindelijk weer kamperen

De weergoden doen hun best en we kunnen genieten van de zon. Heerlijk weer koken op de grond en slapen in een tent. Het simpele leven is niet zelden het beste. 

Fietserpad Etappe 2 – Pipo de Clown en Mamaloe

Ik sta ‘s-ochtends bij het toiletgebouw te hannessen met mijn corona kaartje en hoor achter mij het onmiskenbare geluid van het in elkaar vouwen van tentstokken. Iemand vertrekt. Onmiddellijk bekruipt me het gevoel dat ik te laat ben. Een vleug van stress vliegt voorbij. Ik moet ook inpakken en snel vertrekken. Wat het geluid van tentstokken met een mens kan doen. 

Ik draai me om en zie een jong stel in fietsbroek en regenjas bij 2 half opgeladen fietsen. Rustig en routinematig pakken ze hun spullen in. Zonder een woord te wisselen. Alsof ze boos zijn op elkaar. Dit is duidelijk niet de eerste keer dat ze de boel opbreken. 

Vroeger was geen haar op mijn hoofd die aan dacht om niet te gaan kamperen. Weer of geen weer. Natuurlijk hadden we minder geld, maar er zat ook een bepaalde mate van jeugdige koppigheid in die alle overige opties onmogelijk maakten. Als echte kampeerder laat je je niet door een beetje regen een hotel injagen.

Die koppigheid zorgt er voor dat je ‘s-ochtends om half 8 met een nors gezicht je natte tent staat in te pakken, wetend dat het die avond geen pretje gaat worden om hem weer op te zetten. Ik hoop dar ze de binnen- en buitentent los van elkaar hebben opgerold, anders wordt het straks wel heel erg afzien. 

De wijsheid komt met de jaren en dus zaten wij vannacht in een trekkershut. De enige zorg die we hadden, was of ons fietsbroekje wel droog zou zijn voor morgen. Ik had heerlijk geslapen en kon straks ontbijten aan een droog tafeltje met een echte stoel. Zwaar overdreven natuurlijk, maar er zat naast een verwarming zelfs een koelkast in onze trekkershut.

We hadden het hoge Noorden verlaten en zaten min of meer in bekend gebied. Nog geen 2 maanden geleden reden we het Rondje Drenthe, dat ons in Annen bracht. Slechts een oaar kilometer van onze huidige verblijfplaats in Schipborg.

En er was zon. Het soort dat je verwelkomt na een grauwe dag. Het zonnetje waar je voor uit de schaduw komt om de zonnestralen op je gezicht te laten vallen. Het bos is nog nat van de regen. Af en toe, bos-uit vangen we wat zonnestralen. Die zijn ook hard nodig om ons gewassen fietsbroek te laten drogen. 

In Gasselte slaan we rechtsaf en even later volgen we een fietspad naast de provinciale weg. Normaal gesproken niet idyllisch, maar er heerst zondagrust en het uitzicht over de rechterflank is prachtig. De veldbloemen die ik hier twee maanden terug nog op de foto slingerde, zijn verdwenen en de boer heeft in de tussentijd gemaaid. Opvallend zijn de natte hooibalen. Niet van het land gehaald toen het nog droog was blijkbaar. 

Over het Baloërveld

We sloegen linksaf het Baloërveld op. De heide stond nog steeds in bloei en de heidebloempjes geven een zacht paarse gloed. Dit zijn de genietkilometers. Ze kunnen niet lang genoeg duren, maar duren altijd te kort.

De koffiestop was het kantelpunt van de dag. De lucht betrok en we realiseerden ons dat Buienradar alleen gelijk krijgt als je het niet wilt. Er was regen op komst.

Dapper probeerden we de bui te ontwijken en weg te denken. Even voor Sleen was er geen ontkomen meer aan. De spetters veranderden in dikke druppels en langzaam kwam er een stroompje op gang van mijn benen mijn schoenen in. Een café in Sleen bood redding met koffie, broodjes en een dak. Het regende fors door en Buien radar beloofde nog meer. 

