Belangrijke mededeling: Vanwege de situatie rond het corona-virus gaat onderstaande lezing van Frank van Rijn helaas niet door!
De lezing zal plaatsvinden op een ander moment, waarschijnlijk na de zomer. We houden deze pagina actueel en zullen op de verschillende media berichten posten zodra er meer bekend is. Maar tot die tijd kun je (hopelijk) gewoon Fietsen Natuurlijk !
Terwijl wij aan het begin stonden van onze fietscarrière deelde hij zijn avonturen uit Ethiopië met ons. Waar wij 27 kilometer over de Utrechtse Heuvelrug al pittig vonden, zagen we foto’s waarop Frank zijn Gazelle over een weg vol keien aan het voortduwen was. Hoezo fietsvakantie?!
Het was 1999 in een vol Congresgebouw in Den Haag. De lezing was een van de hoogtepunten van de Op Pad beurs. Outdoor vakanties werden steeds populairder onder een groeiende groep mensen die wel eens wat anders wilden dan een Sangria in Lloret de Mar. En hoewel de Op Pad beurs voor 75% gevuld was met wandelen, was Frank al een ‘grote meneer’, groots aangegeven op alle beursposters en richtingaanwijzers. Frank van Rijn, die kant op.
Vol bewondering hoorden wij zijn prachtige verhalen aan, die hij vol droge humor en goed geplaatste dia’s over ons uitstortte. Bewondering, maar ook een beetje weerzin. Dit kan toch nooit de bedoeling zijn van een leuke fietsvakantie? Kinderen die je lastigvallen en met stenen naar je gooien, artillerievuur op de achtergrond en aanstormende olifanten. Niet echt iets dat wij bedacht hadden toen we twee jaar eerder onze vakantiefietsen hadden aangeschaft.
En ondanks dat we wisten dat wij nooit zouden fietsen waar Frank had gefietst, inspireerden zijn verhalen ons wel. Als hij door de droogte in Australië kan fietsen en zelfs Death Valley overleeft, dan moet een rondje Loire-gebied voor ons toch haalbaar zijn?
En in alle eerlijkheid, ik ben niet zo’n lezer. Ik ga liever op mijn fiets zitten. Ik kan ook niet zeggen dat ik alle boeken van Frank gelezen heb. Wel stukjes en verhalen. Maar het mooist vind ik het als hij het zelf vertelt.
Marc Zijlstra
Het moet 1981 zijn geweest. Ik was 12 jaar oud en was met mijn ouders op zomervakantie in wat toen nog Joegoslavië heette. Op een camping in het plaatsje Karlovac hadden we ons met onze caravan genesteld toen een man met alleen een fiets met bepakking bij zich, iets verderop zijn tentje ging opzetten en ons kwam vragen of hij misschien een hamer mocht lenen. Een Nederlander. Onze nummerplaat verried ons natuurlijk! Hij was bij ons aan het goede adres, want mijn vader nam op vakantie zo’n beetje zijn hele gereedschapskist mee, dus ook een hamer.
Nadat hij zijn tent had opgezet en het gereedschap kwam terugbrengen raakten we met hem aan de praat. Hij was vertrokken op de fiets bij zijn ouders uit Voorburg en was eigenlijk nog maar net begonnen met zijn reis. Hij had er nog maar een dikke 1000 kilometer op zitten en was op weg naar Afrika. Zuid-Afrika wel te verstaan. Als 12-jarige nauwelijks voor te stellen hoe ver dat fietsen is maar dat het wel langer zou duren dan onze lange vakantie van vijf weken, dat begreep ik wel. Op de vraag hoe hij zich verstaanbaar maakte in al die verschillende landen zei hij dat je met een paar woorden Engels, Duits en Spaans best goed uit de voeten komt. Hij at met ons mee, dronk cola, en vroeg ons of wij een stapel landkaarten mee terug naar Nederland wilden nemen, omdat hij die niet meer nodig had. We beloofden de kaarten af te geven bij zijn ouders na onze vakantie.
Twee dagen later bezochten we de stad Sarajevo en al wandelend door de historische straten riep mijn moeder uit: “Kijk wie daar aan komt lopen!”. Met zijn fiets aan de hand liep hij door de straten, onze fietser. We wensten hem een goede reis. Zijn naam was Frank van Rijn en ik zou nog veel van hem gaan lezen, maar dat wist ik toen nog niet.
Terug in Nederland hoorden we van zijn ouders dat Frank gek was van fietsen en het liefste de hele wereld zou willen afreizen op de fiets. Hij had elektrotechniek gestudeerd aan de universiteit en met het geld dat hij verdiende als leraar natuurkunde trok hij de wereld in. Op de fiets. Zijn moeder vertelde dat Frank wel eens in huis langs hun inboedel liep en zich staand voor een dure kast afvroeg hoever hij met dat geld zou kunnen fietsen. Ook hoorden we dat onze bescheiden reiziger vijf talen vloeiend sprak en dat hij over zijn reizen wellicht wilde gaan schrijven. Mijn ouders hielden contact met de familie Van Rijn en enkele jaren later kwam zijn eerste boek uit: “Zuid-Amerika op de fiets”. Inmiddels was ik 20 en heb ik het met interesse, verwondering en vooral met veel lachsalvo’s gelezen. Zijn relativerende kijk en droge humor spraken me enorm aan.
Jaren later en enkele Van-Rijn-fietsboeken verder gaf Frank op een wandel en/of fietsbeurs of boekpresentatie (ik weet niet meer waar of wanneer) een lezing over enkele van zijn reizen. Geboeid heb ik zitten luisteren naar zijn verhalen en gekeken naar de dia’s van zijn reizen. Het was duidelijk: hij vertelt net zoals hij schrijft.
De fiets kende ik -toen ik Frank voor het eerst ontmoette- alleen maar als woon-school vervoermiddel. Twintig minuten enkele reis. Toen ik slaagde voor de middelbare school, kreeg ik van mijn ouders een mooie tweedehands, stalen racefiets. Een Fongers. Blauw. Ik heb hem eerst helemaal uit elkaar gehaald en schoon gemaakt. Regelmatig maakte ik ritjes, van Rotterdam naar Delft waar ik studeerde, maar ook naar andere plaatsen. Later ook een trekking vakantie op de fiets door de Dordogne, maar ook sportievere uitspattingen zoals het beklimmen van enkele legendarische cols uit de Tour de France, en een toertocht in vijf dagen van Alpe d’Huez terug naar huis. Zelf zie ik de fiets vooral als een manier om sportief buiten bezig te zijn, te ontspannen en veel van de omgeving te zien.
En zo heeft iedereen die van de fiets houdt, denk ik zijn eigen voorkeur en zijn eigen invulling van dit prachtige vervoermiddel. Ik zie mezelf afzien op een steile klim, of de welverdiende afdaling in gaan of genieten van de Nederlandse herfst als ik door het Gooi rijd. Maar een fiets met bepakking inclusief tentje door een dikke laag modder trekken, heel ver van huis? Nee, dat is niet aan mij besteed. Daar lees ik liever over. Op de bank met een goed glas bier. Desondanks denk ik wel dat ik het begrijp. Want wat is de mooiste manier om veel van de wereld, maar zeker ook van ons eigen land te zien? Fietsend natuurlijk!
Ronald van Gimst