Ovale de Suisse Etappe 4 (Cully – Enney)

De Amsterdammer kwam vanochtend netjes de geleende scheerlijn terugbrengen. Gisteravond was hun tentje in een regenbui ingestort en volledig ondergelopen. Gelukkig zagen ze de bui al hangen en hadden ze de meeste spullen al in de auto veilig gesteld. Maar de aanblik van een ingeklapte tent die meer weg heeft van een dweil dan van een kampeermiddel, is en blijft triest.

Direct kwam een internationaal team met een Engelsman, een Zwitserse, een Amerikaan en ik als Nederlander op gang om de bewoners te helpen in tijden van nood. Tussen de buien door probeerde het Zwitserse deel van het rescue team de tent droog te krijgen, terwijl de Amerikaan een oplossing zocht voor de in elkaar klappende tentstokken. Wij Nederlanders zijn dan van het onderzoek, dus ik inspecteerde het tentdoek. Daar liet de tape op verschillende naden los. Dus al zou de tent niet meer in elkaar storten, het ging de bewoners ook niet droog houden.

Vele opties kwamen voorbij. Een Engelsman kwam voor bij met een leentent ter grootte van een zakdoek. De tent opzetten onder de overkapping was ook een idee. Uiteindelijk ging Nederland er met de innovatieprijs vandoor. Het winnende idee was het grondzeil gebruiken als laag tussen de binnen- en de buitentent. US Contruction zorgde voor de stabiliteit, door vele scheerlijnen aan de tentstokken te binden en er op die manier een soort hangbrug constructie van de maken. Daar waren vele scheerlijnen voor nodig, vandaar dat de Amsterdammer er ook 1 van ons geleend had. De constructie heeft het gehouden en ze zijn droog de nacht doorgekomen. Vandaag gingen ze een nieuwe tent kopen bij de Decathlon. Een Franse tent. Het Camp-out Resque Team blijft voorlopig nog even paraat staan.

Maar dan zonder Nederlandse inbreng, want die zijn vertrokken naar Enney. De eerste bergetappe, al zal dit volgens Tour de France normen afgedaan worden met een ’heuvelritje’. Naar onze maatstaf is 1.179 hoogtemeters met bepakking een bergetappe.

De camping lag niet direct aan de route, dus ik had de eerste 2 kilometer zelf uitgezet om weer op de route te komen. Dat moet je mij ook niet laten doen. Zonder enige moeite had ik een stuk van meer dan 20% uitgezocht waar we met onze koude benen tegenaan mochten. Tot overmaat van ramp kreeg Madeleine nog een douche van een sproeihelicopter. Mocht ze luis hebben gehad, dan is dat nu wel direct verholpen.

Uitzicht over Lac Leman

Dat de chemische industrie groot is, dat wist ik wel, maar ik begin langzaam te snappen waarom. Voor alles is er wel een chemisch goedje om het op te lossen. De wijngaarden worden zowel vanaf de grond als dus vanuit de lucht voorzien van een heerlijk laagje bestrijdingsmiddel. ’Donderdag is bestrijdingsdag’ bracht Madeleine er mopperend uit na haar onvrijwillige douchebeurt.

Het geeft gelijk te denken of je nog wel Zwitserse wijn wilt drinken die van de flanken van Lac Leman komen. Ik had nog nooit van mijn leven een sproeihelicopter gezien en het verbaasde me echt dat het ding gewoon over huizen, wegen, dieren en mensen heen mocht sproeien. Kan nooit gezond zijn.

Madeleine haar beeld van het meer

De helicopter achter ons latend, kwamen licht hijgend wel op een heel mooi stukje van de route met prachtig uitzicht op het meer. Dat is wanneer je begint te roepen : ”Wat een prachtige route!” Het kan natuurlijk ook de licht hallucinerende werking van het bestrijdingsmiddel zijn geweest.

Mooie wolken boven het meer

Madeleine had gelijk. Op zich niet een nieuw fenomeen, maar mijn ongelijk koste ons wel 150 hoogtemeters. Vanaf de camping was er gewoon een vlakke weg geweest naar Vevey, maar de ’Zijlstra’ route ging eerst omhoog, om daarna naar Vevey af te dalen. Netto hoogtewinst was nul.

Geluid aanzetten

Bij Vevey wat boodschappen gedaan om niet met een hongerklop te komen staan op de klim die onvermijdelijk zou volgen. Gewapend met een banaan, ons favoriete brood en Caprice des Dieux begonnen we aan de klim. In eerste instantie viel het nog wel mee, zeker na de ruim 20% van die ochtend. Maar wat verder naar boven werd de klim wel steiler met toch weer stukjes van 18% erin. Pittig.