Kamperen leek wederom een mindere optie. In de buurt van onze eindbestemming had Madeleine het Boheems Paradijs ontdekt. Een dertiental Pipo wagens bij een boerderij. Dat klonk beter dat in het natte gras op een camping. 

Bij de Albert Heijn in Sleen parkeerde een vakantiefietser zijn Koga met grijze classic Ortliebtassen naast onze 2 fietsen. Na een onvermijdelijk gesprek over de neerslag van de dag, melde de man pardoes blij te zijn Drenthe te kunnen verlaten. Hij was al die bomen wel zat en verlangde naar de Overijsselse weiden met koeien en vergezichten. Dan moet ie eens gaan wandelen tussen Groningen en Zoutkamp. Ik ken nog wel iemand met een leuke route. 

Maar ik werd afgeleid door iets lang en ronds dat onder de bovenbuis van de Koga zat geplakt. Het bleek een originele fietspomp te zijn. Ik zal het voor de lezers onder de dertig even uitleggen. Vroeger gebruikte met een in- en uitschuif mechanisme met een ventiel om lucht in de banden te pompen. Ik keek onwillekeurig naar het stuur om te checken of er ook een kaartleesstandaard op zat. Toen ik die niet vond, ging mijn blik toch nog snel naar de vork of er een dynamo voor zijn voorlamp op zat. Ook niet. Alleen een pomp. Misschien iemand die niet al teveel Co2 uit wil stoten. 

Onze Pipo wagen uit 1943

De Pipowagen kwam snel in zicht en dat was maar goed ook. Het regende weer en Buienradar voorspelde nog steeds meer. De Boheem die ons opving in zijn paradijs was uitermate vriendelijk en had zijn mooiste karretje voor ons gereed gemaakt. Een klassieker uit 1943.

Ons Boheems Paradijs

De Pipo en Mamaloe die in dit karretje hadden geleefd moesten wel heel veel van elkaar gehouden hebben. Zelfs ons tentje leek meer ruimte te hebben. Gelukkig konden we uitwijken naar de gemeenschappelijke ruimte in zigeuner stijl. Daar was het droog en een soort van warm.

Morgen zou het volgens Buienradar droog blijven. Hij had het al 2 dagen bij het rechte eind. Dat kon niet lang meer goed gaan. 

Fietserpad Etappe 1 – Door een post apocalyptisch landschap naar de geciviliseerde wereld

Ik was bang geweest. Zoals je bang kunt zijn voor de tandarts. Of voor een examen dat je niet goed hebt geleerd. Maar hier ging het niet om de angst voor de snerpende toon van een boor of het zenuwslopende geschuifel van een docent, maar voor de overweldigende leegte van het Noorden.

Ik In de intercity tussen Lelystad en Groningen had ik al teksten voor de eerste etappe bedacht. ‘De toegepaste landschapsarchitectuur is hier zonder uitzondering in post apocalyptische stijl.’ en ‘Doofenshmirtz heeft de alles-wat-leuk-is-vernietiger uitgevonden en getest in gemeente Het Hogeland; test geslaagd.’, of ‘Het Hogeland ligt zo hoog dat het boven de boomgrens ligt.’

In de boemel van Groningen naar Warfum had ik weinig tijd om nog meer inspiratie in negatieve teksten te stoppen. De positie die we met onze fietsen hadden in het halletje was net zo min ideaal als de opspelende Chinees van gistermiddag. Gelukkig was de WC dichtbij. 

Nog voor Baflo sloeg de regen tegen ons twee rijtuigen tellende Ariva treintje. Ook dat nog. Bij zonnig weer en wind mee, was er zicht op overleven, maar nu…

In een lichte druil stonden we op het ‘stationsplein’ van Warfum. Een rotonde met omvang waar je van moet afvragen of je er een scootmobiel kunt laten keren. De lichte miezer zorgde in nauwe samenwerking met mijn ietwat beslagen bril er voor dat ik de route van de dag verwijderde in plaats van te starten. Toen kwam het eerste signaal van hoop van boven. In Warfum is 4G en dus kon ik de route opnieuw dowloaden en starten. 

