Apeldoorn – Parijs ~ Etappe 8 (Laon – Attichy) [59km]

“Non, aujourd’hui seulement manger.” Hadden we eindelijk in dit godverlaten gebied een terrasje gevonden dat open leek te zijn, was dit het antwoord op mijn beleefde vraag of we iets konden drinken. Maar ze was duidelijk genoeg om niet aan te dringen, dus zwaaiden we het been maar weer over het zadel op zoek naar een volgend terrasje.

Het plaatsje Coucy-le-Château-Auffrique heeft buiten haar prachtige naam veel te bieden aan de passerende reiziger. Het is een zorgvuldig aan puin geschoten vesting, die dan weer zorgvuldig en artistiek is ‘gereconstrueerd’, zodat er zomaar horden toeristen op af zouden kunnen komen. En blijkbaar gebeurt dat en willen ze allemaal op zondag lunchen in “La Pomme d’Or”.

Maar ‘Auffrique’ is meer de uitzondering op de regel. Meestal zien we verlaten barretjes in verlaten straatjes. De gebouwen zijn te weinig ward om het ‘Bar-Tabac’ eraf te halen, laat staan enige vorm van onderhoud te plegen. Verpaupering ligt niet eens meer op de loer, het komt snel op je af.

Even verderop waren we bijna een ongenode gast op een bruiloft. Uit een ooghoek zag ik picknicktafels in de schaduw van een mooie grote boom. Ik stuurde mijn Santos het gras in, op weg naar een soort van terras, al was het zonder koud drankje, om halverwege mijn benadering erachter te komen dat er overal witte en roze bloempjes waren gestoken er een soort huwlijksprieel was neergezet en alles in gereedheid leek te zijn gebracht om bruid en bruidegom te verwelkomen. Dus ben ik in allerijl maar weer omgedraaid. En dus hadden we weer geen terrasje.

Het lukte wel bij de ‘Marie’ van Pont-Saint-Mar. Niet dat daar een ober gereed stond om ons onderkoelde Cola Zero te serveren, maar er was wel een picknickbank in de schaduw, waar ik Franse hotdogs kon maken. Een bijna ideale plek, ware het niet dat het aan de voet van de derde klim van de dag lag.

Klimmen blijft een wonderlijk fenomeen. Er zijn er die het absoluut haten, maar wij hebben er wel schik in. Niet dat je ons tot de Vingegaards van deze wereld moet rekenen, maar klimmen is geen straf.

Klimmen hebben we ook moeten leren. Je wil als vlaklander snel te hard naar boven en dat gaat niet als je geen Tadeij van voren heet. En zeker niet met al die bepakking. Je moet het gewoon heel rustig aan doen. Een simpele tip, maar oh zo moeilijk om uit te voeren. Slotsom; tot 7% is het leuk, daarboven wordt het afzien. Maar ook dat kan leuk zijn, vraag me niet waarom.

Met de warmte is de middagetappe meestal wat lastiger dan de ochtend editie. Ook lijkt het landschap ‘s-ochtends steeds aantrekkelijker dan ‘s-middags. We proberen er dus steeds voor te zorgen dat we de meeste kilometers voor de lunch hebben gemaakt.

De Camping Municipal in Attichy is een feest. Het ligt best leuk aan een visvijvertje en het toiletgebouw is een positieve uitschieter in ons sanitaire leven. Maar het feest wordt gecompleteerd door een heuse braderie. Ineens blijkt er toch nog leven in Noord-Frankrijk te zitten. Campinggasten vermengen zich met lokalen en de campingeigenaar genereert inkomen door de verkoop van hamburgers, cola en lokaal bier.

Als je aan een willekeurige Nederlander vraagt wat een Fransman drinkt, dan denk ik dat ‘wijn’ het meest gehoorde antwoord zal zijn. En toch heb ik in Frankrijk nu al twee keer beter bier gedronken dan in België. Gisteravond was het hoogtepunt. Een lokaal in Laon gebrouwen meesterwerkje van brouwerij BMC.

