Het 10 punten plan van de Fietsersbond
De Fietsersbond lanceert een 10 puntenplan voor de Nederlandse fietser richting de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Gezien de vermeende invloed die de Fietsersbond heeft in de politiek, is het interessant om eens te kijken wat het plan inhoudt.
1 – Investeer in de fiets
Daar kan moeilijk iemand tegen zijn. De bewoording die de bond hier gebruikt is wel wat lastig; ‘Daarom is het nodig dat de fiets een volwaardig onderdeel is van het nationale mobiliteitsbeleid’. En ‘De schaalsprong in het fietsbeleid die wij voorstaan sluit naadloos aan op de Agenda 2.0 van de Tour de Force, op het Deltaplan van de Mobiliteitsalliantie, op het Klimaatakkoord, het Preventieakkoord en het Strategisch Plan Verkeersveiligheid.’
Het deel dat ik wél begrijp is ‘Budgetten moeten in overeenstemming komen met het aandeel van de fiets in de verplaatsingen’. Dat lijkt me een goed streven, maar kun je dan ook niet stellen dat de inkomsten in overeenstemming moeten zijn. Ik lees niets over ‘fietsbelasting’, terwijl de automobilist een flinke duit in het zakje doet met zijn wegenbelasting.
2 – Zet voetgangers en fietsers op 1
De kop doet een Trumpiaans ‘Bikers First’ vermoeden, maar inhoudelijk gaat dit punt in op de ruimte die de fiets nodig heeft in de infrastructuur. Bij stedelijke ontwikkeling moet daar rekening mee worden gehouden, is de stelling.
Waar het punt een beetje op hint is dat de ruimte in grotere steden toegankelijker wordt gemaakt voor fietsers en minder voor auto’s. Nu lijkt de Fietsersbond sowieso een hekel aan auto’s te hebben, dus dat is niet verrassend. Maar in dit geval lijkt het wel logisch om in krappe, oude steden de schaarse ruimte efficiënt en milieuvriendelijk te benutten. Een fietser neemt minder ruimte in dan een auto.
Zou het wel weer fijn zijn als alle fietsers zich ook een beetje aan de regels zouden houden. Anders hebben we straks een 10 puntenplan van de Voetgangersbond nodig om de fietsers de stad uit te schoppen.
3 – Investeer in Snelfietsroutes
Dat lijkt me een prima idee. Als je wel eens een speed pedelec bent tegengekomen op je gewone fiets, weet je dat het snelheidsverschil groot is. In mijn optiek te groot om lekker samen te gaan. Het is daarom in mijn optiek ook te beargumenteren dat speed pedelecs dezelfde regels volgen als brommers met een geel kenteken. Ik kan me wel voorstellen dat we in het kader van het milieu het woon-werk verkeer op de (elektrische) fiets willen bevorderen. Dan zijn veilige snelfietsroutes zeker een optie. Daarbij opgemerkt dat deze dan ook voor ‘snelfietsers’ zijn en je er dus niet moet gaan wandelen of met een kind naast je moet gaan fietsen.
4 – Fiets en ov, een gouden combinatie
Bij het lezen van deze kop, schiet ik onmiddellijk in de weerstand. Probeer je fiets maar eens mee te nemen in de trein. Dat is geen feest. Maar gelukkig gaat dit punt inhoudelijk daar niet over. Het gaat over de parkeergelegenheid voor fietsers bij een station. Natuurlijk is dat een goed idee, maar dan is wel weer de vraag wie dat moet gaan betalen. Fietspakhuizen zoals bij Utrecht centraal zijn schreeuwend duur.
5 – Stimuleer de fiets
Een punt naar mijn hart. Daar kunnen we als Fietsen Natuurlijk ! volledig achter staan. Of toch maar even lezen wat er onder dit kopje staat. Het gaat weer over geld. De Fietsersbond vraagt weer om de fietser financieel voor te trekken. Het is niet dat ik per se tegen ben op deze stelling, maar het kopje doet zoveel meer vermoeden. Er valt zoveel meer te stimuleren dan alleen een financiële prikkel.
6 – Fietsen zonder hindernissen
Hier moet ik echt een beetje gokken wat de bond precies bedoeld. ‘Ga het ontstaan van barrières voor fietsers en voetgangers door aanleg van nieuwe infrastructuur tegen en gebruik de kansen voor de fiets bij nieuwe ontwikkelingen.’
Als ik de zin goed lees ontstaan er volgens de bond barrières voor fietsers door de aanleg van nieuwe infrastructuur. Het kan zijn dat de bond hier bedoelt dat je tegen een nieuwe snelweg aanrijdt en dat je bij een drukke kruising moet wachten bij een verkeerslicht. Meestal zie ik echter het omgekeerde. Bij nieuwe snelwegen worden vele tunnels en bruggen aangelegd om lokaal (fiets)verkeer soepel over te laten steken en ook zie je dat drukke kruisingen steeds meer ondertunneld worden voor fietsers en voetgangers.
