Bretagne en Normandië – Etappe 15 (Saint Vaast la Hougue – Pont du Hable [87km])

Indrukwekkend. Mensen lopen bij Utah Beach het strand op en draaien zich dan na een meter of 30 om. Met het gezicht richting de duinen. Er is nu niets meer te zien dan Amerikaanse en Franse vlaggen die gebroederlijk naast elkaar wapperen, maar iedereen beeld zich in hoe hier soldaten over het strand hebben gerend, terwijl de kogels om hun oren vlogen.

Het moeilijkste deel van de route zat in het begin. Nog een stevig klimmetje en wat op en neer zonder titel. Maar we reden de eerste 50 kilometer met de wind in de rug. Dan lijkt het met 87 kilometer een van de zwaardere etappes, maar dat viel allemaal wel mee.

We vertrokken ook nog eens in de zon. Veel mooier kun je het niet krijgen. Normandië is wat kleinschaliger en lieflijker dan Bretagne. De kleine wegen kronkelen door het landschap. Af en toe wordt je zicht belemmerd door hagen aan beide zijden van de weg. Regelmatig kom je leuke dorpjes tegen. Een heel aangename fietsomgeving dus.

Wat hoogtepunten betreft was het rustig vandaag. Uiteraard het eerste invasiestrand en de geboorteplaats van een van de voorouders van Walt Disney. De plaats heet Isigny. Uit Isigny is in het Frans d’Isigny en dat is weer verbasterd tot Disney. Moeilijk verhaal wat een aantal Micky Mouse figuren op winkelruiten veroorzaakten en er schijnt een museum over onze ‘Walt’ en zijn voorouders te zijn.

Vanaf Carentan kom je langzaam in het ‘invasiegebied’. Je ziet de eerste Amerikaans vlaggen wapperen en een eerste bescheiden monumentje doemt op. Er rijden ineens oude Amerikaanse voertuigen over de weg en de eerste bordjes wijzen je de weg naar Utah Beach.

Vanaf Isigny loopt er eenlang grindpad Noordwaarts. Er blijkt een asfalt alternatief te zijn en Madeleine is meteen verkocht. Mijn ‘asfalt Jeannette’ is al genoeg over onverharde paden gejaagd. Iedere keer als ze een stuk glad asfalt tegenkomt bedankt ze Emmanuel hartelijk voor bewezen dienst en bij ieder stuk gravel vervloekt ze hem. Ze begint al aardig ingeburgerd te raken in France.

Mijn ‘asfalt Jeannette’ op onverharde bodem

Ik kon het weer niet laten, liet mijn vrouw in de steek en koos voor het grindpad. Dit bleek een karrenspoor langs een zeearm te zijn met meer losse klinkers dan korrels grind. Het was maar goed dat Madeleine de cola meehad, want die was serieus ontploft met al dat gehobbel. Wel weer mooi waren de meeuwen die opvlogen als je aan kwam fietsen.

Gravelpad bij Isigny

Op driekwart van het grindpad kreeg ik plot een hongerklop. Telepatisch of niet, maar Madeleine bleek later rond hetzelfde moment ook een hongerklop te hebben gehad. Uiteraard had zij bananen, cola en Cliff-bars bij zich en ik…. niets. Nadat ik 2 moeizame kilometers had afgelegd en we weer verenigd waren, heeft Madeleine een banaantje voor me gepeld.

Stonden we gisteren nog op een camping met vier hele sterren, staan we vandaag op een Aire Naturelle, hetgeen de Franse variant van een natuurkampeerterrein is. Madeleine had grondig onderzoek gedaan en de antecedenten van camping en eigenaar nagetrokken. De camping had het certificaat ‘Madeleine fähig’ gekregen. Sommige Aire Naturelles zijn serieuze campings en andere zijn een grasveldje met een gat in de grond als WC.

Camping Pont du Hable zit in de eerste categorie, maar is wel een Boheems paradijs. Het is een langgerekt grasveld met lukraak verspreid een aantal bouwvallige caravans. In een Tabbert waar zelfs Koos Petalo zich voor zou schamen, resideert de eigenaar. Deze kwam ons ‘s-avonds WiFi codes uitdelen en vertellen dat we ergens morgenochtend mochten betalen.

Maar de douches zijn warm en het sanitair is redelijk schoon. Er is een koelkast, een magnetron, een wasmachine en een fietspomp. Als het te warm werd, kon je altijd nog een duik nemen in het opblaaszwembad. Kortom, bijna net zo viersterren als onze vorige camping.

Weer een zeecamping, nu zonder strand

In een beetje Boheems paradijs heb je natuurlijk loslopend wild. Op camping Pont du Hable doen ze het bescheiden met een aantal loslopende kippen. Maar man, wat waren die beesten irritant. Nu is een kip in mijn optiek alleen nuttig als ze eieren legt of in de pan ligt, maar deze liepen gewoon je tent in. En toen ik aan het koken was, liep er een bijna mijn pannetje in. Een welgemeend ‘Kssst’ van mijn kant voorkwam groot kippenleed.

Fusilli met kiploos prutje