Warfum zelf is een schattig dorpje dat lukraak in een weiland lijkt te zijn gedonderd. Nog onverwachter was het klimmetje naar de dorpskern. Een terp, of liever een Wierde, want we zijn in Groningen.

Warfum verlatend zag ik een beetje van mijn angst terug in de uitgestrekte weilanden. We reden westwaards naar Pieterburen dus dat is in Nederland 9 van de 10 keer wind tegen. In Groningen is dat niet anders.

Halverwege Pieterburen werden we een heus fietspad opgestuurd dat kronkelend tussen de boerderijen zich een weg baande naar het beginpunt van ons Fietserpad. Nog even en ik zou fietsen in de overweldigende weidsheid nog leuk gaan vinden. 

Dat sprankje hoop werd in Pieterburen door een stevige regenbui in de kiem gesmoord. Al schuilend tegen de narigheid die ons van boven werd toebedeeld keek ik aandachtig naar de gele letters die aangaven dat we echt bij het begin van de route stonden. ‘Start Pieterpad’. 

Niet te missen

De bui was van korte duur. Gezien het weerbeeld hadden we onze kampeerplek op natuurkampeerterrein ‘De Hondsrug’ ingeruild voor een trekkershut op camping ‘De Vledders’. Dat betekende wel 15 extra kilometers bovenop de geplande 60. Voor een halve dag fietsen is dat voor ons wel een beetje doortrappen. 

Naar het Zuiden afbuigend kregen we de wind vanuit de flank. Dat maakte het leven al weer een stuk aangenamer. De Coop in Eenrum wilde ons wel brood en kaas verkopen, dus zelfs een wat late lunch werd mogelijk. Het landschap blijft onveranderd leeg, maar de route brengt je over paden die veelal beschut worden door een houtwal. Af en toe kijk je dan tussen de bomen door de verre leegte in, zonder het gevoel te krijgen er onderdeel van te zijn.

Dat we wandelaars zouden tegenkomen stond buiten kijf. Het Fietserpad loopt zoveel mogelijk gelijk aan het Pieterpad. Maar dat het er zoveel zouden zijn, hadden we niet verwacht. Je herkent ze onmiddellijk aan de stevige schoenen en het boekje in de rechterhand. Als ik hier 40 kilometer fietsen al zie als mentaal uitdagend, hoe zou 40 kilometer wandelen zijn?

Groningen zie je al van verre. Het is als een eiland in de groene oceaan. Ondanks de ruimte er omheen, heeft de stad toch de nodige hoge kantoorpanden. De skyline maakt de stad modern en geeft je de indruk dat er wat gebeurd.

We laten Winsum achter ons. Dit dorpje is in 2020 uitgeroepen tot mooiste dorpje van Nederland. En ik moet toegeven dat het een heel prettige uitstraling heeft. Het is er ook vanuit het niets in een keer gezellig. Met terrasjes aan het water en behoorlijk wat mensen in de winkelstraat. We stoppen om een foto van een molen te nemen. De eerste ontdekking van de route is geboren. Winsum is een verrassend leuk dorpje midden in een verlaten gebied. 

Molen in Winsum

Dat Groningen gezellig is, verrast dan weer niet. Door haar vele studenten leeft de stad enorm. We rijden ook door delen van de stad die verraadden dat in vroegere tijden hier veel geld zat. Mooie statige panden die je net zo goed in Den Haag of Haarlem zou kunnen tegenkomen.

Met de opmerking ‘het viel wel mee’ sluit ik het hoofdstuk fietsen in de Noord. Rustig peddelend richting Paterswolde besef ik me dat ik het moeiteloos heb overleefd en het zelfs her en der leuk heb gevonden. Het is geen bos of heide landschap, maar mede door een goed gekozen route is het prima uit te houden. 