Kerkje ergens onderweg

Vandaag geen echte afdaling, maar een klim naar een hoogvlakte. En meestal zijn die hoogvlaktes nogal saai. Zo ook deze. We omschreven het als ’Zwitsers polderlandschap’. Volledig onlogisch overigens op 700 meter hoogte, maar het geeft een beetje een beeld.

En als iedereen om je heen Frans spreekt, waan je je toch een beetje in Frankrijk en denk je misschien bij een afzetting: ’het zal wel niet zo’n vaart lopen, de wegwerkers zijn met semi-permanente siësta en je kunt er met de fiets echt wel langs’. Maar dan blijkt het Franstalige deel toch gewoon Zwitserland te zijn en is een ’Route barrée’ dus dat je er echt niet door kunt. Dat werd dus even omrijden over de RN12 nabij Chatel-Saint-Denis.

Pas in de buurt van Bulle werd het landschap weer een stuk interessanter. Wat heet, het nam ansichtkaart waardige vormen aan. Voor de tweede keer vandaag slaakte wij een ’wat prachtig hier’ uit. Met name de route achter het legendarische Gruyeres is de moeite waard. In een keer is langs een spoortje fietsen niet meer oerstom en dodelijk saai, maar licht romantisch en Märkliniaans nostalgisch.

De camping komt geen moment te vroeg. Ondanks dat we volluit van de bergen om ons heen kunnen genieten, zijn we ook wel moe en toe aan een douche. Dit keer gewoon met water.

We rijden een ietwat vervallen campinkje op en vragen of er nog plaats is voor twee fietsers in een klein tentje. Toch altijd wonderbaarlijke hoe een campingeigenaar zijn administratie uitpluist op zoek naar een plekje, terwijl hij uitkijkt over een leeg veld. En alsof we dankbaar moesten zijn, heeft die dan toch een plekje weten te vinden in zijn grote campingboek.

Gelukkig was er nog net 1 plekje over

Maar de camping is verder prima. Het sanitair is schoon en de campingeigenaar schenkt koude bitter lemon. Het veld is van echt gras en er is voldoende schaduw. Wat wil een mens nog meer. Nou een beetje minder akoestische milieuverontreiniging ‘s-nachts. Wat buiten dat Zwitsers chemopaten zijn, maken ze ook een hoop herrie. Auto’s, treinen en complete sproeihelicopters gieren door je voortent. En in de bergen komt al dat geluid nog 5 keer terug. Welterusten.


Ovale de Suisse Etappe 3 (Yverdon-les-Bains – Cully)

Prima geslapen. Laten we daar eens mee beginnen. Matjes niet zacht, geen snurkende buurman en geen treinen die door je voortent denderen.

Maar het is wel de befaamde derde dag. Dus maar eens kijken hoe de benen aanvoelen. Ondanks de goede nachtrust voelt het lijf wel alsof er een degelijke Zwitserse goederentrein overheen is gereden.

Donkere wolken pakken zich samen boven de camping. Het begint te spetteren. Niet hard, maar her en der toch een drupje. Snel de was die vannacht heeft buitengehangen binnenhalen. Alles is droog. Gelukkig hoeven we ons geen zorgen te maken over ons ontbijt. Die hebben we namelijk niet. We hopen in Yverdon een boulangerie of nog beter een supermarkt tegen te komen. Google beloofd dat de Denner om half acht open is.

We staan om kwart voor acht voor een dichte Denner en het spettert nog steeds. Drie winkels verder is een Boulangerie waar we in ieder geval brood in kunnen slaan. In Duitsland zie je dat de bakker naas brood meestal ook wel een plakje kaas en een koud colaatje verkoopt. Zo niet in Zwitserland. Brood, luxe brood, een enkel taartje of chocolaatje en dat is het. Maar we hebben brood en dat kan samen met de Tartar van gisteravond, de speculaas en de aardbeienjam best leiden tot een prima ontbijtje. Voor de snelle trek harken we ter plaatse een croissant naar binnen. En route.

Onbeveiligde spoorwegovergang midden op een industrieterrein

Die route blijkt redelijk saai met veel wegen langs spoor en over industrie terreinen. Met als geweldig hoogtepunt een onbeveiligde spoorwegovergang op een van de industrieterreinen. De slechte derde dag benen helpen ook niet. Uit ervaring weet ik dat het wel beter zal worden, maar zo in de ochtend, zonder koffie in de regen langs een spoor ploegen is niet wat je op wilt schrijven als je een dagelijks blogje bij zou houden.

