Apeldoorn – Parijs ~ Etappe 7 (Chimay – Laon) [99km]
Mannen, je hebt er ook eigenlijk niets aan. Komen ze na 99 kilometer fietsen op de camping aan, bieden ze spontaan aan om naar de supermarkt te fietsen. “Ga jij maar lekker zitten schat, ik haal de boodschappen wel.” Het lijkt sympathiek en sociaal, totdat je er achter komt dat ze dat alleen maar aanbieden om de 100 vol te maken, zodat ze kunnen werken aan hun Eddington score.
Iedere zichzelf respecterende wielrenner heeft een Eddington score van 100+. Dat betekent kortweg dat je 100 ritten hebt gereden van minimaal 100 kilometer. Mijn Eddington score is een schamele 88. Deze schande probeer ik uiteraard zo snel mogelijk weg te poetsen, maar dat gaat nog wel even duren. Ik moet na vandaag nog 36 ritten van 100 kilometer maken.
Voor de route van Chimay naar Laon zijn nogal wat alternatieven en varianten. Dus hadden we gisteren wat keuzestress. Het origineel kent ‘maar’ 84km, maar heeft geen accommodatie, winkel of koffiestop onderweg en ging daarbij de laatste 20km door saai landschap.
Het alternatief had meer te bieden, zowel qua landschap als ravitaillering, maar is 14km langer. Dan kom je dus dicht tegen de 100km aan voor de dagafstand. Gezien de matige voorbereiding misschien niet helemaal verstandig. Een camping in Marle als uitwijkmogelijkheid op 75km deed ons besluiten toch voor het alternatief te gaan. Dan konden we in Marle wel beslissen of we door zouden rijden of niet.
Met het besluit in Marle om door te rijden, wordt deze etappe de koninginnerit van deze vakantie. Niet alleen qua aantal kilometers, maar ook gezien het typisch Noord-Franse glooiende landschap. Aan het einde van de dag bleken we 850 hoogtemeters te hebben gemaakt. Het is nog geen Zwitserland, maar we voelden ze wel.
Marle moet best een leuk plaatsje zijn, maar het ligt net zoals Laon op een heuvel. En heuvel is misschien niet eens een goed woord, want dat klinkt glooiend en geleidelijk. Dit is gewoon een puist in het landschap waarop ze vroeger met oog voor de veiligheid een nederzetting op hebben gebouwd. De weg steil omhoog naar het centrum van Marle wordt door ons, maar ook door de route, vermeden zodat we niet zullen weten hoe leuk Marle is.
De belofte van ravitaillering bleek loos. Alles wat maar in de buurt van een koffiestop kwam, was dicht. Vaak was deze status van permanente aard. Zo ook in Plomion, waar op zowel het restaurant als de lokale supermarkt een bordje ‘a vendre’ prijkte. Tussen Chimay en Marle is er dus ruim 70km niks. Gelukkig hadden we daar rekening mee gehouden en hadden we de lunch al meegenomen uit Chimay. Bij een vriendelijke vrouw in een voortuin hebben we gevraagd of we de bidons bij haar konden bijvullen en zij kwam met een heerlijke fles gekoeld water aan. ‘Merci’.
In Jeantes reden we langs een leuk exemplaar van een achtergebleven stationsgebouw. Die komen we regelmatig tegen. Frankrijk ligt vol met oude spoorlijntjes. Vaak worden deze omgetoverd tot fietspad, maar hier dus blijkbaar niet.
In Aulnois sous Laon hoef je niet bang te zijn de weg kwijt te raken. Aanwijzingen naar de verderop gelegen dorpen staan op de ‘Marie’ geschilderd.
Laon zie je van verre aankomen. Het landschap wordt steeds vlakker en het stadje steekt er met kop en schouders bovenuit. Het zorgt voor een mooie foto als we Laon naderen.
Na 99 kilometer bereiken we moe en verhit de camping. Vooral Madeleine heeft het even zwaar. Ik bied daarom – inlevend als ik ben – aan om de boodschappen te doen. Morgen een welkome rustdag.