Paterswoldermeer

Vanaf het Paterswoldermeer begint de pret. Bootjes op het water en een molen op de oever. Genoeg te zien en te beleven en voor je het weet rijd je een heus bos in en kom je langs G1, 1 van de 2 Groningse hunebedden. Midden in dat bos ligt bij Noordlaren het natuurkampeerterrein dat we oorspronkelijk hadden uitgezocht. Prachtig, maar nu nogal nat. We vangen een glimp op van het kampeerveld en zien dat het er toch nog best druk is. Met een licht ‘hadden we toch niet beter’ gevoel trap ik door richting familiecamping ‘De Vledders’.

De route van route.nl gaat door Zuidlaren, waar het origineel op Madeleine haar kaartje dat niet doet. Later zal blijken dat dit niet de enige afwijking is. Ik heb blijkbaar niet goed genoeg gezocht en was te snel tevreden toen ik een route vond die van Noord naar Zuid liep.

Wel hadden we nu voor niks 20 kilometer met ons avondeten in de tas rondgereden. Zuidlaren heeft natuurlijk gewoon een supermarkt. Na een korte stop bij een lokaal café voor een cola en een Heineken 0.0 vielen de laatste loodjes naar de camping niet al te zwaar.

De trekkershut was een goed idee. De buien gaan op en af en we hebben het allebei een beetje koud. Dat komt natuurlijk ook door de vermoeidheid. Vakantie is er niet voor niets en wij hebben altijd een  achtje slapen nodig om bij te trekken. Morgen zal alles beter zijn. 

Podcast # 20 – Met je zadeltoetertas over onverharde bospaden

Voor de één een hel, voor de ander de hemel. Tentje achterop je MTB en zoveel mogelijk onverharde paden ‘raken’. In Podcast #20 komt Sanne uitleggen hoe leuk dat kan zijn. Onze gast neemt je mee in hoe een dag uit haar fietskampeerleven er uit ziet. Wat neem je allemaal mee en wat ook vooral niet? Wat beleef je onderweg en hoe plan je zo’n onverharde tocht?

Pod cast van podcast #20
Wat mee te nemen? Sanne’s gear
De Hiplok Z Lok lichtgewicht ‘sloten’

Links

Gear

Revelate Designs-Terrapin Zadeltoetertas
Topeak Midloader frametas
Topeak Fuel Tank bovenbuistas
Tent Decathlon Forclaz Quickhiker Ultralight
Exped slaapmatten
Helinox kampeerstoeltje
Crankbrothers multitool
Trail Gaiters
Petzl hoofdlampjes
Lezyne fietsverlichting
Hiplok Z Lok sloten
Hiplok Z Lok bij Bever
Shampoo bar
Gorilla Pods lichte statieven

Bikes

Visker Cycles Haarlem
Specialized Diverge
Canyon Grail

Fietsonderdelen

Schwalbe G-One Bite
Specialized Pathfinder Pro 2Bliss Ready (tubeless)
SPD Shoenplaatjes: single- vs multi-release
Shimano Click’R pedaal-kliksysteem
Shimano QuickLink
Shimano QuickLink discussie
Tubeless banden monteren met een gewone fietspomp

Voeding

Hak schotels in stazakken
Hydro Tabs – mineralen na het sporten

Overig

Komoot routeplanner
NTKC tentkamperen
Natuur kampeerterreinen NL
Kamperen bij de boer-SVR

Going tubeless

Zelfs in de over het algemeen conservatieve fietswereld zijn er af en toe innovaties. Een paar jaar geleden is het elektronisch schakelen geïntroduceerd en onze racefietsen worden nu veelal voorzien van schijfremmen. Een nieuwe trend is tubeless banden.

Daar wordt dan direct heel dik over gedaan en de meningen, voor en tegen, vliegen over het internet. Maar om ‘tubeless’ nu een innovatie te noemen, gaat wat mij betreft te ver. Auto’s rijden al jaren ‘tubeless’ rond en de eerste ‘tubeless’ fietsband stamt alweer uit het jaar 2000.

Feit is wel dat nieuwe sportfietsen in het hogere prijssegment steeds vaker worden geleverd met tubeless banden. Maar waarom?

De meest belangrijke reden is simpel commercieel. Tubeless is ‘hot and happening’ en dat wil je dan natuurlijk hebben. Je vrienden bewonderen je nieuwe fiets en zeggen: “ahh, mooi, tubeless bandjes, cool!”.