Afdaling

Op het moment dat het gedaan is met de saaie vlake wegen, wordt het landschap ook wat interessanter. We rijden over een mountainbike pad door het bos en vanaf hier is het klimmen en dalen. We zien Lac Leman voor het eerst liggen en het zonnetje is doorgebroken.

Bij Lausanne rijden we tegen het meer aan. Madeleine loodst ons naar een mooi strandje voor de lunch en een middagdutje. We hebben op de markt in Penthalaz een ’Campagnaard’ gekocht. Je zou het ook een Bountybrood kunnen noemen. Bruin van buiten maar wit van binnen. Wel vol met zangzaad, dat dan weer wel. Dit is wel ons favoriete broodtype van deze vakantie. Heerlijk met een kaasje, maar ook prima met een jammetje.

Aangezien we nog lang niet welkom zijn op de camping, besluiten we er een luierlunch van te maken. Ze doen hier nog aan ’mittagruhe’ en dus kun je pas na twee uur aankomen. Bij de lunch hadden we nog 10km voor de wielen. Rustig aan dan maar. Heel vervelend.

Hoofdkwartier der bobo’s

Nadat Madeleine haar boek uit was en ik teruggekeerd was uit mijn winterslaap, zijn we toch maar weer op de fiets gestapt voor de laatste loodjes. Je kan zien dat er geld te besteden is in Lausanne. Al snel rijden we langs het Olympisch hoofdkwartier en daarna langs een indrukwekkend oud gebouw met heel veel stature. De boulevard ligt vol met goed onderhouden bloemperkjes en we ontwaren wat chique gelegenheden waar je gezien mag en misschien wel moet worden. Gelukkig wordt er door de notabelen ook nog aan het klootjesvolk gedacht en hebben ze fietspaden op de weg en stoep geschilderd.

Uitzicht over Lac Leman

Dan volgt de laatste klim van de dag. En dat is een relatief heftige. Aardig wat hoogtemeters en de kilometers beginnen te tellen. We zijn het luie strandje snel vergeten en zwoegen ons lijf naar boven. De beloning is een prachtig uitzicht over Lac Leman. Nog een stukje verder klimmen en dan mogen we vol de afdaling in naar onze bestemming van de dag ; Cully. Na een bezoek aan de Coop voor avondeten vinden we al snel de camping, waar voor ons een miniplaatsje beschikbaar is. Het plekje ligt wel in de luwte van een grote caravan. Niet direct een idyllisch plaatje, maar gezien de opkomende wind wel handig. Het begint weer te spetteren.

Slecht weer voorziening

Gelukkig is er een slecht weer voorziening waar we neer kunnen strijken. Zelfs de fietsen passen er bij. De tent hebben we voor de eerste regenbui nog snel opgezet. De rest moet later. Het begint ook te onweren. Gezien het onweer wachten we even met douchen.

Onweer en regen blijven komen en gaan. Tussendoor douchen, koken en eten we. Nu lekker aan de koffie. Morgen de eerste bergetappe, dus er mag een extra speculaasje bij.

Ovale de Suisse – Etappe 2 (Ipsach – Yverdon-les-bain)

Zo lek als een mandje. Zo leek het althans. Niet mijn band, maar mijn matje. Langzaam maar toch zeker liep het ding leeg. Had ik nou maar uit voorzorg ook een nieuwe gekocht. Ik werd midden in de nacht gered door mijn prinses op het witte paard. In dit geval een prinses op een grijs/groen matje, die haar comfortabele ondergrond bereidwillig afstond, als ik maar ophield om de mijne elk half uur bij te blazen.

Vol schuldgevoel lag ik daar op mijn 10 cm dikke Thermarest mat te luisteren naar onze buurman die op 2 meter afstand in mijn oor aan het snurken was. Gek genoeg was dat een prettige onderbreking van de procesalarmen die ergens van de Bielersee af leken te komen. Alsof iedere 5 minuten er een megatruck in zijn achteruit ging.

Een goede nachtrust is niet compleet, zonder een huilend kind om half zes. Gelukkig hadden we ook voor deze warme dag besloten dat half zeven een mooie tijd was om uit onze tent te komen. Ik vond daar inderdaad onze buurman die buiten zijn tent op een zeiltje lag te snurken.

Wie natuurlijk ook op een zeiltje had liggen slapen was Thermaprinses Madeleine. Ze had wonder boven wonder nog redelijk geslapen. Mijn schuldgevoel nam in ieder geval iets af.