7 – Lagere snelheid, minder fietsers als slachtoffer
Dit is het punt waar ik altijd ‘overhoop’ lig met de Fietsersbond. In mijn optiek is dit niet alleen een ‘auto’ probleem. De Fietsersbond stelt dat fietsen intrinsiek veilig is en daar ben ik het niet mee eens. Zelfs op een autoloze zondag is fietsen een hachelijk avontuur. Je bent kwetsbaar op een fiets, als er blaadjes op de weg liggen of het heeft gesneeuwd, dan ga je makkelijk onderuit. Als je ergens tegenaan rijdt, ben je zelf de kreukelzone. De bescherming die je hebt, als je die al gebruikt, is beperkt.
Dus dan maar het probleem bij de automobilist leggen, zal het probleem niet oplossen. Natuurlijk moet het streven zijn om het aantal verkeersslachtoffers naar nul te brengen. Maar begin dan bij jezelf. Zorg dat je een helm op je pan hebt, je verlichting in orde is en dat je je aan simpele regels houdt als stoppen voor rood. Tegen de tijd dat 90% van ons fietsende volk zich daaraan houdt, mogen we gaan zeuren dat auto’s te weinig rekening met ons houden en dat ‘we’ beschermd moeten worden tegen autoverkeer.
Als ik dan het kopje weer lees, dan denk ik dat dit op fietsers kan slaan. Pas je snelheid aan. Rij niet als een idioot over drukke fietspaden met je racefiets of speed pedelec. Glip niet nog even langs een stel fietsers als er al tegemoetkomend verkeer is. Pas je snelheid aan. En als je lekker wilt knallen op de fiets, kom naar Flevoland. Hier is de ruimte om eindeloos 45 km/u te racen zonder dat je ergens voor hoeft te stoppen.
8 – Fietsen als medicijn
Met dit punt kan ik het dan weer helemaal eens zijn. Hoewel ik in een NOS artikel weer las dat fietsen en hardlopen vooral door hoogopgeleiden wordt gedaan. Dus misschien nog iets opnemen om een divers publiek te bereiken. Misschien in het plan de term ‘Nederlandse Fietser’ ook vervangen door gewoon ‘Fietser’.
9 – Weg met fossiele tweewielers
Dat is snel te regelen. Ik ken niet heel veel fietsen die gemaakt zijn van versteende resten van planten of dieren. Hoewel het milieutechnisch wel een goed idee zou kunnen zijn.
Wat er natuurlijk bedoeld wordt is tweewielers die op fossiele brandstof rijden. En eigenlijk is dat ook geen goede term, want dan zou je wel op biogas of zonnebloemolie kunnen karren. Dus het gaat hier om het verbannen van verbrandingsmotoren.
Een oplossing levert de bond hier niet bij. Gaan we tweewielers zonder verbrandingsmotor stimuleren, of de verbrandingsmotor verbieden? Of beide natuurlijk. En gaan we dan zo ver dat de elektra van de speed pedelec dan uit groene stroom moet komen? En wat doe je met de Kreidler verzamelaars? Nostalgische oude brommers die er leuk uitzien, maar verschrikkelijk stinken.
10 – Fietsen voor iedereen
In het laatste punt lijkt de bond politiek te willen bedrijven door woorden als ‘inclusief’ en ‘participatie’ te gebruiken. Het is altijd een beetje link om woorden te gebruiken waarvan je weet dat er een bepaalde gevoelswaarde aan hangt.
Wat er – denk ik – bedoeld wordt, is dat het mooi is dat er een diversiteit van fietsen ontstaat en dat er ruimte moet zijn voor alle soorten fietsen. Nu val ik met het woord ‘diversiteit’ in dezelfde valkuil als de bond.
De vraag is wat de bond er allemaal onder wil laten vallen. Ik kan me extremen voorstellen die ik liever vandaag dan morgen van de weg zie verdwijnen. De bierfiets bijvoorbeeld.
Conclusie
Ik ken de Fietsersbond als een ‘anti-auto’ bond en dat blijkt nog maar eens uit dit 10 puntenplan. Liever zou ik een meer gebalanceerd plan zien waarin de verantwoordelijkheid óók bij de fietser wordt gelegd. Niet alleen in het dagelijks gebruik van het ding, maar ook financieel.
Te makkelijk komt de bond met het belasten van de maatschappij – dat zijn wij, by the way – door het toekennen van middelen ten faveure van de fiets, zonder ook maar ergens te benoemen hoe de fietser hieraan gaat bijdragen.
Natuurlijk is het geen gek plan om als maatschappij een milieuvriendelijke manier van transport te stimuleren en daar wat extra geld voor uit te trekken, maar iets meer balans mag wel.
Ik zou me kunnen vinden in een ‘fietsbelasting’ om bij te dragen aan al deze mooie plannen. Bijvoorbeeld door een belasting op de aanschaf van een fiets. Dat geeft je als fietser ook legitimiteit om te ‘zeuren’ over de infrastructuur. Nu wordt het allemaal betaald door de automobilist.
Daarnaast moet de bond zich toch realiseren dat het in Nederland best wel goed gesteld is met de fietsinfra. Anders moeten ze echt eens de fiets pakken en een rondje door Brussel fietsen.
En misschien is het disproportionele in hun plan alleen om de boel scherp te houden. Dat kan. Dat laat mij in ieder geval de ruimte toch positief tegen dit plan aan te kijken.