Laon
De stad is een van de vele in Noordwest-Europa met de Romeins-Gallische naam Lugdunum (heuvel, hof, hoogte, vesting, gewijd aan de Keltischegod Lugh). Laon werd al voor de middeleeuwen als vestingstad door Galliërs gebouwd op een alleenstaande heuvel in Thiérache. Het werd in de 5e eeuw door toedoen van Remigius van Reims een bisschopszetel. Al sinds 580 (stichting van de Sint-Vincentiusabdij, vanaf de 10e eeuw benedictijns) en 641 (stichting van het benedictijner klooster gewijd aan Johannes de Doper) had het christendom hier belangrijke bolwerken. Laon was in de Karolingische tijd de koninklijke residentie. In de oude stad binnen de vesting staan de gebouwen uit de middeleeuwen nog; de 12e eeuw was een tijd van voorspoed en nieuwbouw. In de 11e en 12e eeuw kreeg Laon een belangrijke theologische school. Een van de belangrijkste geleerden was in die tijd Anselmus van Laon. Tot en met de 14e eeuw was de macht in de stad verdeeld tussen de koning, de bisschop, het kapittel van de kathedraal en de rijke koopliedenstand. In 1111 kwam het tot een uitbarsting toen de bisschop, tegen eerdere afspraken met de burgerij, extra belastingen hief. Hij werd opgejaagd, verstopte zich in een vat, werd ontdekt en op Palmzondag 1111 omgebracht. Daarna was het een eeuw lang relatief vrij rustig in Laon. In de 12e eeuw werd de stad geheel ommuurd. De bepaald pompeuze Kathedraal van Laon werd vanaf 1155 gebouwd, nadat zijn romaanse voorganger was afgebrand. Door zijn plaats op de vesting, is deze kathedraal het opvallende kenmerk van Laon geweest. Halverwege de 13e eeuw zou de stad circa 10.000 inwoners hebben gehad, van wie 2/3 in de bovenstad leefden. Daarmee was Laon een voor die tijd grote stad.
In de 14e eeuw woonde Guillaume de Harcigny, de in die tijd beroemdste arts van Frankrijk in Laon. Hij was hofarts van koning Karel VI van Frankrijk.
De Honderdjarige Oorlog ging niet onopgemerkt aan deze vestingstad voorbij. In 1358 probeerde de bisschop van de stad Laon aan het koninkrijk Navarra uit te leveren. Het complot werd ontdekt en de schuldigen werden onthoofd. In 1359 werd de stad door de Engelsen aangevallen. De aanval werd afgeslagen, maar de stad liep zware schade op. Onder andere de Sint-Vincentsabdij – met haar beroemde bibliotheek – ging in vlammen op. In 1373 was er weer een mislukte Engelse aanval op Laon, ditmaal door Jan van Gent, hertog van Lancaster. In 1411 werd de stad veroverd door het Hertogdom Bourgondië onder Jan zonder Vrees. Drie jaar later werd Laon heroverd door de Fransen onder Karel VI. In 1418werd de stad weer door de Bourgondiërs ingenomen, wier hertog Filips de Goede haar een jaar later aan de Engelsen overdroeg. Pas in het jaar 1429 kwam Laon definitief aan Frankrijk.
In de tijd van de Hugenotenoorlogen was de stad op de hand van de Heilige Liga van 1576, dus katholiek. Ze werd met succes door Spanjaarden verdedigd tegen diverse protestantse aanvallen. In de late 16e en de 17e eeuw vond weer een stadsvernieuwing plaats; er werden opvallend veel eenvoudige, hoge, dicht op elkaar staande huizen gebouwd, deels met houten gevels. Van deze oude huizen staat er vrijwel niet één meer overeind.
In 1692 liep Laon forse schade op door een aardbeving.
In 1814 vond bij Laon een veldslag plaats tussen het Franse leger van Napoleon Bonaparte en een Russisch-Pruisisch coalitieleger. Dit laatste behaalde de overwinning.
Op 9 september 1870 was er tijdens de Frans-Duitse Oorlog een tragisch incident. Franse troepen in de stad capituleerden voor de Duitsers. Een deel van de Franse soldaten was het hier niet mee eens en blies dicht bij de plaats waar de capitulatie werd ondertekend, een voorraad buskruit op. Hierbij kwamen honderden mensen, ook Franse en Duitse soldaten, om het leven. De verantwoordelijken werden door de Duitse bezettingstroepen gearresteerd en met de kogel terechtgesteld.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog was Laon van 2 september 1914 tot 13 oktober 1918 door Duitse troepen bezet. In de stad was een van de belangrijkste Duitse hoofdkwartieren gevestigd.
Apeldoorn – Parijs ~ Etappe 5 (Namen – Dinant) [31km]
De oevers van de Maas vormen een welkome afwisseling op de kaarsrechte spoorlijntjes van gisteren. En er was direct ook meer te zien langs de route. Even stoppen voor de traditionele ‘fiets voor bezienswaardigheid’ foto en met name de vele huizen in ‘haunted horror house’ stijl hadden onze aandacht. We wilden uiteraard een foto nemen van een treffend exemplaar, maar er mankeerde steeds wat aan. Te mooi, geen torentje, te nieuw of de steen niet grijs genoeg. Dus eindigden we met helemaal geen foto.
