Ovale de Suisse – Etappe 2 (Ipsach – Yverdon-les-bain)

Zo lek als een mandje. Zo leek het althans. Niet mijn band, maar mijn matje. Langzaam maar toch zeker liep het ding leeg. Had ik nou maar uit voorzorg ook een nieuwe gekocht. Ik werd midden in de nacht gered door mijn prinses op het witte paard. In dit geval een prinses op een grijs/groen matje, die haar comfortabele ondergrond bereidwillig afstond, als ik maar ophield om de mijne elk half uur bij te blazen.

Vol schuldgevoel lag ik daar op mijn 10 cm dikke Thermarest mat te luisteren naar onze buurman die op 2 meter afstand in mijn oor aan het snurken was. Gek genoeg was dat een prettige onderbreking van de procesalarmen die ergens van de Bielersee af leken te komen. Alsof iedere 5 minuten er een megatruck in zijn achteruit ging.

Een goede nachtrust is niet compleet, zonder een huilend kind om half zes. Gelukkig hadden we ook voor deze warme dag besloten dat half zeven een mooie tijd was om uit onze tent te komen. Ik vond daar inderdaad onze buurman die buiten zijn tent op een zeiltje lag te snurken.

Wie natuurlijk ook op een zeiltje had liggen slapen was Thermaprinses Madeleine. Ze had wonder boven wonder nog redelijk geslapen. Mijn schuldgevoel nam in ieder geval iets af.

Terwijl Madeleine op zoek ging naar de Decathlon in Yverdon-les-bains, gaf ik mijn Exped nog niet op en begon aan een degelijke ’Root Cause Analysis’. Beroepsverdwazing voor ’Effe kijken wat er aan de hand is’. Het probleem bleek vrij snel gevonden. Dit soort matjes heeft een in- en een uitlaat ventiel. Bij het uitlaat ventiel zat een stukje isolatiemateriaal van het matje tussen het ventiel en het dopje. Toen ik het matje oppompte, hoorde ik de lucht sissen. Dopje eraf, ingewanden weer naar binnen en dopje er weer op. Nog een keer oppompen en voila. Er was overigens ook een Decathlon geweest in Yverdon.

Velden worden besproeid.

Zo vroeg heef een strandcamping nog geen broodjes. Om half tien was de lokale bakker wel bereid iets van zijn lekkernijen te delen, maar daarvoor zeker niet. Dus besloten we het overgebleven brood van gisteravond ben de evenzeer overgebleven brie als ontbijt te aanvaarden. Dat ging eigenlijk prima. Zwitsers (wit)brood is we een nachtje over te houden.

De tent was snel gepakt en zonder misplaatste emotie namen we afscheid van de camping. Op weg van de Bielersee naar Lac de Neuchatel. Zoals je aan de namen al kunt zien, paseren we hier de taalgrens in Zwitserland. In onze route werd de eenheid van Zwitserland gesymboliseerd door een prachtige houten brug die het Duitstalige en het Franstalige met elkaar verbond. De brug was vervallen, werd nu gerenoveerd en was onbruikbaar. Ik hoop maar dat de eenheid van Zwitserland niet ook een 5km omleiding moet volgen.

Bielersee

Van de Bielersee hebben we met een aantal mooie foto’s afscheid kunnen nemen. Benieuwd naar het Franstalige meer, gingen we op weg. En wederom zat er behoorlijk wat gravel in de route. Soms door het bos, maar meestal door het weiland. Best goed te fietsen, maar niet uitermate indrukwekkend. En Lac de Neuchatel wilde zich maar niet ontvouwen voor ons. We bleven op gepaste afstand van het meer door het bos stumpen. Alleen bij Estavayer-le-Lac kwamen we even bij het meer uit, om snel weer landinwaarts te trekken. Dit keer geen gravelig bospad, maar een keurig fietspad langs de provinciale weg. In Nederland doe je het voor zo’n route, in Zwitserland verwacht je toch meer.

Binnenkomen in Estavayer-le-Lac

Want waar rijd je in Nederland kilometers lang over een gravelweg langs een rivier en aan beide kanten zicht op de bergen. De bergen zijn nog niet zo groot en ruig als van de bekende Zwitserse foto’s, maar de Vaalserberg valt echt in het niets bij deze ’reuzen’.

Ook de camping in Yverdon is een strandcamping. Dat geeft ons wel de gelegenheid om af te koelen in het meer. En dat was wel nodig. Eerst een verkoelende duik in het grootste meer van Zwitserland en dan een ijskoud colaatje. Genieten!

Sunset Lac de Neuchâtel

Madeleine is nu op zoek naar een afhaal pizza of iets anders simpels. We hebben niet zoveel zin meer om te koken. Dus dam maar eens kijken of die Zwitsers een pizza in elkaar kunnen fonduen.

Ik hoop natuurlijk dat mijn matje het houdt vannacht en dat het weer zo lekker afkoelt als de vorige nachten. Het betrekt nu een beetje, dus het zou goed kunnen van niet.

Ovale de Suisse – Etappe 1

Camping Wiggerspitze in Aarburg heeft alles waar je een fijne camping om waardeert. Het kost wat, maar daar krijg je wel het volledige pakket voor. Het heerlijke geluid van radiaal banden op de autosnelweg, de treinverbinding Basel – Bern die de haringen uit je tent rijdt en de geur van verbrande kroketten in te oud frituurvet.