En wederom vallen we met onze neus in de boter. Een geëmigreerd stel uit Engeland brengt gevoelige country songs ten gehore. Het is misschien te kneuterig voor woorden, maar het is ook wel een soort gezellig.

Als laatste wil ik jullie de avondetappe van de rustdag niet onthouden. Laon, of ‘Loun’ zoals de Fransen het uitspreken, is een stad in twee delen. Benden is de schoonheid bedenkelijk, maar bovenop de berg in de oude stad is het prachtig en gezellig. We waren er rond Franse etenstijd en dus zaten de terrasjes vol en was er helaas geen plaats voor de slechts drinkende passant. Maar dat bracht ons ertoe een wandelingetje te maken met wat aardige foto’s tot gevolg.

Attichy

De plaats verschijnt in de geschiedenis onder de naam Attipiacum villa (met de oprichter van een Gallo-Romeinse Attipius). Clotaire eerste het verhogen van het naar Soissons, de hoofdstad, tot 560, een klooster ter ere van St. Medard, bisschop van Noyon, de plechtige processie die het lichaam van de prelaat nodig is om zijn nieuwe huis, het oversteken van de Aisne te Attichy.

Het land was eigendom uit de 12e eeuw, het huis van Montmorency. Mathieu ik, Constable van Frankrijk, verlaten tot 1132, de abdij van Premontre, sommigen die wilden weiland zijn kasteel. Hij stemde toe, als heer, in 1137, die van Hadvide Attichy donatie aan dezelfde abdij, vrijgevigheid gevonden door Gorlin, bisschop van Soissons te genezen, en bevestigd door koning Lodewijk de Dikke. De kuur was geplaatst onder het aanroepen van St. Medard.

Mathieu in de tweede acte van 1202, erfde het landgoed in 1160. Hij gaf zijn titel en zijn land op de vijfde Bouchard de Montmorency, zijn oudere broer.

Na een opeenvolging van heren, was de aarde verdeeld. Gevonden in de titels van de 16e eeuw Bochart, de Mazancourt, Sacqueville titels van een aantal van Attichy, het grootste deel van het landgoed behoorde tot de heren naam Hacqueville, en werd afgestaan ​​door hen aan de Marillac Marshal.

Attichy bleef in het huis van Tremouille tot de revolutie van 1789.

Het kasteel was enorm, omringd door sloten, samen met uitgebreide tuin, park, water …

Het landgoed werd opgebroken in 1789, en het kasteel, na het doorlopen verschillende handen, werd gesloopt rond 1796.

Het grondgebied van Attichy bevat, als het hele district, vele overblijfselen van Keltische en Romeinse tijd. Op 29 november 1838, werd ontdekt in dezelfde stad, een sarcofaag gemaakt van stenen gebracht, van waaruit we terugtrokken nietjes en keizerlijke medailles.

Apeldoorn – Parijs ~ Etappe 7 (Chimay – Laon) [99km]

Mannen, je hebt er ook eigenlijk niets aan. Komen ze na 99 kilometer fietsen op de camping aan, bieden ze spontaan aan om naar de supermarkt te fietsen. “Ga jij maar lekker zitten schat, ik haal de boodschappen wel.” Het lijkt sympathiek en sociaal, totdat je er achter komt dat ze dat alleen maar aanbieden om de 100 vol te maken, zodat ze kunnen werken aan hun Eddington score.

Iedere zichzelf respecterende wielrenner heeft een Eddington score van 100+. Dat betekent kortweg dat je 100 ritten hebt gereden van minimaal 100 kilometer. Mijn Eddington score is een schamele 88. Deze schande probeer ik uiteraard zo snel mogelijk weg te poetsen, maar dat gaat nog wel even duren. Ik moet na vandaag nog 36 ritten van 100 kilometer maken.

