Ovale de Suisse Etappe 14 (Brugg – Aarburg)
Dit blogje komt 3 dagen nadat etappe 14 verreden is, als mosterd na de maaltijd. Maar anders is de ovaal niet rond.
De laatste dag begon met een niet overdreven luxe ontbijt in het Continental Tower hotel in Brugg. Gelukkig stonden er maar een 42 kilometer etappe op het programma, dus dat we niet helemaal afgevuld aan de start stonden, kon ons niet deren.
Na 4 kilometer fietsen, toen we Brugg net achter ons hadden gelaten, werd Madeleine gebeld door het hotel. Of wij de sleutel van het ‘Velo Raum’ nog hadden. Grappig, in Zwitserland heet een ‘Fahrad’ een ‘Velo’. Ja dus, ik had de sleutel nog in mijn broekzak zitten en dus mochten we terug. Zo kwamen er dus ongewild 8 kilometer meer op de teller.
Nog voordat we het punt weer hadden bereikt waar Madeleine gebeld werd, lag dezelfde Madeleine tegen de vlakte. Een steil afdelinkje op gravel met een tegenhangende bocht deed haar de das om. Gek genoeg was ze er de eerste keer zonder kleerscheuren naar beneden gekomen. Nu leverde het een paar mooie ‘oorlogsverwondingen’ op. De Belg zou zeggen : ‘een val zonder erg’. Toch bleek het wel fijn dat ze handschoentjes aanhad. Anders hadden haar handen aardig opengelegen.
We reden langs de Aare over een heel aardig pad. Voor de verandering was de rivier te zien en dat maakt het wel een stuk leuker.
We hadden bedacht dat we de etappe wel in de ochtend konden rijden en we roken een beetje de stal. Dus scheurden we door Aarau en Olten, zonder te willen ontdekken welk moois die plaatsen te bieden hebben. Dat is wel zonde, maar herkenbaar van onze laatste fietsdagen.
Bij Aarburg toch nog even gestopt om een foto van kerk plus klooster/burcht te maken. We verlieten de Mittellandroute richting auto. Deze hadden we achtergelaten op de parkeerplaats van voetbalclub FC Oftringen. Het is altijd weer spannend of de auto er nog staat en in welke staat hij dan verkeerd. Misschien was hij wel weggesleept of zat er een dikke Zwitserse bon onder de ruitenwisser. Parkeren in Zwitserland is zelden gratis. Op de meest vreemde plekken kom je parkeermeters tegen.
De auto stond er nog, had geen bon of wielklem en er was geen ruitje ingetikt. Er zat wat vogelpoep op de voorruit, dat was alles. Toch licht opgelucht haalden we de spullen van de fiets en laden we alles in en op de auto.
We hadden bedacht bij De Coop te laden en dan tijdens het laden de lunch te regelen. Zal je net zien dat mijn laadpas het bij deze snellader niet doet. Er zat gelukkig nog 220 kilometer in de batterij, dus snel wat broodjes gescoord bij de Coop en op weg naar huis.
Ovale de Suisse Etappe 13 (Wildberg – Brugg)
De ene dag willen de benen beter dan de andere dag. Vandaag was voor mij een andere dag. Gelukkig was de etappe niet zo zwaar en leuker dan verwacht.
We zaten om acht uur al op de fiets. Dat kwam omdat er geen broodjes op de camping waren en al zeker niet op 1 augustus. Madeleine had gezien dat er een VOLG supermarkt open moest zijn in een volgend dorp. En dus hadden besloten met lege maag de afdaling te doen en een klein stukje langs de rivier de Töss te paddelen tot we in Rikon brood konden scoren. Helaas was de VOLG van Madeleine toch ook dicht. De Zwitserse (tank)stations hebben echter ingespeeld op de gebrekkige openingstijden van winkels. Bij een trein- of pompstation is vaak een winkeltje met een alleraardigst assortiment van broodnodige artikelen. Vlakbij zat een tankstation met brood, croissants en heerlijke sinaasappelsap.
Bij het ontbijtbankje kwamen we een Beienweide tegen. Nu is de term ’weide’ wat forst aangezet, maar de bewoners proberen toch wat te doen voor onze ’Maja’.
De route beloofde door industrieel gebied te gaan met als hoogtepunt het vliegveld. Dat is dan Kloten. We hadden dus niet al te hoge verwachtingen van het landschappelijk schoon van deze etappe, maar het viel heel erg mee. Natuurlijk was het vliegveld niet mooi en vroegen we ons af welke routebouwer het een goed idee had gevonden om een langeafstandsroute langs een vliegveld te leggen. Maar de industrie viel mee en de lelijke stukjes waren maar kort. Voor de rest een heel aardige route door liefelijk heuvellandschap.
Wat al eerder was opgevallen is het groot aantal roofvogels dat boven het land cirkelt. Boeren lijken ook speciale palen op het land te hebben gezet waar de vogels op kunnen zitten. Dus ze zullen zo hun nut hebben. In Nederland zie je ze tegenwoordig ook regelmatig, maar nog niet zoveel als in Zwitserland.
Er zitten wat felle klimmetjes in het parcours, waarvan er een van 17%. Dat vinden mijn slechte benen allerminst aardig. Het gaat allemaal wel, maar niet fluitend. Gelukkig zijn de beklimmingen kort.
Het stadje Baden is dan weer heel leuk. Je komt binnen door een poort die overgaat in een houten brug over de Limmat. Daarna krijg je een klimmetje door de oude stad. Op slentertempo langs leuke winkeltjes, niet verkeerd.
Voor Baden hadden we nog een stopje gemaakt omdat ons lijf schreeuwde om een koud Colaatje. Nietsvermoedend crashte we een 1 augustus feest met veel baksels en cider. Ik werd naar mijn polsbadje gevraagd. Je weet wel, zo’n Alanya all inclusive marker, waaraan je kunt zien dat je te besodemieterd bent om zelf je restaurant uit te zoeken. Zo’n bandje had ik niet. Na wat uitleg begreep de dame dat ik niet kwam voor haar baksels, maar alleen voor een koud Colaatje. Die kon ik dan wel bestellen aan de bar. Probleem opgelost.
Het landschap en de omgeving bleef ons positief verrassen tot in Brugg aan toe. Daar de keuze niet op de naturistencamping was gevallen, maar op een hotel, zitten we nu in een steriele overnachtingsdoos, waarvan het restaurant dicht is vanwege 1 augustus. Gelukkig heeft Madeleine een Ialiaan bereid gevonden open te zijn voor een tafeltje voor twee.
Het Centurion Tower Hotel ligt op de campus van de lokale HTS. Ook in Zwitserland is het vakantie, dus het is hier een beetje een dooie boel. De receptioniste begon in prachtig Zwitser-Duits tegen ons te ratelen en we hebben maar ja gezegd. De kamer is schoon, het bed is goed, de douche is heerlijk en de WiFi is snel. Wat wil je nog meer op deze feestdag.