Terwijl Madeleine op zoek ging naar de Decathlon in Yverdon-les-bains, gaf ik mijn Exped nog niet op en begon aan een degelijke ’Root Cause Analysis’. Beroepsverdwazing voor ’Effe kijken wat er aan de hand is’. Het probleem bleek vrij snel gevonden. Dit soort matjes heeft een in- en een uitlaat ventiel. Bij het uitlaat ventiel zat een stukje isolatiemateriaal van het matje tussen het ventiel en het dopje. Toen ik het matje oppompte, hoorde ik de lucht sissen. Dopje eraf, ingewanden weer naar binnen en dopje er weer op. Nog een keer oppompen en voila. Er was overigens ook een Decathlon geweest in Yverdon.

Velden worden besproeid.

Zo vroeg heef een strandcamping nog geen broodjes. Om half tien was de lokale bakker wel bereid iets van zijn lekkernijen te delen, maar daarvoor zeker niet. Dus besloten we het overgebleven brood van gisteravond ben de evenzeer overgebleven brie als ontbijt te aanvaarden. Dat ging eigenlijk prima. Zwitsers (wit)brood is we een nachtje over te houden.

De tent was snel gepakt en zonder misplaatste emotie namen we afscheid van de camping. Op weg van de Bielersee naar Lac de Neuchatel. Zoals je aan de namen al kunt zien, paseren we hier de taalgrens in Zwitserland. In onze route werd de eenheid van Zwitserland gesymboliseerd door een prachtige houten brug die het Duitstalige en het Franstalige met elkaar verbond. De brug was vervallen, werd nu gerenoveerd en was onbruikbaar. Ik hoop maar dat de eenheid van Zwitserland niet ook een 5km omleiding moet volgen.

Bielersee

Van de Bielersee hebben we met een aantal mooie foto’s afscheid kunnen nemen. Benieuwd naar het Franstalige meer, gingen we op weg. En wederom zat er behoorlijk wat gravel in de route. Soms door het bos, maar meestal door het weiland. Best goed te fietsen, maar niet uitermate indrukwekkend. En Lac de Neuchatel wilde zich maar niet ontvouwen voor ons. We bleven op gepaste afstand van het meer door het bos stumpen. Alleen bij Estavayer-le-Lac kwamen we even bij het meer uit, om snel weer landinwaarts te trekken. Dit keer geen gravelig bospad, maar een keurig fietspad langs de provinciale weg. In Nederland doe je het voor zo’n route, in Zwitserland verwacht je toch meer.

Binnenkomen in Estavayer-le-Lac

Want waar rijd je in Nederland kilometers lang over een gravelweg langs een rivier en aan beide kanten zicht op de bergen. De bergen zijn nog niet zo groot en ruig als van de bekende Zwitserse foto’s, maar de Vaalserberg valt echt in het niets bij deze ’reuzen’.

Ook de camping in Yverdon is een strandcamping. Dat geeft ons wel de gelegenheid om af te koelen in het meer. En dat was wel nodig. Eerst een verkoelende duik in het grootste meer van Zwitserland en dan een ijskoud colaatje. Genieten!

Sunset Lac de Neuchâtel

Madeleine is nu op zoek naar een afhaal pizza of iets anders simpels. We hebben niet zoveel zin meer om te koken. Dus dam maar eens kijken of die Zwitsers een pizza in elkaar kunnen fonduen.

Ik hoop natuurlijk dat mijn matje het houdt vannacht en dat het weer zo lekker afkoelt als de vorige nachten. Het betrekt nu een beetje, dus het zou goed kunnen van niet.

Ovale de Suisse – Etappe 1

Camping Wiggerspitze in Aarburg heeft alles waar je een fijne camping om waardeert. Het kost wat, maar daar krijg je wel het volledige pakket voor. Het heerlijke geluid van radiaal banden op de autosnelweg, de treinverbinding Basel – Bern die de haringen uit je tent rijdt en de geur van verbrande kroketten in te oud frituurvet.

Vanochtend vond de machinist van de half zes trein het genoeg geweest met onze nachtrust en toeterde ons vrolijk wakker. Nog even dommelen en om half zeven dan maar opgestaan, zodat we vroeg konden beginnen aan de eerste etappe. Het zou warm worden, zo was ons beloofd.

Parkeren is een dingetje in Zwitserland. Zelfs in een gehucht als Aarburg is er betaald parkeren en we wilde onze auto voor die tweeënhalve week toch netjes ergens achter laten. Op de camping kon, maar dat kostte 10 Zwitserse Franc per nacht. Een Frank is nu net iets meer dan een Euro. Na wat speurwerk hebben we een plekje gevonden op de parkeerplaats van de lokale voetbalvereniging. Het voetbal zit in zomerreces, dus niemand heeft daar last van onze auto.