Giant Revolt met Maxxis Velocita AR banden

De technische redenen om tubeless te gaan zijn de lagere rolweerstand, doordat er geen wrijving is tussen binnen- en buitenband, het gewicht dat bespaard wordt doordat je geen binnenband hebt en het meer kunnen spelen met de luchtdruk waardoor je een beter ‘contact’ hebt met de band.

Uiteraard is er ook nog het argument van de zelfplakkende band. Er gaat immers ‘sealant’ in, wat in de volksmond meestal wordt aangeduid met ‘latex’. Die ‘latex’ zorgt ervoor dat als je lek rijdt, het gaatje automatisch wordt gedicht. Superhandig, maar deze truc kun je ook toepassen in je binnenband en is dus niet voorbehouden aan een tubeless exemplaar.

Argumenten om vast te blijven houden aan je binnenbandje zijn de prijs van tubeless, de betrouwbaarheid en de montage. Onvoldoende bewezen betrouwbaarheid is de reden waarom profteams nog maar sporadisch gebruik maken van tubeless. Naast het feit dat ze op hun tubes (banden die worden vastgepakt op de velg) door kunnen blijven kachelen als ze lek zijn. Voor de amateur zijn de prijs en de montage meer de argumenten waarop toch maar gekozen wordt voor de binnenband.

Het begint al dat je wielen geschikt moeten zijn, of geschikt te maken zijn voor tubeless. Als ze niet ‘tubeless ready’ zijn, vallen ze vaak wel tubeless te maken met speciaal velglint en een speciaal ventiel. Je begrijpt het al; hier begint het gedoe en de kosten.

Daarnaast moet je natuurlijk een tubeless band hebben. Proberen een niet tubeless band tubeless te maken is niet alleen lastig, maar ook gevaarlijk. Door het gebrek aan steun van de binnenband kan een niet tubeless band van je velg aflopen. Daar moet je in de afdaling van de Ventoux even niet aan denken.

Als laatste heb je ‘sealant’ nodig om je band luchtdicht te maken en niet alleen om mogelijk lek op te lossen, maar ook om mogelijke gaten en kieren tussen velg en band te dichten.

Dan naar het grootste nadeel; de montage. Dat is wel even wat anders dan een regulier bandje verwisselen. Velg geschikt maken, alles schoonpoetsen, bandje er op, ‘sealant’ erin en dan proberen je band op te blazen om er achter te komen dat de lucht er harder uitloopt dan dat jij het er met je voetpomp in kunt blazen. Gelukkig is er dan weer een ‘tire booster’ op de markt (kassa!) waarmee je de nodige druk kan ontwikkelen om de band goed op de velg te krijgen. Ook zijn er wel wat tips en trucs om met een gewone handpomp je tubeless band opgepompt te krijgen. Maar je snapt het al; gedoe en kosten.

Dan maar naar de voordelen van het gemis aan binnenband. Ik heb een Giant Revolt met 40mm Maxxis Velocita AR banden. De banden waren af-fabriek gemonteerd en liepen gelijk de eerste week leeg. Ik moet daarbij zeggen dat ik van harde banden houd en ze dus op 4 bar had opgepompt. Kenners geven aan dat dit zeker 1 bar te veel is. Hoe dan ook, binnen een dag was de bandenspanning gedaald naar 3 bar en binnen week kon ik er niet meer op rijden.

Een beetje Googelen leerde me dat ik de wielen moest ‘schudden’, ze eventueel met extra ‘sealant’ bij moest vullen en er vooral op moest rijden om ze luchtdichter te krijgen. Dit alles gedaan hebbende is de conclusie dat mijn voorband inderdaad minder hard leegloopt, maar mijn achterband des te harder. Reden daarvan is de onophoudende stroom aan lekken. Na een half jaar stond de teller officieel op 14 maal lek en dat is nog zonder de lekjes die ik niet heb opgemerkt, omdat ze vanzelf alweer gedicht zijn.

