Bretagne en Normandië – Etappe 9 (Saint Benoit des Ondes – Genêts [83km])

De etappe is relatief vlak vandaag. Geen steile klimmetjes of gevaarlijke afdalingen over losliggend grind. Kees Swart vond dat blijkbaar ook wat te dol worden, dus bedacht hij nog een ommetje over Mont Dol. De Tour de Manche gaat daar gewoon rechtdoor langs de kust, dus als je ook geen zin hebt in dat ene klimmetje is dat een goede optie.

En meestal valt er wel wat te klagen over het weer. Vanochtend hebben we de laatste spetters geïncasseerd, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Er stond wel een stevige wind, maar die was de eerste 60 kilometer in de rug. Dus daar kan ik ook niet over klagen. Het weer werd ook steeds beter en ik zit nu zelfs tegen een strak blauwe lucht aan te kijken.

Maar er moet toch wat zijn wat weer hopeloos in het honderd is gelopen. En dat klopt. Na een kilometer of 5 had ik een lekke band. En niet zomaar een, maar eentje waarbij je binnen een minuut geen lucht meer in je band hebt zitten. Een serieus gat dus. En dat terwijl ik er dit jaar nagelnieuwe Schwalbe Marathon Supreme antilek banden onder heb gezet.

Dit verraad al en beetje mijn onderhoudsdrift. Ronald kijkt me ook altijd een beetje afkeurend aan als ik uitleg hoe serieus ik het onderhoud aan mijn fiets neem. Mijn Santos is 11 jaar oud. De achterband heb ik na een jaar of 8 een keer vervangen door een iets minder versleten exemplaar van mijn dochters fiets. De voorband is dit voorjaar na 11 jaar voor het eerst afgekomen. Natuurlijk is de binnenband dan ook 11 jaar oud, maar deze heb ik zonder blikken of blozen gewoon weer in de nieuwe buitenband gelegd. Daar kreeg ik vandaag spijt van.

Ik was bang dat mijn antilekband minder antilek was dan ik dacht. Maar dat is vooralsnog niet waar. Het probleem was dat mijn ventiel en mijn band niet langer een eenheid vormden. Het ventiel was er finaal afgescheurd. Ouderdom, ongetwijfeld. Ik had er natuurlijk na 11 jaar preventief een nieuw binnenbandje in moeten leggen.

Ventiel volledig uit de binnenband gescheurd

En onmiddellijk diende zich een volgende onvolkomendheid in de voorbereiding aan. Ik had alleen een Co2 pomp meegenomen en al tweederde van 1 patroon besteed aan hulp aan een noodlijdende Fransman. Daarmee had ik nog 1 patroon over en die wilde ik liever niet direct verspillen. Gelukkig is Madeleine een stuk slimmer dan ik en die heeft bij een nabijgelegen huis een fietspomp geregeld. Het ding was van een leeftijd dat het een mooie plek in het museum van Louison Bobet verdiende, maar als je alle onderdelen bij elkaar hield, werkte hij nog naar behoren. 80% van de band met de handpomp en de laatste 10% met het restant uit het aangebroken Co2 patroon. De allerlaatste 10% moesten maar wachten op een benzinestation met luchtpomp.

Ondanks de relatief makkelijke etappe had ik het zwaar vandaag. De benen waren niet eens slecht, maar tussen de oren voltrok zich een verkeerd proces.

Misschien was het omdat de route een beetje saai was. We reden eigenlijk om een berg met een kerk heen. Mont Saint Michel is natuurlijk niet zomaar een berg met een kerk, of eigenlijk een klooster, maar natuurlijk een wereldberoemd Unesco werelderfgoed berg met klooster. Monniken zitten er al sinds 2001 niet meer, omdat het er wemelt van de toeristen die over het dammetje naar het eiland willen lopen. Gelijk hebben ze. Vroeger was het nog enigszins spannend, want toen liep er een getijdeweg naar de berg. Dus als je niet goed timede, hd je op zijn minst natte voeten. Ondanks dat mij dit toch een buitengewoon effectieve manier lijkt om van overtollige Japanse toeristen af te komen, heeft de Franse overheid besloten een serieuze dam aan te leggen, waar je zonder gevaar voor leven overheen kunt.

Mont Saint Michel van de zuidkant

Maar vandaag was de berg er altijd. Soms even verborgen achter een paar bomen, maar dan doemde hij weer in volle glorie op. En het is best wel een apart ding. Ik vind hem zelfs een beetje lelijk. Het heeft de vorm van een verse drol en de kerktoren lijkt er ook een beetje willekeurig op neer gepleurd. Maar goed Unesco Wereld Erfgoed, dus we vinden het mooi.

Mont Saint Michel aan de oostkant

Vandaag verblijven we op een viersterren camping. Niet omdat het kan, maar omdat het moet. Er is nog een camping in Genêts, maar die is ‘tijdelijk gesloten’. En ook onze camping was lastig te vinden, want volgens Kees Swart zijn boekje heette het ‘Coques d’Or’. Maar waarschijnlijk omdat de Engelsen hier steeds van in de lach schoten, hebben ze de camping omgedoopt tot Côte d’O. De viersterren slaan natuurlijk op het zwembad, de aanwezigheid van een min vier sterren restaurant en de onvermijdelijke animatie. De sanitaire voorzieningen van menig andere camping is beter dan deze en faciliteiten voor trekkers zoals een picknickbank bij de tentplek en een slechtweergelegenheid ontbreken volkomen. Maar met fietsen heb je niet altijd een keus en mag je het doen met de camping die de route je voorschotelt.

De wind draait lekker mee naar Noord to Noord-Oost de komende dagen, hetgeen ons verzekerd van een prettige tegenwind. Maar dat zijn zorgen van morgen. Vandaag is het genieten van eindelijk weer eens wat zon.