De hele etappe was niet meer dan 30 kilometer en dat alleen nog maar omdat we de camping voorbij zijn gereden om eerst Dinant te bezoeken. Een druk toeristisch stadje aan de Maas met leuk gekleurde huisjes en een onooglijke kerk met een citadel erboven. Het contrast tussen de liefelijke huisjes langs de Maas en deze 2 grijze kolossen is treffend. Ook honderden jaren geleden was er blijkbaar in België geen welstandscommissie.
Dinant is natuurlijk ook de stad van Adolphe Sax. De man aan wie de Saxofoon zijn naam dankt. Een beetje toeristisch stadje buit dat natuurlijk uit en dus stonden er overal grote beschilderde saxofoons. Maar het is ook de reden dat Dinant nog elk jaar een jazz festival huisvest. Uiteraard weer niet als wij er zijn.
De muziek die er wel was, kwam van een straatmuzikant met een versterkte akoestische gitaar, een beatbox en een microfoon. Madeleine had uitgevonden dat ze bij Solbrun de beste crêpes van Dinant serveerden. Dus wij hadden amper een tafel op het terras van Solbrun bemachtigd, toen Assurancetourix van wal stak. En hij beheerste het spel beter dan zijn zang. Keurig 3 nummers in 3 verschillende talen en dan langs de tafels voor een bijdrage.
De crêpes smaakten er niet minder om. Als je ooit in Dinant bent, dan kan ik je zeker Solbrun aanraden.
Maar waar we natuurlijk echt voor kwamen was Maison de Leffe. Speciaal hiervoor had Madeleine maar een halve etappe ingepland. Dat stelde mij in staat om de geschiedenis achter het bekende bier op te snuiven. En natuurlijk weet je dat AB InBev haar parel niet te grabbel gooit en er dus een gelikt ‘museum’ is met proeverij en een Leffe glas als aandenken. Lekker handig op fietsvakantie. Toch is het een bezoekje waard als je in de buurt bent.
Leffe
Onze geschiedenis vindt haar oorsprong in Notre-Dame de Leffe, een abdij van Norbertijner kanunniken die in 1152 werd gesticht. De Norbertijnen leven, net zoals monniken, in gemeenschap en volgens bepaalde regels. De kanunniken hebben echter een erg open blik op de wereld en engageren zich graag voor de mensen rondom hen. Daarom stonden de Norbertijnen sinds de stichting van de abdij bekend om de bijzondere aandacht die ze besteedden aan het onthaal van gasten en pelgrims.
Voor de talrijke pelgrims die de abdij passeerden, stond de deur altijd open… maar dat niet alleen.
1240
Vanaf 1240 brouwden de kanunniken bier in Leffe. De gasten en passanten konden hun dorst lessen met een gezond en verfrissend drankje. Het was ook een moeilijke periode: de talrijke epidemieën die het Europees grondgebied in die tijd teisterden, maakten het drinkwater onveilig. Gelukkig kwam er een ideale oplossing naar voren: het brouwen van bier. Tijdens het brouwproces doodde de kooktemperatuur namelijk de microben, waardoor bier wel veilig werd om te drinken. De kwaliteit van het water is met de eeuwen heen sterk verbeterd, maar het brouwen van bier is gebleven, ook bij de Norbertijnen in Leffe.
1929
Na de gebeurtenissen tijdens de Franse revolutie lag het religieuze leven even stil. Dit gold ook voor de Leffe abdij, die bovendien in het begin van de achttiende eeuw meermaals werd verwoest. In 1902 kwam de abdij tijdelijk terug in handen van Norbertijner kanunniken uit Frankrijk. Zij hebben de kerk en de abdij heropgebouwd. In 1929 werd de abdij van Tongerlo door een brand verwoest, waardoor de geestelijken uit de Kempen werden ondergebracht in de Leffe abdij. Na de heropbouw van de abdij in Tongerlo werd er beslist dat een deel van de kanunniken definitief in Leffe zouden blijven.
1952
In 1952 besloten vader-abt Nys en brouwer Albert Lootvoet de brouwtraditie van de abdij nieuw leven in te blazen. Door de jaren heen is er een uitgebreid assortiment van Leffe-bieren geboren en aan bierliefhebbers geserveerd.
De camping van vandaag is er weer een om in te lijsten. Het is weer een reis in de tijd. Douchen met een jeton en je eigen toiletpapier meenemen als je moet. De camping vormt een harmonieus geheel met haar vervallen omgeving. We staan wel met uitzicht over de Maas. Het uitzicht waar in vervlogen tijden de rijken per trein naartoe reisden om zo tot rust komen in een van de luxueuze hotels langs de rivier. Lang vervlogen tijden.