Nogmaals aangegeven, er zit 4 bar aan lucht in mijn banden en dat is vrij veel, maar dan nog zit dat 1 bar onder de aangegeven max en vind ik niet dat een gravelband bij elk schelpenpaadje een keer lek moet gaan.

Wat wel lekker duidelijk werd, is dat de ‘sealant’ redelijk werkt. Als je lek rijdt, plakt de band zichzelf. Wel moet je er rekening mee houden dat er in dat proces wel wat lucht verloren gaat. Dat merk je dan pas weer als het fietsen verdacht zwaar wordt (het Tank effect), omdat je nog maar op 1,5 bar rondrijdt. De laatste paar keer was het lek wel direct duidelijk. De ‘latex’ spoot onder hevig gesis tegen mijn kuit aan. Saillant detail is dat je de ‘latex’ er niet zomaar van afwast, dus dat je nog een paar dagen rondloopt met een witte kwak op je kuit.

Een ander leermoment is dat je niet direct je band moet oppompen als het lek ontdekt. Bij (te) hoge druk werkt de ‘sealant’ niet. Normaal gesproken loopt de band niet verder leeg dan 1 tot 1,5 bar. Tip is om hier gewoon een kilometer of 5 mee door te rijden, voordat je de band weer oppompt.

Dan heb je wel gelijk het grootste voordeel in praktijk gezien. Je komt eigenlijk niet met een band te zitten waar je niet meer op kunt doorrijden en je hoeft ook niet meer te doen dan je Co2 patroon op je band te zetten om wat lucht aan te vullen. Dat is wel een stuk eenvoudiger dan in de kou en nattigheid op een verlaten landweggetje met je koude handen een nieuw binnenbandje om je achterwiel leggen.

Ik heb voor de zekerheid toch een binnenband in mijn zadeltas zitten. Als ik de Velomenati regels overtreed, dan ook maar gelijk goed! Maar deze optie heb ik – ondanks 14 maal lek – nog niet nodig gehad.

Wel heb ik na de tiende of elfde keer lek mentaal afscheid genomen van mijn Maxxis Velocita AR achterband en ben ik op zoek gegaan naar een lekbestendige opvolger van Maxx. Daarnaast is Maxx met zijn gebrekkige profiel toch net iets te all-round voor wat ik wil en is nu het moment dat ik een meer geprofileerde gravelband kan uitkiezen.

Het is de Specialized Pathfinder Pro 2Bliss ready 42mm geworden. Het kostte me even tijd, maar als je 2Bliss een beetje snel uitspreekt, hoor ‘tubeless’. En ja, ondanks dat ik op basis van mijn ervaring eerder een vol rubberen band zou moeten kiezen, is het toch weer een tubeless bandje geworden.

Mijn wielen zijn gelukkig al ‘tubeless ready’, inclusief ventiel. Dus dan heb ik alleen nog een beetje ‘sealant’ en een ‘tire booster’ nodig. Ik ben handig, maar geen fietsenmaker, dus denk ik wel representatief voor de doe-het-zelf fietsamateur. Ik ga ervaren hoe makkelijk het is om zelf je tubeless bandje te monteren. Ik houd je op de hoogte! 

Podcast # 19 – Met je zadeltoetertas over mooie dijkjes

In deze podcast nemen we je tussen de tegels en gemeentes door mee naar mooie routes en leuke plekken. De pareltjes in Nederland, juist als je ze niet verwacht. In het tweede deel stellen we een aantal fietsgadgets aan je voor.

Links

Routes Nederland

Veenhuizen

Bier

Materiaal/Gadgets

Overig

Podcast # 18 – Over Meerdaagse Tochten en Gemeentehonger

Misschien gooi jij dit jaar ook het roer om en blijf je in Nederland om vakantie te vieren. Maar wat ga je dan doen? Fietsen Natuurlijk !
Er zijn vele leuke routes en ideeën om jouw vakantie op de fiets door te brengen. In deze Podcast gaan we hierop in.

Links

Routes Nederland

Routes Buitenland

Bier

Materiaal

Overig