Vanochtend vond de machinist van de half zes trein het genoeg geweest met onze nachtrust en toeterde ons vrolijk wakker. Nog even dommelen en om half zeven dan maar opgestaan, zodat we vroeg konden beginnen aan de eerste etappe. Het zou warm worden, zo was ons beloofd.

Parkeren is een dingetje in Zwitserland. Zelfs in een gehucht als Aarburg is er betaald parkeren en we wilde onze auto voor die tweeënhalve week toch netjes ergens achter laten. Op de camping kon, maar dat kostte 10 Zwitserse Franc per nacht. Een Frank is nu net iets meer dan een Euro. Na wat speurwerk hebben we een plekje gevonden op de parkeerplaats van de lokale voetbalvereniging. Het voetbal zit in zomerreces, dus niemand heeft daar last van onze auto.

Kerk van Aarburg

Aarburg is best een aardig plaatsje met een mooie oude kerk en nog ouder klooster erachter. Daarnaast heeft het een bakker en een bankomat. Misschien niet zo idyllisch, maar wel heel handig.

De route kent vrij veel gravel. Het gravel is van redelijke kwaliteit zonder al teveel kuilen. De steentjes liggen wel vrij los, dus uitkijken in de scherpe bochten. Het is zo in de ochtend nog goed te doen qua temperatuur. Het parcours is ook niet al te moeilijk en het beetje wind dat er staat, blaast in ons rug.

Bewegwijzering waar zelfs de ANWB niet aan kan tippen

Wat verder op de dag komen we wat meer lokale inwoners tegen die Frans met elkaar spreken. Gelukkig verlaagt de bewegwijzering zich niet aan de nieuw Franse standaard en blijft er op iedere hoek van de straat, weg of pad een keurig bordje staan. Eigenlijk wel jammer, want ik wilde mijn nieuwe Wahoo Bold navigatie uitproberen, maar met al die Zwitserse precisie valt er weinig te testen.

Wat ook opvalt is de hoeveelheid overwegend Zwitserse fietsers. We zitten natuurlijk op een nationale langeafstandsroute, maar dat zou wederom voor de Fransen geen reden zijn om daar gebruik van te maken.

Bij Aarwangen werden we aangehouden door zo’n Zwitserse fietser. Maar deze had pech. Zijn band was wat zacht geworden en hij vroeg zich af of wij een pomp hadden. Die hebben we wel. Terwijl ik de pomp tevoorschijn tover, draait de jonge Zwitser zijn ventieldopje los. Ai, een autoventiel. Nu heb ik mijn pompje gekocht bij de Decathlon en die doen natuurlijk alleen Franse ventielen. Daarnaast zou een Nederlander de ietwat zachte Zwitserse band gewoon een lekke pijp noemen. Een nieuwe binnenband of een plaksetje had ie ook niet in een van zijn twee achtertassen zitten. Hij bedankte ons vriendelijk en besloot op zoek te gaan naar een fietsenmaker. Succes, op een Zwitserse maandag.

Wat op maandag zijn alle Zwitsers massaal aan het kaasfonduen, of horloges aan het repareren. Of koebellen smeden, of iets anders traditioneel Zwitsers, maar zeker niet aan het fietsen maken of de arme fietstoerist van een koud drankje voorzien. Ruhetag bestaat hier nog, al zijn supermarkten wel gewoon open. En met een beetje zoeken vind je in een iets groter plaatsje ook wel een terrasje om je bankroete status nog wat kracht bij te zetten.

Ik zal proberen er niet over te zeuren of te klagen. Zwitserland is duur. Punt. Als je dat niet wilt, moet je naar Hongarije gaan.

Gezien de temperatuur hebben we en een terrasje gepakt en een lange lunchpauze gehouden. Vooral dat laatste was een goede zet. Even met de voetjes in de Aare en een lekker bruin broodje eten. Goed brood, al zit er in deze contreien altijd een bepaald zuurtje aan het brood.

We worden altijd vrolijk van Zonnebloemen

We waren bijtijds begonnen met fietsen, dus het middagdeel van de etappe was nog maar 25km. Wel was het bos op de bon en dus bevonden we ons in de brandende zon op een mooi boerenakker. Dat had dan wel weer het voordeel dat we nauwelijks hoogteverschil hadden ’s-middags.

De hoogtemeters kwamen alsnog en onverwachts. Een omleiding omdat er aantal oranje mannen aan het fietspad moesten knutselen. En niet om het fietspad beter te maken, maar om er glasvezel of zo onder te leggen. Goed, een omleiding dus en uiteraard gaat die dan omhoog. Maar elk nadeel heeft een voordeel. De detour kwam langs een leuk klein supermarktje.

De camping in Ipsach is een prachtig stacaravan paradijs. Al zullen de bewoners het zelf liever omschrijven als authentieke chalets. Madeleine heeft er een ontdekt met een carpoort voor 2 auto’s. Noem dat maar eens geen luxe. Voor de rest is het netjes en zit er een strandje bij. Een heerlijke verkoelende duik in de Bielersee doet ons goed. Daarna lekker luieren in de schaduw op het strandje. Het is nu kwart over zeven en langzaam wordt het tijd om aan het avondeten te denken.