Kerk van Aarburg

Aarburg is best een aardig plaatsje met een mooie oude kerk en nog ouder klooster erachter. Daarnaast heeft het een bakker en een bankomat. Misschien niet zo idyllisch, maar wel heel handig.

De route kent vrij veel gravel. Het gravel is van redelijke kwaliteit zonder al teveel kuilen. De steentjes liggen wel vrij los, dus uitkijken in de scherpe bochten. Het is zo in de ochtend nog goed te doen qua temperatuur. Het parcours is ook niet al te moeilijk en het beetje wind dat er staat, blaast in ons rug.

Bewegwijzering waar zelfs de ANWB niet aan kan tippen

Wat verder op de dag komen we wat meer lokale inwoners tegen die Frans met elkaar spreken. Gelukkig verlaagt de bewegwijzering zich niet aan de nieuw Franse standaard en blijft er op iedere hoek van de straat, weg of pad een keurig bordje staan. Eigenlijk wel jammer, want ik wilde mijn nieuwe Wahoo Bold navigatie uitproberen, maar met al die Zwitserse precisie valt er weinig te testen.

Wat ook opvalt is de hoeveelheid overwegend Zwitserse fietsers. We zitten natuurlijk op een nationale langeafstandsroute, maar dat zou wederom voor de Fransen geen reden zijn om daar gebruik van te maken.

Bij Aarwangen werden we aangehouden door zo’n Zwitserse fietser. Maar deze had pech. Zijn band was wat zacht geworden en hij vroeg zich af of wij een pomp hadden. Die hebben we wel. Terwijl ik de pomp tevoorschijn tover, draait de jonge Zwitser zijn ventieldopje los. Ai, een autoventiel. Nu heb ik mijn pompje gekocht bij de Decathlon en die doen natuurlijk alleen Franse ventielen. Daarnaast zou een Nederlander de ietwat zachte Zwitserse band gewoon een lekke pijp noemen. Een nieuwe binnenband of een plaksetje had ie ook niet in een van zijn twee achtertassen zitten. Hij bedankte ons vriendelijk en besloot op zoek te gaan naar een fietsenmaker. Succes, op een Zwitserse maandag.

Wat op maandag zijn alle Zwitsers massaal aan het kaasfonduen, of horloges aan het repareren. Of koebellen smeden, of iets anders traditioneel Zwitsers, maar zeker niet aan het fietsen maken of de arme fietstoerist van een koud drankje voorzien. Ruhetag bestaat hier nog, al zijn supermarkten wel gewoon open. En met een beetje zoeken vind je in een iets groter plaatsje ook wel een terrasje om je bankroete status nog wat kracht bij te zetten.

Ik zal proberen er niet over te zeuren of te klagen. Zwitserland is duur. Punt. Als je dat niet wilt, moet je naar Hongarije gaan.

Gezien de temperatuur hebben we en een terrasje gepakt en een lange lunchpauze gehouden. Vooral dat laatste was een goede zet. Even met de voetjes in de Aare en een lekker bruin broodje eten. Goed brood, al zit er in deze contreien altijd een bepaald zuurtje aan het brood.

We worden altijd vrolijk van Zonnebloemen

We waren bijtijds begonnen met fietsen, dus het middagdeel van de etappe was nog maar 25km. Wel was het bos op de bon en dus bevonden we ons in de brandende zon op een mooi boerenakker. Dat had dan wel weer het voordeel dat we nauwelijks hoogteverschil hadden ’s-middags.

De hoogtemeters kwamen alsnog en onverwachts. Een omleiding omdat er aantal oranje mannen aan het fietspad moesten knutselen. En niet om het fietspad beter te maken, maar om er glasvezel of zo onder te leggen. Goed, een omleiding dus en uiteraard gaat die dan omhoog. Maar elk nadeel heeft een voordeel. De detour kwam langs een leuk klein supermarktje.

De camping in Ipsach is een prachtig stacaravan paradijs. Al zullen de bewoners het zelf liever omschrijven als authentieke chalets. Madeleine heeft er een ontdekt met een carpoort voor 2 auto’s. Noem dat maar eens geen luxe. Voor de rest is het netjes en zit er een strandje bij. Een heerlijke verkoelende duik in de Bielersee doet ons goed. Daarna lekker luieren in de schaduw op het strandje. Het is nu kwart over zeven en langzaam wordt het tijd om aan het avondeten te denken.