Apeldoorn – Parijs ~ Etappe 4 (Diest – Namen) [76km]
De wekker wekte ons vanochtend ruw uit onze slaap. Te korte slaap. De trekkershut was gisteren in de zon zo opgewarmd dat wij de gehele nacht nog konden genieten van een sauna. Tel daar het met plastic beklede matras bij op, de terreur van een militante mug en dan heb je alle ingrediënten voor een zweterige en slapeloze nacht.
Het tekort aan nachtrust hielp niet om onze eigen domme fout soepel te incasseren. Welke dag is het vandaag? 15 augustus en in alle Paus adorende landen is het dan Maria ten Hemelvaart. En ook in België betekent dat: winkels en veel restaurants zijn dicht vandaag en de spoorwegen rijden een zondagsdienst. Vrij onhandig als je op de stoep van de supermarkt staat om een heerlijk ontbijtje te scoren. Helaas pindakaas. Er zat niets anders op dan de tanden in een paar dagen oude, al niet de allerlekkerste, krentenbollen van de Jumbo te zetten die nog in de voorraadtas zwierven. Eerlijk zullen we alles delen, ieder twee krentenbollen en fietsen maar.
Hoewel atheïstisch en niet belijdend hebben we er de nodige schietgebedjes en weesgegroetjes op losgelaten voor een oplossing om het ontbijt aan te vullen en ons van lunch te voorzien. Weet niet of het door Maria kwam omdat het haar feestdag is maar ineens was daar in Budingen aan de route een Spar Express die open was en voorzien van lekker vers brood. Een mirakel! Je zou er warempel nog in gaan geloven.
Met een aanvulling in de maag en voldoende proviand in de tas trapten wij door. De route van Diest tot aan Tienen trapten we redelijk makkelijk weg. Er was voldoende te zien en het was afwisselend.
Na Tienen belandden wij op de RAVel 2, een fietspad over een oude spoorbedding. Dat is ontzettend makkelijk fietsen want het is geasfalteerd en stijgt niet meer dan 2,5%. Maar het is ook wel een beetje saai om 40 kilometer vooral rechtuit te fietsen zonder bochten. Het fietspad heeft vaak ook begroeiing aan beide kanten, dus er valt niet zo veel te zien. Gelukkig gaat deze Belgische variant wel door dorpen in tegenstelling tot de Franse versie. De moeheid na een korte nacht maakte dat het wegtikken van de kilometers niet zo soepel ging. Inmiddels waren wij ook de taalgrens over gegaan. Dat Geldenaken dan ineens Jodoinge heet landde dan ook niet direct. Enigszins mentaal geëmigreerd trapten wij door, 100.000 kruisingen en dito hekjes passerend. En toen kwam Namen in zicht. Een heerlijke lange afdaling viel ons ten deel. Kijk daar wordt de moeie mens vrolijk van.
‘Elk nadeel heb zijn voordeel’. Zelfs de Walen repareren soms de weg. Een stukje RAVeL was in onderhoud en dat leidt dan tot een ‘deviation’ over weggetjes die ze beter eerst hadden kunnen aanpakken. Maar door deze omleiding kwamen we wel door het meest belangrijke dorp van België.
Namen laat zich niet direct omschrijven als een rijk ogend stadje. Op zoek naar een supermarkt met koude cola werd ik verschillende keren aangeschoten door mannen die geld nodig hadden. Een volle fles Vodka was ook goed. Richting het station zijn nog verschillende pandjes te vinden waar de gevel vanaf de eerste verdieping nog in oorspronkelijke staat is. Veelal uit het Art Nouveau tijdperk. De winkels daaronder zijn al in de jaren 60 of 70 ‘glad’ getrokken. Helaas bedoel ik met originele staat ook dat er sinds de bouw niet of nauwelijks iets is gedaan aan onderhoud. Funda omschrijft dat als ‘Authentiek met vele originele details’, Dan weet je dat je een sloophuis koopt.
Het hotel dat we hebben in Namen is meer een B&B, maar dan zonder de laatste B. Een simpele studentikoze kamer met scheefhangende gordijnen en ramen die niet meer open of dicht gaan. Het kost weinig en je zit midden in het centrum rustig in het achterhuis van een wederom vervallen pand. Dus voor de gemiddelde vakantiefietser een prima plek om te landen als er geen camping voorhanden is.
Omdat er ooit iemand ons aller Maria de hemel in heeft geholpen, is het vandaag een beetje zoeken naar een restaurant. Na onze supermarkt ervaring in Diest waren we hier al een beetje bang voor en waren we voorbereid op een close encounter met de Pizza Hut. Die is er niet gekomen, want er bleek in de puurt nog een ‘Italiaans’ restaurant open te zijn. Of de pizza beter was, weet ik eigenlijk niet, maar het bier was goed.