Voor de route van Chimay naar Laon zijn nogal wat alternatieven en varianten. Dus hadden we gisteren wat keuzestress. Het origineel kent ‘maar’ 84km, maar heeft geen accommodatie, winkel of koffiestop onderweg en ging daarbij de laatste 20km door saai landschap.

Het alternatief had meer te bieden, zowel qua landschap als ravitaillering, maar is 14km langer. Dan kom je dus dicht tegen de 100km aan voor de dagafstand. Gezien de matige voorbereiding misschien niet helemaal verstandig. Een camping in Marle als uitwijkmogelijkheid op 75km deed ons besluiten toch voor het alternatief te gaan. Dan konden we in Marle wel beslissen of we door zouden rijden of niet.

Met het besluit in Marle om door te rijden, wordt deze etappe de koninginnerit van deze vakantie. Niet alleen qua aantal kilometers, maar ook gezien het typisch Noord-Franse glooiende landschap. Aan het einde van de dag bleken we 850 hoogtemeters te hebben gemaakt. Het is nog geen Zwitserland, maar we voelden ze wel.

Marle moet best een leuk plaatsje zijn, maar het ligt net zoals Laon op een heuvel. En heuvel is misschien niet eens een goed woord, want dat klinkt glooiend en geleidelijk. Dit is gewoon een puist in het landschap waarop ze vroeger met oog voor de veiligheid een nederzetting op hebben gebouwd. De weg steil omhoog naar het centrum van Marle wordt door ons, maar ook door de route, vermeden zodat we niet zullen weten hoe leuk Marle is.

De belofte van ravitaillering bleek loos. Alles wat maar in de buurt van een koffiestop kwam, was dicht. Vaak was deze status van permanente aard. Zo ook in Plomion, waar op zowel het restaurant als de lokale supermarkt een bordje ‘a vendre’ prijkte. Tussen Chimay en Marle is er dus ruim 70km niks. Gelukkig hadden we daar rekening mee gehouden en hadden we de lunch al meegenomen uit Chimay. Bij een vriendelijke vrouw in een voortuin hebben we gevraagd of we de bidons bij haar konden bijvullen en zij kwam met een heerlijke fles gekoeld water aan. ‘Merci’.

In Jeantes reden we langs een leuk exemplaar van een achtergebleven stationsgebouw. Die komen we regelmatig tegen. Frankrijk ligt vol met oude spoorlijntjes. Vaak worden deze omgetoverd tot fietspad, maar hier dus blijkbaar niet.

In Aulnois sous Laon hoef je niet bang te zijn de weg kwijt te raken. Aanwijzingen naar de verderop gelegen dorpen staan op de ‘Marie’ geschilderd.

Laon zie je van verre aankomen. Het landschap wordt steeds vlakker en het stadje steekt er met kop en schouders bovenuit. Het zorgt voor een mooie foto als we Laon naderen.

Na 99 kilometer bereiken we moe en verhit de camping. Vooral Madeleine heeft het even zwaar. Ik bied daarom – inlevend als ik ben – aan om de boodschappen te doen. Morgen een welkome rustdag.

Laon

De stad is een van de vele in Noordwest-Europa met de Romeins-Gallische naam Lugdunum (heuvel, hof, hoogte, vesting, gewijd aan de Keltischegod Lugh). Laon werd al voor de middeleeuwen als vestingstad door Galliërs gebouwd op een alleenstaande heuvel in Thiérache. Het werd in de 5e eeuw door toedoen van Remigius van Reims een bisschopszetel. Al sinds 580 (stichting van de Sint-Vincentiusabdij, vanaf de 10e eeuw benedictijns) en 641 (stichting van het benedictijner klooster gewijd aan Johannes de Doper) had het christendom hier belangrijke bolwerken. Laon was in de Karolingische tijd de koninklijke residentie. In de oude stad binnen de vesting staan de gebouwen uit de middeleeuwen nog; de 12e eeuw was een tijd van voorspoed en nieuwbouw. In de 11e en 12e eeuw kreeg Laon een belangrijke theologische school. Een van de belangrijkste geleerden was in die tijd Anselmus van Laon. Tot en met de 14e eeuw was de macht in de stad verdeeld tussen de koning, de bisschop, het kapittel van de kathedraal en de rijke koopliedenstand. In 1111 kwam het tot een uitbarsting toen de bisschop, tegen eerdere afspraken met de burgerij, extra belastingen hief. Hij werd opgejaagd, verstopte zich in een vat, werd ontdekt en op Palmzondag 1111 omgebracht. Daarna was het een eeuw lang relatief vrij rustig in Laon. In de 12e eeuw werd de stad geheel ommuurd. De bepaald pompeuze Kathedraal van Laon werd vanaf 1155 gebouwd, nadat zijn romaanse voorganger was afgebrand. Door zijn plaats op de vesting, is deze kathedraal het opvallende kenmerk van Laon geweest. Halverwege de 13e eeuw zou de stad circa 10.000 inwoners hebben gehad, van wie 2/3 in de bovenstad leefden. Daarmee was Laon een voor die tijd grote stad.

In de 14e eeuw woonde Guillaume de Harcigny, de in die tijd beroemdste arts van Frankrijk in Laon. Hij was hofarts van koning Karel VI van Frankrijk.

De Honderdjarige Oorlog ging niet onopgemerkt aan deze vestingstad voorbij. In 1358 probeerde de bisschop van de stad Laon aan het koninkrijk Navarra uit te leveren. Het complot werd ontdekt en de schuldigen werden onthoofd. In 1359 werd de stad door de Engelsen aangevallen. De aanval werd afgeslagen, maar de stad liep zware schade op. Onder andere de Sint-Vincentsabdij – met haar beroemde bibliotheek – ging in vlammen op. In 1373 was er weer een mislukte Engelse aanval op Laon, ditmaal door Jan van Genthertog van Lancaster. In 1411 werd de stad veroverd door het Hertogdom Bourgondië onder Jan zonder Vrees. Drie jaar later werd Laon heroverd door de Fransen onder Karel VI. In 1418werd de stad weer door de Bourgondiërs ingenomen, wier hertog Filips de Goede haar een jaar later aan de Engelsen overdroeg. Pas in het jaar 1429 kwam Laon definitief aan Frankrijk.

In de tijd van de Hugenotenoorlogen was de stad op de hand van de Heilige Liga van 1576, dus katholiek. Ze werd met succes door Spanjaarden verdedigd tegen diverse protestantse aanvallen. In de late 16e en de 17e eeuw vond weer een stadsvernieuwing plaats; er werden opvallend veel eenvoudige, hoge, dicht op elkaar staande huizen gebouwd, deels met houten gevels. Van deze oude huizen staat er vrijwel niet één meer overeind.

In 1692 liep Laon forse schade op door een aardbeving.

In 1814 vond bij Laon een veldslag plaats tussen het Franse leger van Napoleon Bonaparte en een Russisch-Pruisisch coalitieleger. Dit laatste behaalde de overwinning.

Op 9 september 1870 was er tijdens de Frans-Duitse Oorlog een tragisch incident. Franse troepen in de stad capituleerden voor de Duitsers. Een deel van de Franse soldaten was het hier niet mee eens en blies dicht bij de plaats waar de capitulatie werd ondertekend, een voorraad buskruit op. Hierbij kwamen honderden mensen, ook Franse en Duitse soldaten, om het leven. De verantwoordelijken werden door de Duitse bezettingstroepen gearresteerd en met de kogel terechtgesteld.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog was Laon van 2 september 1914 tot 13 oktober 1918 door Duitse troepen bezet. In de stad was een van de belangrijkste Duitse hoofdkwartieren gevestigd.